Mark Traa – De mooiste van het land. Opkomst en ondergang van Miss Holland (1929-1937). ISBN 978-90-253-0707-3, 140 pagina’s, € 17,50. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep 2015.
Het verhaal van de vooroorlogse Nederlandse schoonheidskoninginnen.
In 1929 vond de eerste Miss Holland-verkiezing plaats in het Amsterdamse Hotel Américain. Gekozen werd de achttienjarige serveerster Johanna (Jopie) Koopman: Ze droeg een donker jurkje met lange mouwen. Make-up had ze niet op. Jopie werd afgevaardigd naar de Miss Europa-verkiezing in Parijs en later naar de Miss Universe-verkiezing in de Verenigde Staten.
Wie was Jopie Koopman en hoe verging het haar later? Wie waren haar opvolgsters en wat weten we over hen? En onder welke omstandigheden vonden de vooroorlogse Miss Holland-verkiezingen plaats?
Mark Traa (1968) is redacteur van het maandblad Quest en auteur van enkele boeken. Voor dit boekje werkte hij een groot aantal binnen- en buitenlandse kranten en tijdschriften door, raadpleegde hij sociologische en historische studies en consulteerde hij enkele nazaten van de vooroorlogse schoonheidskoninginnen.
Het boekje straalt vooroorlogse Nederlandse kneuterigheid uit. Niet alleen blijkt dat uit de fel afwijzende houding van de kranten, of ze nu protestant, katholiek, socialistisch of communistisch waren. Ze keerden zich niet zowel tegen de organisatie als tegen de missen (die bijvoorbeeld door het socialistische Het Volk vergeleken werden met varkens en prostituees) en hun ouders, die goedvonden dat ze meededen.
Ook de organisatie van de wedstrijden zelf was bij lange na niet professioneel. Meer dan heen en weer paraderen voor de vorsende ogen van de juryleden hoefden de meisjes niet te doen. Geen toespraken, geen ondervragingen: de hele missverkiezing voltrok zich zonder dat de kandidaten ook maar één woord van betekenis uitbrachten. Daarmee was de schoonheidswedstrijd precies wat de critici hadden verwacht: een kille keuring van menselijk vlees.
Desalniettemin vond het initiatief plaatselijk navolging. Het Noord-Hollandse dorp Oosterleek kreeg een Miss Oosterleek. En in Haarlem werd naast een schoonheidskoningin een ‘monsterkoning’ gekozen. Dat werd een man die verkleed was als neger, compleet met ringen door zijn neus. Toppunt van wansmaak!
Volgens de auteur was het gebrek aan ambitie van de Nederlandse missen helemaal in overeenstemming met hun uiterlijke verschijning. Daarmee hadden ze geen onuitwisbare indruk achtergelaten bij de verkiezingen in het buitenland. Pas in 1957 zou Corine Rottschäfer verkozen worden tot Miss Europa en in 1959 zelfs tot Miss World.
Nederland was voor de Tweede Wereldoorlog te kneuterig om open te staan voor veel glamour en vrouwelijk schoon.
Prachtig inkijkje in een destijds weinig geapprecieerde ‘tak van sport’.
Dit boek is tevens op woensdag 6 mei 2015 besproken in het programma Puur Cultuur van MeerRadio. Het geluidsbestand staat hieronder.