Philip Huff – Niemand in de stad. ISBN 978-90-234-0834-9, 348 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: De Bezige Bij 2012.
Heftig verhaal over het studentenleven.
Deze roman over het studentenleven is bepaald geen geromantiseerd verhaal. De hoofdpersoon is Philip Hofman, student geschiedenis. Hij woont in het Weeshuis, de bijnaam van het Vondelhuis – Joost van den Vondel zou er gewoond hebben – een studentenhuis aan de Amsterdamse Prinsengracht. In het Weeshuis krijgt hij banden voor het leven, althans zo lijkt het, met andere bewoners en hij raakt bevriend met zijn huisgenoten, zijn jaargenoot Matt en Jacob, een ouderejaars die hem onder zijn hoede neemt.
Philip stort zich met hart en ziel in het studentenleven met alles erop en eraan. Hij doet enthousiast mee aan diners, kroegavonden, huisfeesten, vader-zoondagen, ontgroeningen en nog veel meer. Ook treedt hij als abactis (secretaris) toe tot het huisbestuur. De buitenwereld lijkt nauwelijks een nog rol te spelen in zijn leven.
Eerst blijft hij zijn jeugdvriendin trouw. Elisabeth uit Bloemendaal, die in Groningen medicijnen is gaan studeren. Langzaam maar zeker valt hij echter als een blok voor de bloedmooie Karen. Als hij uiteindelijk naar Groningen reist om alles aan Elisabeth op te biechten reageert deze met: ‘Je hebt net de trein terug gemist. De volgende gaat om halftien.’ (Zo’n zin vind ik mooi)
Matt raakt aan de drugs en Jacob vlucht in een fantasiewereld, met noodlottig gevolg. Aan het eind van het boek weet Philip zowel met Elizabeth als met Karen in het reine te komen. Hij verlaat Vondel, veel illusies armer, maar ook veel ervaringen rijker.
Ik heb dit boek in een soort roes uitgelezen. Regelmatig herinnerde het me aan mijn eigen, weliswaar wat minder heftige, studentenleven of dat van mijn zoons, zoals ik dat uit hun verhalen ken. Een prachtige, goed geschreven sfeertekening en een meeslepend verhaal.
Dit boek is tevens besproken in de boekenrubriek LeesKost van het programma PuurCultuur op MeerRadio (woensdag 30 mei 2012).