Sunny Bergman – Sletvrees. Inzoomen op uiterlijk, seks en cultuur. ISBN 978-90-388-9807-0, 384 pagina’s, € 19,95. Amsterdam: Nijgh en Van Ditmar 2013.
Persoonlijke en gedetailleerde kijk op man-vrouw relaties.
De filmmaker Sunny Bergman schreef dit boek naar aanleiding van een drietal documentaires die ze maakte naar aanleiding van een aantal ongemakkelijke vragen over uiterlijk, seks en cultuur. Ze verloochent haar communistische en hippie-afkomst niet, gezien bijvoorbeeld het alternatieve geboortekaartje wat de binnenkant van het omslag siert, maar ook in haar openhartige verhalen daarover. Ze doet ook niet moeilijk over haar drugsgebruik.
Op het cover kijkt een soort kindvrouwtje de lezer wat onschuldig aan. Maar schijn bedriegt, want de allereerste alinea van het boek luidt:
‘Ik heb in totaal met vijfendertig mannen seks gehad, afkomstig uit Engeland, Nederland, Amerika, Kenia, Togo, Spanje, België, Democratische Republiek Congo, Frankrijk, Griekenland, Cuba, Italië, Burkina Fasso, Suriname, Nederlandse Antillen en – vrij uniek – met een jongen uit Bhutan. Vooral op reis had ik onenightstands, dan schroomde ik er bijvoorbeeld niet voor een aantrekkelijke barjongen mee te nemen naar mijn hotelkamer. Seksuele ontmoetingen waren voor mij een manier om avonturen te beleven en in onbekende werelden terecht te komen. Ik dacht altijd dat ik seksueel vrijgevochten was. Ik sprak op een vrij plastische en lichtelijk grove manier over seks. Mijn vriendinnen en ik noemden elkaar sloerie of slettebak bij wijze van koosnaam. In het weekeind wisselden we vriendjes uit, dat vonden we tolerant.’
Toch vind ze zichzelf niet oversekst, want ze heeft niet altijd zin in seks en weet lang niet altijd wat ze wil. Ook zij heeft last van gêne. Waarom eigenlijk? Heeft ook zij nog steeds last van de aloude dubbele moraal?
In het eerste deel Niet normaal houdt ze zich bezig met zaken als het fotoshoppen van modellen en make-overs: nose jobs, liposuctie, borstvergrotingen, facelifts en schaamlipcorrecties. Met name vrouwen blijken ‘beperkt houdbaar’. Ze merkt op dat in veel winkels de opiniebladen bij de afdeling ‘Man’ liggen, terwijl de beautybladen, de modebladen en de roddelbladen bij de afdeling ‘Vrouw’ liggen.
Vrouwen moeten jeugd uitstralen. ‘Doordat er steeds jonger gecast wordt, en door de opkomst van botox, is het publiek niet meer gewend aan een gezicht dat past bij de werkelijke leeftijd van vrouwelijke personages.’
Sonny filmt zichzelf in het Hollywoodse Vagina Instituut terwijl ze een beroemde Amerikaanse cosmetische arts naar haar schaamlippen laat kijken. Deze kraakt niet alleen haar vagina af, maar beveelt ook nog wat andere zaken aan, waaronder het liften van haar kontje en het weghalen van haar onderkin. Als alles klaar is zou haar uiterlijk redelijk voldoen aan de Playboy-look, iets wat kennelijk door veel vrouwen (en/of hun partners) wordt nagestreefd.
Homoseksuele mannen blijken een veel grotere druk te ervaren om aan bepaalde schoonheidsidealen te voldoen dan heteromannen, maar de mode- en beautyindustrie heeft ook de laatste groep ontdekt. In de reclames duikt de metroseksueel op, die zorgvuldig omgaat met zijn uiterlijk en daar veel tijd aan spendeert zonder homo te zijn.
In deel twee Wereldseks verhaalt Bergman van haar reizen naar onder andere Korea, Zuid-Afrika, Ghana, Marokko, Cuba om kennis te maken met verschillende seksuele gewoonten en de daarbij behorende man-vrouw relaties. In Zimbabwe en Uganda kijkt men anders aan tegen ‘uitpiepende’ binnenste schaamlippen dan de Amerikaanse plastische chirurgen, men rekt ze juist uit. Sommige meisjes leerden het zelfs van de nonnen. In Uganda spreidt Sonny wederom haar benen, maar nu voor een ssenga, een ‘sekstante’, want hier krijgen de jonge vrouwen seksles van hun tante en de jonge mannen van hun oom. Het oordeel is aanmerkelijk positiever dan in Hollywood. In Cuba is er sprake van ‘omgekeerd sekstoerisme’, Duitse vrouwen laten zich graag pakken door Cubaanse jongens. En in verschillende landen erkent men meer genders dan man en vrouw. Overigens was veel van deze informatie, zoals over het matriarchaat en polyandrie, mij al in de jaren zestig van de vorige eeuw bekend uit mijn collegestof als student culturele antropologie.
Het derde en laatste deel Sletvrees houdt de auteur zich bezig met seksualiteit en beeldvorming in het Westen. Ze interviewt daartoe verschillende personen in een tentje, maar begeeft zich ook in ‘pornoland’ en tussen prostituees. Ze benijdt de jonge meisjes niet. ‘Het probleem is: aan de ene kant moet je voor een man hard to get spelen, aan de andere kant moet je je ook gewild voelen. Sonny verwondert zich erover dat ze soms opgewonden raakt van vrouwonvriendelijke seks, hoewel dat niet politiek correct is, en blijft zich ongemakkelijk voelen bij het woord slet.
Bergman kan goed schrijven, maar het boek had wat mij betreft wat minder gedetailleerd en dus wat korter gemogen. Dat had de leesbaarheid ten goede gekomen.
Een intrigerend en soms verfrissend boek dat zeker tot nadenken aanzet over die altijd weer intrigerende en o zo complexe man-vrouw relatie.
Dit boek is tevens op woensdag 18 december 2013 uitgebreid besproken in het programma Puur Cultuur op MeerRadio. Het desbetreffende geluidsbestand kunt u hieronder aanklikken.