Jeroen Brouwers – Over Godfried Bomans. ISBN 978-90-450-2539-1, 189 pagina’s, € 18,95. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact, heruitgave 2013.
Beschrijving en analyse van facetten uit het leven van Godfried Bomans.
De keuze van Erik of het klein insectenboek als middelpunt van de actie Nederland Leest 2013 zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met de honderdste geboortedag van de auteur, Godfried Bomans, op 2 maart 2013. Het was ook een goede reden om dit boek, waarvan de eerste druk in 1981 verscheen, tien jaar na de dood van Bomans, nog eens opnieuw uit te brengen. Uiteraard is hierin ook het in 1997 toegevoegde stuk over Bomans’ tweede leven toegevoegd.
Godfried Bomans was in zijn tijd de meest gelezen Nederlandse schrijver. Daarnaast was hij een veel gevraagd entertainer en ongelooflijk populair van radio en televisie. Nu, ruim veertig jaar na zijn dood, herinneren velen in Nederland en Vlaanderen zich hem nog steeds.
De journalist, schrijver en essayist Jeroen Brouwers behandelt in dit boek het leven van Bomans aan de hand van biografisch materiaal en citaten van de beroemde Haarlemmer. Het is een kritische, maar niet onwelwillende kijk op diens werk en verdere activiteiten.
Het boek begint met Bomans’ moeizame relatie met zijn ouders, vooral die met zijn vader Jan Michiel Bomans, KVP-politicus, begenadigd spreker en een man met een ‘oeverloze dadendrang’. Godfried voelde zich miskend door zijn vader, net zoals hij zich miskend voelde door de ‘officiële literatuur’, die hem nooit een literaire prijs gunde. Toch leek Godfried op zijn vader. Brouwers citeert Harry Mulisch mening dat Godfried dank zij het van zijn vader geërfde sprekerstalent alle scheidsmuren tussen die vader en hemzelf overwon ‘door zelf zijn vader te worden’.
Brouwer ruimt veel plaats in voor de drang van Bomans om aardig gevonden te worden door zijn ouders, door Sinterklaas en door God. Zijn hang naar knusheid en gezelligheid en zijn liefde om zelf de rol van Sinterklaas te spelen, wat hij menigmaal deed. Hij had zijn hele leven angst, voor zijn vader en voor de hel. Die angst kreeg hem ook in zijn bezit tijdens zijn verblijf van een week op het onbewoonde Rottumerplaat, enkele maanden voor zijn dood.
Volgens Brouwers heeft Bomans maar twee ‘echte boeken’ geschreven, namelijk Pieter Bas en Erik. De rest van zijn werk bestaat uit columns en feuilletons, zoals het legendarische Pa Pinkelman. Het valt hem daarbij op, dat Bomans zichzelf nogal eens (ook letterlijk) herhaalt. Bomans noemde deze werkwijze ‘tijdsbesparing’.
‘Zo hij iets was, Bomans, was hij Haarlemmer.’ De auteur staat uitvoerig stil bij Bomans’ banden met ‘mijnheer Thijm’ (Lodewijk van Deyssel), Harry Mulisch, de Haarlemse Sociëteit Teisterbant en nog een aantal clubjes, waar Bomans veel tijd en energie aan gaf. Hij laat zien hoe volgens H.J.H. Hofland oud-premier Dries van Agt een ‘retorische foef’ aan Bomans zou hebben ontleend, namelijk al omslachtig pratend onderwijl een steekhoudend antwoord op een vraag formuleren. Dit is heel goed mogelijk, want uw Van Agt is een groot bewonderaar van Bomans.
Brouwers voorziet een aantal boeken en bundels van Bomans van commentaar en vermeldt diens neiging om ‘de wetenschap’ en autoriteiten belachelijk te maken door hen in onderbroek of in pyjama ten tonele te voeren. Hij haalt genadeloos uit naar ‘Bomansparasieten’ en ook naar de broers van Godfried die een graantje van de populariteit van hun overleden broer mee pikten. Bomans had in zijn jeugd last gehad van het autoritaire katholisme, maar had ook moeite met het hervormingen en ging het ‘knusse’ katholicisme steeds meer missen.
Brouwers is niet onverdeeld gelukkig met de entertainer Godfried Bomans. Hij vond dat de radio en de televisie hem uitbuitten. Godfried werd als ‘nationale huisgenoot’ immens populair was bij het Nederlandse volk. De auteur vindt dat hij ‘nee’ had moeten zeggen tegen het plaatje dat hij met Wim Sonneveld in 1962 maakte en tegen het verzoek om de Edisons uit te reiken tijdens het Grand gala du Disque in 1963. Hij vond hem buitengewoon vervelend. Ik deel deze mening niet, ik heb het plaatje jarenlang stukgedraaid en met mijn hele familie destijds van zijn optreden genoten (over Marlene Dietrich: ‘Had mijn vrouw maar één zo’n been). Natuurlijk ging dit ten koste van het schrijven, maar het is de vraag of Bomans het erg vond. Schrijven vond hij een moeizaam proces dat hem veel energie kostte. Wilde hij eigenlijk nog wel schrijven?
In het later toegevoegde stuk komt onder meer Bomans’ jarenlange verhouding met de illustratrice Maria Güde aan de orde. Ook krijgt de lezer informatie over de totstandkoming van de Werken van Bomans, die uiteindelijk in zeven delen uitkwamen.
Ik ben nog altijd een groot fan van zowel de schrijver Bomans als van de entertainer. Over de laatste verschil ik van mening met de auteur, maar dat doet niets af aan mijn waardering voor het boek. We lezen erin over Bomans als zoon en broer, maar ik had graag ook wat meer willen weten over Bomans als echtgenoot en vader. Waarschijnlijk bleef dat boek helaas dicht voor Brouwers.
Een knap geschreven en interessant boek voor wie meer over Godfried Bomans wil weten.
Dit boek is tevens op woensdag 23 januari 2014 uitgebreid besproken in het programma Puur Cultuur op MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.