Alfred Döblin – Berlijn Alexanderplatz. Het verhaal van Franz Biberkopf (Berlin Alexanderplatz. Die Geschichte vom franz Biberkopf) vertaald uit het Duits door Hans Driessen. ISBN978-90-284-2587-3, 531 pagina’s, € 49,95. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2015.
Ex-gevangene Franz Biberkopf probeert in het Berlijn van de twintiger jaren van de vorige eeuw een nette burger te worden.
Voor de tweede keer in korte tijd brengt de Wereldbibliotheek een klassiek meesterwerk uit de Duitse literatuur op de markt. Na Jozef en zijn broeders van Thomas Mann gaat het nu om Berlijn Alexanderplatz, een Duitse grotestadsroman van Alfred Döblin (1878-1957) die vergeleken wordt met Ulysses van James Joyce. In Nederland werd de roman bekend door de film van Rainer Werner Fassbinder. Later werd er door de VPRO een televisieserie van gemaakt waar men voor thuis bleef.
Het bijzondere van deze uitgave is, dat het om een nieuwe vertaling gaat van Hans Driessen. In het nawoord geeft Driessen een toelichting op de vertaling. De roman werd al in 1930 vertaald door Nico Rost. Het ging toen om een zeer vrije vertaling: hij sloeg hele zinnen en zelfs alinea’s over. Driessen deed dat niet, voor hem was de tekst van Döblin heilig. De roman is lastig te vertalen, omdat het veel Berlijns stadsdialect bevat. Rost dacht dit op te lossen door er plat Amsterdams van te maken. Driessen gebruikt wel omgangstaal en platte woorden, maar hij construeert geen nieuw dialect. De roman bevat veel fragmenten in gebonden stijl (gedichten, reclameteksten, spreekwoorden enzovoort). Daarbij werd hij geassisteerd door Martin Michael Driessen (geen familie), die vanwege zijn aanzienlijke bijdrage speciaal wordt bedankt.
De roman speelt in het Berlijn van de jaren twintig, de tijd van het opkomend fascisme. Hoofdpersoon Franz Biberkopf komt uit de gevangenis. Hij heeft een straf van vier jaar uitgezeten, omdat hij zijn vrouw uit jaloezie doodsloeg. De klap kwam harder aan dan hij bedoelde. Biberkopf heeft het stellige voornemen om zijn leven te beteren. Hij heeft echter grote aanpassingsproblemen en kan geen normale baan vinden. Hij houdt zich het meest bezig met het verkopen van kranten, veters, fruit en andere handelswaar meestal in de buurt van Alex, Alexanderplatz. Als hij Reinholt ontmoet belandt hij in de vrouwenhandel en ongewild doet hij ook mee aan een inbraak. Ze worden betrapt en moeten vluchten. Reinholt duwt hem uit de rijdende auto en Franz verliest een arm.
Biberkopf krabbelt weer op en gaat weer verder met werken als pooier en krantenverkoper. Ook komt hij terecht bij de bende van Pum en wordt hun heler. Bij een politierazzia wordt hij opgepakt en schiet hij een agent neer. Hij belandt in een krankzinnigengesticht waar hij een diepe crisis doormaakt en ten slotte wordt vrijgelaten. Het gerecht verklaart hem ontoerekeningsvatbaar. Hij kan weer opnieuw beginnen in Berlijn. Zal het nu wel lukken?
Met Franz Biberkopf komt duidelijk een herkenbaar universeel thema naar voren de: loser.
Een personage dat we ook nu nog om ons heen zien. Wel is hij een figuur die steeds opkrabbelt en het opnieuw probeert. Als hij na zijn armamputatie weer in Berlijn arriveert, zegt de schrijver: Moed heeft die man, dubbele, driebubbele moed. Zijn grootste fout is dat hij steeds de verkeerde mensen vertrouwt. Dit is eigenlijk het thema van het boek. Vervloekt, zo spreekt Jeremia, is hij die op mensen vertrouwt, die steunt op een schepsel en zich afkeert van Jahwe.
Eigenlijk bevat de roman een tweede hoofdpersoon: de stad Berlijn. Bladzijden lang worden allerlei plaatselijke zaken beschreven, zoals woningen met beschrijvingen van alle bewoners, winkels met een verslag wat er verkocht wordt, nieuwsberichten en beursberichten. Van de Alexanderplatz wordt nauwkeurig verteld wat er bouwkundig gebeurt, maar ook wat de mensen doen, bijvoorbeeld politieke demonstraties. Een groot stuk wordt gewijd aan het slachthuis: hoeveel dieren er worden aangevoerd en gedetailleerd wordt een slachtpartij beschreven. Dit alles werkt natuurlijk mee aan het ontstaan van een bepaalde sfeer, er ontstaat een hele wereld waarin je als lezer wordt ondergedompeld.
Buiten de verhaallijn wordt ook vaak verwezen naar Bijbelgedeelten en de Griekse mythologie. Het gaat dan om parallelverhalen. De verhalen komen overeen met het verhaal van Franz. Een mooi voorbeeld is de vergelijking met Job. Job zit na alle verliezen en tegenslagen te treuren op zijn mesthoop. Franz zit in die tijd in een armzalige kamer, die hij nooit verlaat en waar hij alleen maar drinkt.
Al deze uitstapjes naast de verhaallijn maken deze lijvige roman niet zo gemakkelijk leesbaar. Toch word je door de aangename manier van vertellen met veel humor geboeid en meegenomen in de wereld van het Berlijn in de jaren twintig van de vorige eeuw.
Heel bijzondere roman en uniek monument in de wereldliteratuur.