Sander Koenen – Peter van Uhm: Ik koos het wapen. ISBN 978-90-450-2537-7, 350 pagina’s, € 19,99. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact 2014.
Biografie van de voormalige Commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm.
Peter van Uhm (1955) klimt na zijn KMA-opleiding op tot de hoogste rang die een militair kan verwerven: op 17 april 2008 wordt hij geïnstalleerd tot Commandant der Strijdkrachten. Hij behaalde die rang na een veelbewogen carrière via oefeningen in binnen- en buitenland, vredesmissies in Libanon en Bosnië en functies in eigen land. Overal werd hij geroemd om zijn humor en om zijn leiderschapskwaliteiten.
Van Uhm gelooft rotsvast in zijn vak. Het is zijn stellige overtuiging dat het wapen, mits goed gebruikt, vrede kan brengen. En: iedereen kan en moet bijdragen aan een betere wereld. Van Uhm is een man met een missie.
En dan, op Van Uhms eerste werkdag in die allerhoogste rang, sneuvelt zijn zoon Dennis bij een aanslag in Afghanistan. Peter is vanaf dat moment ‘CdS en vader van’. Iedereen die zijn naam noemt, kent hem nu ook als vader.
Er worden vragen gesteld: kan iemand die zozeer persoonlijk is getroffen wel op zijn post blijven en rationele beslissingen nemen ten aanzien van vredesmissies? Maar Van Uhm blijft op zijn post. ‘Voor mij’, zo stelt hij tijdens een persconferentie, ‘gelden dezelfde regels als voor alle jongens en meiden in Uruzgan: zij moeten ook doorgaan met hun missie als er een kameraad sneuvelt. Ook ik moet door met mijn missie. Ik doe geen afstand van dingen waarin ik mijn hele leven geloofd heb.’
Sander Koenen (1980) is journalist en schrijver. Hij schreef eerder het boek Droomvlucht over het leven van astronaut André Kuipers. Van Uhm was al regelmatig benaderd of hij een autobiografie wilde schrijven. Hij hield de boot steeds af met: ‘na mijn pensioen’. Toen hij inderdaad met pensioen ging was de tijd daar. Hij ontmoette Sander Koenen en toen bleek dat ze op één golflengte zaten werd de samenwerking gestart. Peter van Uhm nam Sander Koenen anderhalf jaar lang mee ‘op reis door zijn leven’. Daarnaast interviewde Koenen voor dit boek familie, vrienden, oud-collega’s en oud-ministers.
Koenen heeft samen met Van Uhm een indrukwekkend verhaal én een lijvig verhaal verteld. Via de jeugd van Peter wordt de lezer aan de hand meegenomen naar de KMA in Breda, naar de diverse functies binnen het militair onderwijs en bij de troepen in het veld bij vredesmissies, naar minder gewilde kantoorbanen, kriskras lezen we mee in Van Uhms leven. We krijgen de geintjes voorgeschoteld die Van Uhm als practical joker uithaalt, maar zien ook hoe hij zijn hakken stevig in het zand zet als hij achter ‘zijn jongens’ gaat staan.
Van Uhm verzamelde in zijn lange loopbaan een keur aan ’tegeltjeswijsheden’, de ‘spelregels van Van Uhm’. Het zijn er liefst zestig. In de loop van de biografie komen ze allemaal aan bod. Simpele spelregels soms, maar onontbeerlijk voor iedereen die met mensen moet verkeren. Van de zestig regels staat er voor Peter van Uhm één met afstand op de eerste plaats: ‘Er is maar één plek waar je onmisbaar bent en die plek is thuis’. Die regel heeft Van Uhm er tijdens zijn carrière toegebracht een standplaats in het buitenland te weigeren. Hij vond het normaal om uitgezonden te worden, maar wilde – al schaadde dat wellicht zijn cv – niet zijn hele gezin blootstellen aan verhuizingen naar het buitenland.
Nu momenteel opnieuw de schijnwerper wordt gericht op Overste Thom Karremans is het interessant te wijzen op Van Uhms overpeizingen hierover. Van Uhm zit in 1985 met collega Hans Leijh en hun gezinnen op de camping – het was zomervakantie – als Srebrenica valt en duizenden moslimmannen worden afgevoerd met de bekende desastreuze gevolgen. Van Uhm en zijn collega praten er uren over:
‘De belangrijkste vraag die Hans en ik onszelf stelden was: zou het anders zijn gelopen als jij of ik daar de baas was geweest? In mijn geval was die vraag niet helemaal uit de lucht gegrepen. Als Thom Karremans om welke reden dan ook niet was gegaan, lag het voor de hand dat óf Ruud Vermeulen óf ik zou worden aangewezen om Dutchbatt-III te leiden. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat het verloop niet veel anders was geweest. (….) Op dat moment zag niemand dat het zou uitlopen op een massamoord. Dat zat niet in het denkraam van de troepen die werkten aan vrede.’
Een heel boeiend boek, maar het zou aanzienlijk leesbaarder zijn geweest als Van Uhms carrière achterin via een jaartallenstaat in beeld was gebracht. Een zo grote diversiteit aan functies en standplaatsen wekt verwarring in de hand, zeker voor iemand als uw recensent die niet thuis is in het leger. Een lijst met rangen van laag tot hoog zou ook heel verduidelijkend hebben gewerkt. En tenslotte zou ik Van Uhms zestig spelregels ook graag gebundeld hebben gezien, want ze gelden eigenlijk voor iedereen. Verder: niets dan lof.
Aan de hand van Peters leven een prachtig inkijkje in de keuken van defensie.