Jacco Hogeweg – Een donjuan in de West. Het reisverslag (1792-1794) van koopmanszoon Pieter Groen. ISBN 978-94-600-3661-3, 175 pagina’s, € 19,95. Amsterdam: Balans 2013.
Een achttiende-eeuws reisverslag naar West-Indië.
Eind augustus 1792 vertrekt de negentienjarige koopmanszoon Pieter Groen naar West-Indië. Begin oktober 1794 was hij weer terug, vele ervaringen rijker, ook op amoureus gebied. Pieter maakte uitvoerige aantekeningen van wat hem op reis overkwam en schreef die na zijn thuiskomst over in een chronologisch Journaal, dat uit een zevental schriftjes bestaat. Dit reisverslag bevindt zich thans in het Nationaal Archief.
Jacco Hogeweg, toentertijd doctoraalstudent Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam las een paar pagina’s en werd zo enthousiast dat hij dit manuscript voor een breder publiek toegankelijk wilde maken. Hij regelde een fotokopie, tikte alles over en zette het reisverslag over naar modern Nederlands. Hij voorzag de tekst van uitgebreid commentaar en voorzag het geheel van inleidende en uitleidende hoofdstukken, waarin hij dieper inging op de biografische en sociaalhistorische achtergronden. Zo ontstond de doctoraalscriptie, waarmee Hogeweg afstudeerde en die scriptie bewerkte hij voor dit boekje.
Het eigenlijke reisverslag begint met de reis naar West-Indië, een reis met hindernissen. Het was nog een tijd waarin zeereizen gevaarlijke avonturen waren. Geteisterd door ‘orkanen’ bleek het schip zo gehavend, dat de reis in Dover werd onderbroken. Na een maand oponthoud in Engeland werd de reis met een Brits schip voortgezet. Bij het passeren van de Evenaar kocht Pieter het niet zo prettige doopritueel door Neptunus af. In december werd Barbados bereikt. Daarna reisde Pieter naar Berbice, vanwege de vochtige hitte en de vele dodelijke epidemieën ook wel de ‘Barbiesjes’ genoemd. Vervolgens bezocht hij Suriname en nog een aantal koloniën. Eind augustus 1994 begon de thuisreis.
Het is interessant te lezen over de wederwaardigheden van Groen, een jongeman die overigens een hoge dunk van zichzelf had en niet met iedereen goed overweg kon. Op zichzelf verschillen deze verhalen niet al te veel van het relaas van andere reizigers naar verre streken die bewaard gebleven zijn. Wat het relaas van Groen bijzonder maakt is de inhoud van het zevende en laatste schriftje, waarin Groen openhartig verslag doet van zijn vele veroveringen op amoureus gebied. Hij discrimineerde daarbij niet op huidskleur, maar deelde het bed met blank, zwart en alles wat daar qua kleur tussenin zat. Hij was, met name tegenover slavinnen, weinig empatisch. Als hij er genoeg van kreeg joeg hij ze weg, ook als ze zwanger van hem waren. Hij gaf er eentje zelfs 250 zweepslagen. En uiteindelijk ging er bij hem niets boven een blanke vrouw. Thuisgekomen trouwde hij met zijn nicht en leefde hij waarschijnlijk verder een saai leven.
Overigens krijgen we alleen te lezen hoe en met wie Pieter in bed belandde, geen verdere details. We weten ook niet of Pieter een geslachtsziekte heeft opgelopen.
Een spannend avontuur met als toetje een snufje seks.
Dit boek is tevens op woensdag 21 november 2013 besproken in het programma Puur Cultuur op MeerRadio. Het geluidsfragment staat hieronder.