Larive, Jessica – 1000 plaatsen 1 thuis. Over mannen, poliriek en taxichauffeurs. ISBN 978-90-5599-297-3, 426 pagina’s, € 19,95. Heemskerk: GVMedia 2013.
Uitgebreide autobiografie van een piekerende carrièrevrouw.
Jessica Larive werkte 26 jaar bij het Europees Parlement, eerst als ambtenaar als lid van de VVD-fractie. Een belangrijke en interessante werkkring, maar Larive vindt er niet het geluk. Na haar scheiding van een man die haar slaat, volgt zij met succes een studie Rechten, en voedt intussen haar kind op. Zij leidt een roerig leven. Niet alleen in de politiek, maar ook daarbuiten. Mannen worden verliefd op haar en Larive laat ze kortere of langere tijd in haar leven toe. Het werk in Europa vergt het uiterste van haar energie. Ook de opvoeding van haar kind vraagt veel van haar krachten. Larive wil alles voor de volle 100% goed en nog liever méér dan goed doen. Een schier onmogelijke gave.
Het zware leven breekt haar op. Langzaam maar zeker komt ze tot de conclusie dat er méér moet zijn. Dat het geluk niet ligt in dit werk, maar in een dieper ‘be-leven’. Zij maakt kennis met Dru-yoga en meditatie en vindt daar uiteindelijk innerlijke rust. Larive schoolt zich, als zij 60 is, om tot docent en leidt momenteel in Spanje haar eigen Atalanta-center waar zij mensen opleidt in yoga en persoonlijke ontwikkeling.
De ondertitel van het boek luidt ‘over mannen, politiek en taxichauffeurs’. De eerste twee gegevens zijn duidelijk. De ’taxichauffeurs’ zijn de innerlijke stemmen die Jessica vaak hoort, die haar aansporen dingen anders te doen, haar uitdagen en haar doen en laten van meestal negatief commentaar voorzien. Zij zelf zou op de achterbank van die levens-taxi zitten en vanuit haar eigen ‘ik’ moeten reageren: tenminste: als zij wist hóe.
Jessica Larive (Voorburg 1945) schreef een uitgebreid boek over de zoektocht naar haar beter ik, naar de zuiverheid, het ‘echte’ in zichzelf. Maar voor zij dat beter ik bereikt, krijgt de lezer alle ins en outs te horen over haar huwelijk, haar mannen, hoe zij werd geslagen, hoe zij daarop reageerde, hoe mooi mannen haar vonden en hoe onzeker zij daarvan werd…. plus een immense opsomming van alle goede dingen die zij bereikt heeft in het Europees Parlement. Samengevat: ik ben zielig, maar dapper, iedereen vindt mij knap en geweldig maar dat vind ik zelf echt niet. En toch is de indruk achteraf: Larive vindt dat zij het geweldig goed met zichzelf getroffen heeft.
Want Larive heeft ongetwijfeld veel belangrijk werk gedaan, maar de uitgebreide beschrijving van de totstandkoming van haar heldendaden gaat wel enigszins tegenstaan. Het boek is 426 pagina’s dik, als bijvoorbeeld een aantal politieke zaken gecomprimeerd geschreven was, was het geheel veel leesbaarder geworden.
Nóg een punt van kritiek: het boek is een autobiografie en in de ik-vorm geschreven. Maar óók in de tegenwoordige tijd. Als er bijvoorbeeld op pagina 187 staat: ‘ik zit in de fractiezaal van de VVD’ , werkt dat vervreemdend. Want Larive zit daar niet, denk ik dan als lezer, ze schrijft dit boek. Het is misschien een kwestie van smaak, maar ik vond dit storend werken want haar hele leven glijdt voorbij in de tegenwoordige tijd.
Anderzijds is het wel interessant om aan de hand van dit boek in de keuken te kunnen kijken van het Europees Parlement. Zeker als er mensen passeren die iedereen uit de kranten kent.
Jessica Larive heeft een boek geschreven dat zich niet lekker weg laat lezen, maar dat voor lezers ‘op zoek naar zichzelf’ wellicht een wegwijzer is naar hun eigen verdieping via yoga en meditatie.
Openhartig ego-document.