Rik Kuiper – Lieve meisjes, heel gewoon. ISBN 978-90-3300-452-0, 127 pagina’s, € 14,95. Leeuwarden: Friese Pers Boekerij / Uitgeverij Noordboek 2014.
Het waargebeurde, opzienbarende verhaal van een Siamese tweeling in Friesland.
Op 7 november 1953 gaat bij de Friese huisarts Jack Wijthoff de bel. Er staat een man voor de deur: Sijbe de Vries. Hij vraagt ‘of dokter komen kan’: Blijke, zijn vrouw, gaat bevallen. En met die bevalling begint er een geschiedenis die in wereld maar weinig weerga kent. Want Blijke bevalt, dankzij de kundige hulp van de plattelandsarts, van een Siamese tweeling. Beide kinderen leven. Maar: ze zijn aan elkaar verbonden door een ‘zachte band van vlees die hun buiken verbindt’, zoals de arts later noteert.
De meisjes, Folkje en Tjitske, worden naar het ziekenhuis in Leeuwarden gebracht. En terwijl ze daar liggen, heel dicht bij elkaar, worden ze wereldnieuws. Alle media duiken erop. Maar ook alle deskundigen uit de medische wereld. Want de tweeling zal gescheiden moeten worden, maar bij een dergelijke operatie – zo heeft de geschiedenis geleerd – is de kans groot dat tenminste één van de kinderen het leven laat.
Sijbe en Blijke de Vries worden door deskundige adviezen overspoeld en als ouders terzijde geschoven. Ze laten het gelaten over zich heen komen. Ze bidden. Gods wil is wet. Of, zoals Sijbe het verwoordt: ‘Als de kinderen sterven, vinden ze een prettig thuis in de hemel.’
De operatie lukt. De zusjes worden gescheiden.
Rik Kuiper (1977) schreef voor Quest en werkt nu voor de Volkskrant. Het liefst, meldt hij op de kaft, schrijft hij waargebeurde verhalen die lezen als fictie. Dat is hem in dit geval uitmuntend gelukt. Kuiper laat de lezer meeleven met de twee kleine meisjes, hij tekent met ragfijne pen de onzekerheden van de ouders, beschrijft de bevalling en de operatie waarbij Folkje en Tjitske gescheiden werden alsof hij er zelf bij is geweest en het mediageweld in het dorp alsof hij zelf voor de krant nieuws moest schrijven.
Rik Kuiper schrijft in de traditie van Judith Koelemeijer, Annejet van der Zijl en Kees van Beijnum: de geschiedenis herleeft. De lezer kijkt toe door het venster en Kuiper staat binnen, hoort de gesprekken, ruikt de geuren, ziet een oogopslag die meer zegt dan woorden… en tekent zo het leven als het is. Ongelooflijk knap als je zo kunt schrijven!
Na de succesvolle scheiding van de kleine meisjes was het hoofdstuk ‘Siamese tweeling’ niet gesloten. Maar de ouders van de kinderen kozen voor stilte, bang dat hun dochters zouden worden blootgesteld aan overmatige aandacht, vergelijkbaar met het ‘Dionne-vijfling-circus’. Daardoor kwamen Folkje en Tjitskje er pas op hun negende jaar achter wat de reden was dat zij vaak zo werden aangegaapt door mensen. Tegen die tijd waren zij nuchter genoeg om in de schaduw te (willen) blijven.
Als Rik Kuiper begint met het project ‘Siamese tweeling in Friesland’ maakt die zwijgzaamheid het werken lastig. Hij krijgt hulp van mensen die in 1953 zuster, dokter, familie of dorpsgenoot waren maar niet van de tweeling zelf. Tot hij ze op het eind van zijn zoektocht toch spreekt. En de ruim 60-jarige tweelingzussen zeggen, terugkijkend naar de foto’s, dat ze het ‘ontroerend’ vonden ‘die mormeltjes aan elkaar’. Alsof het andere kinderen betrof dan de tweeling die zij nu zijn.
Rik Kuiper brengt de ouders en het tumult rond de Siamese tweeling prachtig tot leven. Ook het Friese platteland herleeft met alle zeden en gewoonten uit de jaren vijftig. Als kersen op de taart vindt de lezer achterin het boek nog eens twintig pagina’s foto’s van dit bijzondere stukje historie.
Een reportageroman van het beste soort. Lezen is meebeleven.