W.H. Weenink – Vrouw achter de troon, Marie Anne Tellegen 1893 – 1976. ISBN 978-90-8953-361-6. 460 pagina’s, € 24,90. Amsterdam: Boom 2014.
Moedige vrouw in een geharnaste mannenwereld.
Weinigen kennen haar naam. Toch was ze een van de dapperste vrouwen van de voorbije eeuw. Dat moet maar eens beschreven worden, was de mening van auteur W.H. (Wim) Weenink). Hij gaf Marie Anne Tellegen eindelijk de biografie die zij verdiende.
Marie Anne Tellegen stamde uit een familie, waarvan de mannen decennia lang ‘dienaren van het vaderland’ waren. Marie Annes vader Jan Willem Tellegen wordt in 1915 burgemeester van Amsterdam. De dienaren van het vaderland waren, zoals in die tijd te verwachten viel, allemaal mannen. Marie Anne doorbreekt die lijn. Ze gaat naar de HBS, volgt daarna een opleiding Latijn, doet colloquium doctum en gaat vervolgens rechten studeren.
Haar vriendschappen, onder meer met de schrijfster Carry van Bruggen, vormen haar. Ook haar liefdesrelatie met Frans Coenen – 28 jaar ouder dan zij – rijpt haar denken en zorgt ervoor dat zij al jong zelfstandig en daadkrachtig is.
Marie Anne voelt zich aangetrokken tot de vrouwenbeweging. Dat is geen wonder. Vrouwenkiesrecht, studerende vrouwen, werkende vrouwen, voor haar was het, mede dankzij haar opvoeding, een kwestie waarover niet gediscussieerd hoefde te worden. Mannen en vrouwen waren gelijk.
Deze houding zorgde ervoor dat Marie Anne Tellegen al jong carrière maakte en voortdurend bleef stijgen op de maatschappelijke ladder. Zij diende als directeur van het Kabinet der Koningin in de periode 1945 – 1959, twee koninginnen: Wilhelmina en Juliana. En haar ‘dienen’ leverde haar bijnamen op, waarvan de onderkoningin van Nederland niet de minste was. Tellegen was niet onderdanig, zij dacht en regeerde méé. Zij stuurde zelfs de regering als zij dat noodzakelijk achtte.
In dit boek staan hiervan verschillende bijzondere voorbeelden, waarvan haar samenwerking (vrienden werden zij nooit) met prins Bernhard ten tijde van de Greet Hofmans-affaire een opmerkelijk staaltje is.
De auteur was redacteur van NRC Handelsblad. Hij studeerde in Leiden en promoveerde op J.W. Beijen, minister van Buitenlandse Zaken van 1952 tot 1956. Tijdens zijn onderzoek naar Beijen, ‘ontmoette’ Weenink Marie Anne Tellegen. Beijen en Tellegen waren bevriend sinds hun Utrechtse studietijd in de jaren tien van de vorige eeuw.
Marie Anne Tellegen was niet alleen feministe, maar ook verzetsvrouw.
Zij had veel vrienden en dwong veel ontzag af. Omschrijvingen van Tellegen: ‘een vrouw met een kaarsrechte rug, een knotje en een superieure glimlach’. Of: ‘een trotse vrouw die door niets en niemand geïmponeerd was’.
Dat zij niettegenstaande al deze strenge beschrijvingen in haar jonge jaren ‘rebels’ werd genoemd, lijkt hiermee in tegenspraak te zijn. Maar wie hierover leest ziet dat de rebelse meid al op jonge leeftijd haar hakken in het zand kon zetten en haar zin wist door te drijven. Geen schatje, deze Marie Anne. Ze zou het woord trouwens fronsend aanhoren.
Deze biografie volgt Tellegen bij iedere belangrijke stap die ze zet in haar werkzame leven. Over haar privéleven komt de lezer, na haar eerste vriendschappen in haar jonge jaren en studietijd, niet zo heel veel te weten. En dat zou mejuffrouw Tellegen deugd doen. Want privé had niets met werk van doen en haar werk ging haar boven alles.
Diepgaand gedocumenteerd: het speurwerk van de wetenschapper Weenink verloochent zich ook hier niet. Binnen in staan ook wat foto’s: ik had er graag meer gezien omdat ze de strenge mejuffrouw opeens zo verzachtten voor mij.
Als Marie Anne Tellegen ouder wordt en de vermoeidheid van jaren haar tol eist, wordt ze opeens de vrouw over wie De Quay in zijn dagboek noteerde dat ze bijna ’te mannelijk en soms welhaast duivels was’, maar toch ook een ‘schepsel gods’. Over deze Marie Anne had ik graag nog wat meer willen weten. Want na haar afscheid mag ze haar vroegere baas (Juliana) nog hartelijke en vriendschappelijk blijven schrijven. Voor mij is het toch te summier wat Weenink hierover schrijft. Ik had wel meer willen lezen over deze vriendschap tussen twee oudere vrouwen die niet langer gehinderd werden door het ambt wat zij bekleedden. Idee voor een volgend boek?
Schitterende biografie uit de zeer recente geschiedenis. Van harte aanbevolen.