Michel van Egmond – Kieft. ISBN 978-90-6797-084-6, 367 pagina’s, € 19,95. Gouda: Voetbal International 2014, inmiddels zesde druk.
Openhartig boek over het leven van Wim Kieft ná zijn voetbalcarrière.
Wie aan Kieft denkt, denkt waarschijnlijk aan die gedenkwaardige kopbal tegen Ierland tijdens het Europees Kampioenschap in 1988. Het zorgde ervoor dat het Nederlands voetbalelftal in de race bleef voor het EK, dat het uiteindelijk ook won. Toch wordt Kieft er liever niet aan herinnerd, zoals dat ook het geval is met de rest van zijn voetbalcarrière.
Zijn leven als prof vormt dan ook niet de hoofdmoot van het boek. Daarentegen staat de mens Kieft centraal, die een vat vol tegenstrijdigheden blijkt te zijn. Enerzijds ambitieus en perfectionistisch, anderzijds het liefst bezig in de luwte, buiten het zicht van de camera’s. Hoe kan dat?
Van jongs af aan is er al sprake van twee sterke behoeften. Enerzijds aan waardering, anderzijds om met rust te worden gelaten. Allemaal een kwestie van een groot gebrek aan zelfvertrouwen, dat bovendien gepaard gaat met impulsiviteit. Als er dan toevallig coke voor het grijpen ligt, is de drempel niet hoog.
Schaamte, schuldgevoelens, angsten, dat zijn allemaal dingen die een grote rol spelen in mijn leven nu. Faalangst ook. Faalangst, twijfel. Heel erg.
Zijn leven na zijn voetballoopbaan stond bijna twintig jaar lang in het teken van een coke- en alcoholverslaving. ‘Een ziekte’, volgens Kieft, waar hij bijna aan onderdoor ging. Hij ging door een hel. Hij verpatste al zijn geld, loog en bedroog en bleef achter met een berg aan schulden. Met de opbrengst van de verkoop van dit boek hoopt hij een deel daarvan te kunnen aflossen en weer een beetje fatsoenlijk te kunnen gaan leven, want meer dan twee tientjes per dag heeft hij niet te besteden.
Het zijn niet de sappige verhalen die dit boek zo goed maken, maar veel meer het feit dat Kieft zich bloot geeft en eerlijk is, in de eerste plaats naar zichzelf toe. Dat is voor een groot deel te danken aan de respectvolle manier waarop Van Egmond met Kieft omgaat. Iets dat Van Egmond ook liet zien in zijn bestseller Gijp (zie ook https://www.leeskost.nl/?p=1713). Doordat Van Egmond zich zo opstelt, is er voor Kieft voldoende veiligheid om openhartig te zijn. Hij is goudeerlijk en spaart zichzelf niet.
Die keer begon het ermee dat ik me dagenlang had opgesloten in een hotelkamer om te drinken en te snuiven. Ik had geen geld om de rekening te betalen en ben toen via de keuken het pand uit gevlucht. Heel gênant allemaal. Maar ik kon ook niet meer terug naar huis, want bij mijn vriendin was ik niet meer welkom. Toen heb ik dus inderdaad een halve middag in de bosjes gezeten. Ergens bij de spoordijk. Helemaal verdwaasd. Alleen maar te roken en te drinken. En het gekke is: voor mijn gevoel vloog de tijd voorbij. Als ik er nu nog weleens langsloop, krijg ik altijd een raar gevoel. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ik het was die daar zat
Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel wat de klok slaat en komt er ook humor aan te pas. Kieft moet bijvoorbeeld lachen als hij zegt dat inmiddels zoveel mensen hem hebben verteld dat ze bij die kopbal in ’88 achter het doel zaten, dat het niet anders kan dan dat daar een heel stadion zat.
Het verhaal van Kieft laat zien dat het raar kan lopen in het leven. Maar belangrijker is dat het ons leert, dat hoe zwaar je ook in de narigheid zit, de oplossing altijd begint met eerlijk zijn, in de eerste plaats naar jezelf toe. Dat vereist moed, zeker als ook nog eens iedereen over je schouder meekijkt.
Een bijzonder boeiend en vooral eerlijk verhaal.