Willem Otterspeer – De zanger van de wrok. ISBN 978-90-234-8648-0, 1150 pagina’s, € 39,90. Amsterdam: De Bezige Bij 2015.
Het tweede deel van de uitgebreide biografie van de schrijver Willem Frederik Hermans (1921-1995).
Nadat Willem Otterspeer Hermans in zijn eerste deel van de biografie aanduidde als de mislukkingskustenaar (zie ook https://www.leeskost.nl/?p=2860) geeft hij ook in deel twee een heel somber beeld van de mens Hermans, en dat terwijl het gaat om de glorietijd van WFH als schrijver. Otterspeer noemt hem de beste schrijver van Nederland ooit, maar als mens was hij vervuld van wrok, rancune en ressentiment. De titel De zanger van de wrok ontleent Otterspeer aan de Ilias van Homerus: wrok zij uw zang, o, godin, de moordende wrok van Achilles. Daarmee plaatst hij het begrip wrok wel op een hoger, heldhaftiger niveau dan het woord wraak.
Willem Otterspeer heeft wederom een prachtig stuk werk verricht. Vijf jaar besteedde hij aan de samenstelling van deze biografie. Tijdens een lezing in de Kennemer Boekhandel in Haarlem vertelde hij dat hij vele gesprekken had met Emmy, de volgens hem beeldschone en zeer charmante weduwe van Hermans. Hij bestudeerde de archieven met de vele brieven en dagboeken. De romans las hij vijf keer en de reizen die Hermans maakte, onder ander naar zijn geliefde vulkaan de Vesuvius, reisde Otterspeer na. Kortom een ongelofelijk grondige aanpak.
De opbouw van het werk is als volgt. In het eerste hoofdstuk gaat hij uitvoerig in op het begrip wrok. Hij betrekt daar enkele filosofen bij. Dan volgen chronologisch tien hoofdstukken die handelen over tien perioden in het leven van Hermans. Daar worden ook de in die periodes gepubliceerde werken besproken. Tussen de hoofdstukken staan intermezzi over hobby’s en zaken die de interesse hadden van Hermans: katten, auto‘s, fotografie, schrijfmachines, toneel, Parijs en Multatuli. Vervolgens een hoofdstukje over de houding van Hermans ten opzichte van de wiskunde en de natuurwetenschap. Daarna volgen nog 104 pagina’s met noten, een bibliografie en een personenregister.
In 1952 solliciteerde WFH naar een baan als sociaal geograaf (terwijl hij eigenlijk fysisch geograaf was) aan de universiteit in Groningen. Hij had die baan nodig, omdat hij pas getrouwd was en niet kon leven van zijn schrijverij. Het liefst zou hij alleen maar schrijven, dat was het allerbelangrijkste in zijn leven. Hij kreeg de baan en ook een woning. Zou hij ooit wennen in Groningen, de stad waar gereformeerden in zwarte pakken en vadermoordenaars liepen? Het werk liep aanvankelijk goed. Hij werd zelfs bevorderd en hij begon aan een promotiestudie die hij met succes afrondde. Bij de promotieplechtigheid was Gerard Reve een van de paranimfen.
Toch heeft zich nooit thuis gevoeld in Groningen. In zijn werk kreeg hij veel tegenwerking: hij kreeg geen eigen laboratorium en hij werd slechts lector in plaats van hoogleraar. Tot zijn tevredenheid werd hij wel overgeplaatst naar het geologisch instituut (waar ik me meer thuis voel en met intelligentere mensen te maken heb). Hij had het naar zijn zin te druk, want hij kwam te weinig toe aan schrijven. Zijn werk werd door hem verwaarloosd. De democratisering van de studenten beviel hem ook niet. Zijn colleges bestonden uit het zeer snel voorlezen van zijn uitgetypte tekst. De colleges duurden exact 45 minuten, hij stopte desnoods midden in een zin. Als studenten zijn voorlezen als te snel beoordeelden, vond hij ze dom. Toen de studenten een responscollege eisten (colleges waarbij vragen worden gesteld) weigerde hij. Een rel ontstond. In de Tweede Kamer werden vragen gesteld. Hij werd ten slotte ontslagen. Hij zei er dit over: Tragisch. Ik heb het vak altijd boeiend gevonden, ik ben er toch dertig jaar en langer mee bezig geweest.
Zijn academische carrière komt in een drietal boeken terug. Zijn frustraties over zijn Groningse periode probeerde hij kwijt te raken in Onder professoren, een roman die hij in Parijs schreef en die door de critici matig werd ontvangen. Nooit meer slapen, een roman die geschreven werd naar aanleiding van zin eigen ervaring van een drietal excursies in Noorwegen, werd door velen, ook door Otterspeer als zijn beste roman beschouwd. In Erosie, geen roman, maar een populairwetenschappelijk boek, vertelt hij op een heel toegankelijke manier over de fysische geologie.
Otterspeer geeft een zeer uitvoerige levensbeschrijving, maar daarnaast bespreekt hij ook bijna het gehele werk. Hij laat duidelijk zien in welke context de boeken zijn ontstaan. Behalve een analyse van de inhoud en de thematiek worden we ingelicht over de aanleiding, de besprekingen met de uitgever en correspondentie met vrienden over het boek dat hij aan het schrijven was. Otterspeer geeft zelden zijn eigen oordeel over een werk, maar vertelt wel hoe recensenten en collega’s op het boek reageren. Zo noemde Harry Mulisch heel veel goede kenmerken van de schrijfstijl van Het behouden huis: een ongehoord trefzekere stijl, de onthutsende taal, de dialoog, sfeer en humor. Wel had Mulisch bezwaar tegen het feit dat in deze oorlogsroman de Duitsers als correct worden voorgesteld en de partizanen als communistische moordenaars.
Ik heb altijd gelijk was een boektitel, maar je kunt het ook het levensmotto noemen van Hermans. Het schrijven van polemische geschriften en kritische essays deed hij heel graag. Een bekend onderwerp was de affaire-Weinreb waarbij het ging om de vraag: heeft Weinreb daadwerkelijk joden gered of alleen zichzelf? Dat laatste kon Hermans bewijzen. Hij had dus dit keer echt gelijk. De biograaf stelt dat WFH hiermee zijn zelfkritiek verloor en dat daardoor zijn latere werk van veel mindere kwaliteit was.
Het beeld dat Otterspeer geeft van WFH is dat van een somber en eenzaam man. Wat het laatste betreft krijg je uit het boekje Opdracht van W.F. Hermans van Ivan Sitniakowski een heel ander beeld. Ivan was recensent van De Telegraaf en had een hartelijke verstandhouding met WFH. Otterspeer vermeldt deze journalist enkele malen en noemt hem dan een trouwe bewonderaar, zijn meest loyale recensent. De foto’s in dit boekje laten slechts een breed lachende WFH zien. Dit in tegenstelling tot de omslag van deze biografie: we zien een foto van een onvriendelijke, achterdochtige Willem Frederik Hermans die met zijn rug tegen de muur staat.
Willem Otterspeer heeft een indrukwekkende, degelijke en volledige biografie afgeleverd. Welke mening je ook hebt over Hermans of zijn werk, het werk bevat alle informatie die je maar kunt bedenken.
Ook dit tweede deel is een absolute must voor de Hermansliefhebber.