Constantijn Hoffscholte – Van Kindvall tot Kuijt. De spitsen van Feyenoord. ISBN 978-90-4391-488-8, 176 pagina’s, € 16,95. Utrecht: Tirion Sport 2012 (Tweede druk).
Wie waren de mannen die ons lieten juichen (en wie niet).
Wat hebben Jupp Kaczor, Mark Farringdon, Marian Damaschin, Marek Saganowski, Fedor Smolov en Jhon van Beukering met elkaar gemeen? Zij droegen ooit het Feyenoordshirt, zij het niet erg succesrijk, waardoor zij maar kort aan de Kuipclub verbonden waren. Hoewel ik vanaf mijn twaalfde Feyenoord supporter ben was ik hen allang vergeten, tot ik dit boek las.
Gelukkig staan er ook de nodige legendarische voetballers in, te beginnen bij de grote Ove Kindvall, die ‘ons’ in 1971 naar de eerste Nederlandse Europacup schoot en in 183 wedstrijden 151 goals scoorde). Onder andere Ruud Geels, Joop van Daele (hij schoot ons tegen Estudiantes de la Plata naar de wereldtitel), Lex Schoenmaker, Peter Houtman, Jószef Kiprich (de tovenaar van Tatabánya), Henrik Larsson, Pierre van Hooijdonk, Dirk Kuijt, Salomon Kalou, Roy Makaay en John Guidetti passeren de revue. Hen herinner ik me allemaal nog goed.
De auteur, boekhandelaar, freelance journalist en vaste medewerker van het magazine Hand in Hand van de Feyenoord supportersvereniging zocht een groot aantal oud-spitsen op en interviewde hen over hun Feyenoordtijd, hun verdere (voetbal)carrière en hun huidige activiteiten. Over de anderen schreef hij een korte karakteristiek. Bij iedere voetballer lezen we wanneer hij aan Feyenoord verbonden was, hoeveel competitie- en andere wetstrijden hij speelde en hoeveel doelpunten hij scoorde. Sommigen verlieten helaas vroegtijdig de Kuip omdat de toenmalige trainer (zoals de ‘koekenbakkers’ Arie Haan en Gunnar Bengtsson) het niet in hun zag en maakten daarna helaas furore bij een andere club. Ik kan er nog kwaad over worden, helaas. En zo wisselden hoogte- en dieptepunten elkaar af.
Volgens Hoffschulte lukte het geen van Kindvalls opvolgers de vergelijking met hem te doorstaan. Kiprich (66 goals uit 167 wedstrijden), hoewel immens populair haalde het niet. Maar Kuijt (83 uit 122 wedstrijden) en Guidetti (20 uit 23) komen toch aardig bij Kindvall in de buurt. Ook zij beiden waren mateloos populair bij het legioen. De auteur laat aan de hand van Guidetti zien hoe je slaagt als spits bij Feyenoord: ‘Toon je één met de fans. Zeg oprecht dat je Feyenoord de mooiste club van de wereld vindt. Maak een hattrick tegen de aartsrivaal. Huil bij vertrek’.
De auteur heeft het Feyenoordhart op de juiste plaats. Hij vermeldt vele wetenswaardigheden, die ik hier niet zal verklappen omdat ze voor de fans veel te leuk zijn om ze zelf in dit vlot geschreven en goed geïllustreerde boek te lezen. Een boek dat naar meer smaakt, want Feyenoord kende meer grote voetballers die niet in de spits speelden maar zeker een goed voetbalportret verdienen, zoals onder meer Moulijn, Jansen en Van Hanegem (tip van mij aan de auteur).
Genieten voor de ware Feyenoord-supporter.