Guus Kuijer – De Bijbel voor ongelovigen 3. Saul, David, Samuël en Ruth. ISBN 978-90- 253-0285-6, 304 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep 2014.
Bijbelse verhalen aangepast aan de visie van Guus Kuijer.
Guus Kuijer is bekend als schrijver van kinderboeken. Vooral de Madelief-serie maakte hem populair. Hij is vanaf zijn jeugd al bekend met de Bijbel. Gelovig is hij al lang niet meer, maar de inhoud van de Bijbel vindt hij puur als verhalen zonder persé een christelijke boodschap nog steeds heel boeiend. Door ze op een toegankelijke manier na te vertellen hoopt Guus Kuijer dat ook niet gelovigen kennis zullen nemen van deze klassieke wereldliteratuur.
We bespreken nu deel drie. De eerste twee delen waren een groot succes en deel twee is onlangs genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2014.
Met enige huiver ben ik begonnen te lezen. Mijn grote vraag was, blijft er genoeg authentieks van de verhalen over of gaat Kuijer er mee aan de haal? In dit deel bespreekt hij verhalen uit het Oude Testament, namelijk 1 en 2 Samuel en Ruth. Hij concentreert zich vooral op de personages Saul, David, Samuel en Ruth.
Op heel knappe wijze weet de schrijver de vier genoemde personages met elkaar te verbinden. Het verhaal wordt verteld door de Filistijn Seraja. Dat is al heel pikant, omdat in de bijbelse verhalen de Israëlieten en de Filistijnen elkaars aartsvijanden zijn. Seraja wordt hier neergezet als een soor diplomaat die bemiddelt en zich vrij beweegt aan beide hoven. Bovendien sympathiseert hij met het volk Israël en heeft hij toch wel respect voor hun god.
Het boek heeft een hilarisch begin. De Filistijnen hebben de ark gestolen, de heilige kist van de Israëlieten. Ineens heeft iedereen, inclusief Seraja last van aambeien. Kuijer gebruikt gewoon de term die in de Nieuwe Bijbelvertaling staat. Het is wel grappig dat in de pas uitgekomen Bijbel in Gewone Taal de wat decentere term pijnlijke bulten wordt gebruikt. Kuijer maakt hier wel een mooi nummer van. Uitvoerig beschrijft hij hoe iedereen last had van dit ongemak: ik liep wijdbeens naar buiten en zag dat de mensen op straat net zo rondwaggelden als ik.
Samuel was een richter, een ziener. Hij was de geestelijk leider van het volk Israël, een wijs en vroom man met veel aanzien. In de zienswijze van Kuijer was hij keihard. Als koning Saul nagelaten heeft koning Agag te doden, doet Samuel het even zelf. Hij laat Agag komen en slaat hem met zijn zwaard in stukken: Hij trok zijn zwaard en begon op Agag in te hakken. Het duurde enige tijd voor Agag dood was, want Samuel was oud en zijn arm had niet veel kracht meer, maar hij ging net zolang door tot de koning in stukken en brokken aan zijn voeten lag.
Veel aandacht wordt besteed aan David. Seraja ontmoet hem al op achtjarige leeftijd, reeds dan is hij slim en dapper. Kuijer benadrukt vooral de schoonheid van David. Hij was zeer populair bij de vrouwen. Hij laat zijn fantasie wel erg op de loop gaan als hij schrijft over de terugkeer van de ark, waarbij David met het volk ervoor danst: David danste vol overgave voor God, slechts gekleed in een linnen priesterhemd dat tot genoegen van de vrouwen langs de kant vrolijk opwoei zodat ze konden meegenieten van zijn opwinding. Vergeet niet dat David een uitzonderlijk mooie man was.
David is vooral bekend om zijn gevecht met Goliat. Hij gaat het gevecht aan omdat zijn god beledigd is. De Filistijnse verteller snapt hier niets van: wij kenden het begrip ‘heilige oorlog’ niet. Wij vochten slechts om de poen, meer niet. Het verslag van het gevecht is één van de hoogtepunten van het boek.
Prachtig en ontroerend is de beschrijving van de vriendschap tussen David en Jonatan. Als Jonatan gesneuveld is bezingt David hem. Kuijer neemt dit gedicht letterlijk over van de Bijbel: je was mijn broeder, en mijn beste vriend. Jouw liefde was mij dierbaar, meer nog dan die van vrouwen.
Een ander hoogtepunt in deze bijbelnavertelling is het verhaal van de Moabitische Ruth die met haar schoonmoeder meegaat naar Bethlehem. Waar u heengaat, ga ik heen, waar u slaapt, slaap ik, uw volk is mijn volk en uw god is mijn god. Terwijl Kuijer elders in het boek zich nog al eens plat uit over liefde en seks wordt hier over Ruth en Boaz heel respectvol en romantisch gesproken.
Guus Kuijer heeft zich niet beperkt tot alleen navertellen, maar hij geeft af en toe ook commentaar. Hij gelooft niet in een god die ingrijpt, maar heeft het steeds over de god van het toeval. Met uitzondering van Ruth heeft hij de hoofdpersonen allemaal gemaakt tot gewone mensen: Saul is een boerenkinkel, Samuël is gefrustreerd en David is een slimme politicus en een vrouwengek. Ondanks deze eigenzinnige aanpassingen is deze navertelling voor iedereen de moeite waard. Bovendien schrijft Kuijer op een speelse en soms ondeugende manier. De enkele platitudes zullen we hem maar vergeven.
Zo wordt de Bijbel een boeiend en humoristisch boek.