Ilse Akkermans – Bestemming Soerabaja. Een verzwegen verleden in Nederlands-Indië . ISBN 978-90-5936-479-0, 271 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: Cossee 2014.
Reconstructie van het leven van een jonge militair in Nederlands-Indië.
Als het zuiden van Nederland in 1944 wordt bevrijd, meldt de 17-jarige Harry Akkermans zich aan als vrijwilliger bij het leger: hij wil helpen bij de bevrijding van het noorden. Maar hij is te jong. ‘Kom maar terug als je 18 bent’, zeggen de officials. Als hij dat doet in ’45, wordt hij naar de VS gestuurd om daar te worden opgeleid tot marinier. Maar in plaats van na de oorlog terug naar huis te kunnen, belandt hij op een schip richting Nederlands-Indië waar de oorlog nog lang niet is uitgewoed. Dat is het begin van bijna drie jaar ‘Indië’, want pas na de Bersiap-tijd kan hij naar Nederland terug.
In die tijd schrijft en ontvangt Harry Akkermans honderden brieven naar en van zijn familie. Zijn dochter Ilse schreef aan de hand daarvan dit boek: familiegeschiedenis, oorlogsgeschiedenis, emotie en registratie in één.
Nederlands-Indië is een heikel onderwerp in de Nederlandse geschiedenis. Nederland was kolonisator sinds eeuwen en zoals ieder land dat koloniën ‘bezat’ – ofwel: zich landen elders op de wereld had toegeëigend – was het kolonisator uit louter financiële motieven. En al werd die kolonisatie in later eeuwen overgoten met een sausje van ontwikkelingshulp, het land was en bleef in wezen bezet. Maar: de kolonie bracht geld in het laatje van die bezetter. En daarom werd de dringende wens tot zelfstandigheid door dekolonisatie, het herwinnen van de vrijheid, bloedig bestreden.
Die situatie heerste ook in Nederlands-Indië. Waar in Nederland vol sentiment werd gesproken over ‘ons Indië’, diende dat land toch vooral om de eigen schatkist te vullen. Na de oorlog was die schatkist meer dan leeg. Nederlands-Indië diende dus behouden te blijven. Tot iedere prijs. Die prijs, zo merkten de jonge militairen die naar de kolonie werden gestuurd, moesten zíj betalen. In plaats van ‘ons’ Indië van Japan te bevrijden, moesten de militairen zich staande houden tegenover de Indonesiërs, die koste wat kost van Nederland verlost wilden worden. Zo werden de militairen van bevrijders tegenstanders, een rolwisseling die voor innerlijke verwarring zorgde en bij velen het gevoel opleverde dat zij streden voor een verkeerde zaak.
Ilse Akkermans had als dochter van Indiëganger Harry Akkermans nooit verhalen over die tijd gehoord. Ze wist wel dat vader daar gediend had, dat boeide haar, maar hij vertelde niets. Toen zij stuitte op een oude reiskoffer van haar vader waarin de honderden brieven zaten uit de tijd dat hij als jong militair in Nederlands-Indië zat, wist zij: ik moet dit opschrijven. Haar vader behoorde tot de laatsten van de nog levende Indië-strijders, híj kon het verhaal nog vertellen aan de hand van die documenten. Want, wist Ilse Akkermans, er was veel te weinig bekend over die tijd. Na de oorlog was niemand geïnteresseerd in de verhalen van de soldaten en de voormalige bewoners van Nederlands-Indië die in Nederland kwamen wonen. Het gevolg was dat iedereen zweeg. De geschiedenis werd niet geschreven.
Ilse Akkermans (1972) heeft communicatiewetenschappen gestudeerd. Ze werkte als journalist economie en fraude bij Het Financieel Dagblad, het ANP en De Telegraaf en is nu zelfstandig juridisch redacteur. Die ruime journalistieke ervaring kwam haar van pas bij het ontrafelen van de geschiedenis van haar vader. Nadat ze met hem overeengekomen was dat ze aan de hand van de brieven een boek zou schrijven, was hij ook bereid tot een aantal interviews met zijn dochter waarin hij over die tijd vertelde.
Harry Akkermans was jong maar bepaald niet onnozel toen hij naar Nederlands-Indië ging. Hij had alleen, zoals de meesten van zijn landgenoten, nooit stil gestaan bij het begrip kolonisatie. Als jong marinier kreeg hij op wel heel wrede wijze deze lessen ingehamerd toen hij zag en ervoer hoe hij en zijn mede-militairen werden gehaat en bestreden. In zijn brieven naar zijn ouders mocht hij maar weinig vertellen over de militaire en politionele acties. Zijn brieven werden gecensureerd.
In antwoord liggen daar de brieven van zijn bezorgde ouders en zijn jongere broer met zijn opgewekte brieven met dorpsnieuws. Over en weer sijpelt het échte nieuws alleen tussen de regels door, beide partijen doen hun best de ander niet ongerust te maken. De brieven werken daardoor enigszins vervreemdend. Maar ze zijn daardoor ook ontroerend.
Ilse Akkermans heeft knap de balans in evenwicht weten te houden. De lezer leeft mee én de lezer kan puur registreren, exact hoe zij al schrijvend de regie voert. Dit boek is daarmee zowel een persoonlijk verslag van en over vader Harry als een onpersoonlijk maar wel betrokken document van en over zijn kameraden.
Een hele generatie militairen zweeg over deze tijd. De meesten van hen zijn inmiddels overleden en namen hun geschiedenis mee in het graf. Dat oud-militair en ooggetuige Harry Akkermans op hoge leeftijd alsnog sprak, op dringend verzoek van dochter Ilse die zijn verhaal zo knap reconstrueerde, verdient een groot compliment. Voor vader en dochter samen.
Ilse Akkermans wilde het taboe van een verzwegen geschiedenis doorbreken. Zij is daarin uitstekend geslaagd.