Alyson Richman – De celliste van Portofino. Vertaald uit het Engels (The Garden of Letters) door Stina de Graaf. ISBN 978-94-0160-352-2, 414 pagina’s, € 18,95. Amsterdam: Xander 2015.
Over heldendom, liefde en muziek.
In oktober 1943 stapt de jonge celliste Elodie met valse papieren op de naam van ‘Anna’ van boord van een vluchtschip in de Italiaanse kustplaats Portofino. Op dat moment vraagt een Duitser haar snauwend om haar paspoort. En tezelfdertijd roept een onbekende man: ‘Nicht! Nicht! Kom gauw. Ik wacht al dagen op je!’ Hij wringt zich naar voren en omhelst haar. Verbouwereerd laat de Duitser haar met rust. Elodie gaat met de man mee. Hij vertelt haar dat hij om de paar maanden iemand komt redden en meeneemt naar huis. Hij kiest altijd degene die er het bangst uit ziet.
Vanaf dat moment maken we kennis met het leven van Elodie vóór die tijd en met het leven van de onbekende man, Angelo.
Elodie, een begaafd studente cello aan het conservatorium wordt via een medestudente aanvankelijk tegen wil en dank het verzet ingetrokken. Ze is vanwege haar uitzonderlijk sterke visueel geheugen van grote waarde voor het verzet, want zij hoeft nooit dingen op papier te zeten. Wat haar is verteld en getoond onthoudt ze en kan ze doorgeven.
Haar redder Angelo heeft acht jaar eerder als arts dienst gedaan in Ethiopië. Kort daarvoor was hij met Dalia, de liefde van zijn leven, getrouwd. Vlak voor zijn vertrek vertelt zij Angelo dat zij zwanger is. Tijdens zijn verblijf in Ethiopië bevalt zij van een dood kind en bloedt dood. Angelo is sinds die tijd in de rouw.
Alyson Richman (1972) woont met haar gezin in New York. Zij debuteerde in 2001 en heeft inmiddels vijf romans geschreven die allemaal de Tweede Wereldoorlog als thema hebben. Haar boeken verschijnen in 15 landen.
Elodie ontmoet in het verzet een jonge boekhandelaar, Luca. Zij gaat van hem houden. Maar als de verzetsgroep wordt verraden en de meeste leden door de Duitsers worden doodgeschoten, blijft Elodie eenzaam achter. Wonend bij Angelo ontdekt ze dat ze zwanger is: een souvenir van Luca.
Richman schrijft in romantische bewoordingen. Ieder gezicht, ieder kledingstuk, elk landschap en muziekstuk wordt uitvoerig beschreven. Soms is dat even wat veel van het goede, wordt het wat dweperig, maar het duurt niet lang tot de harde werkelijkheid van oorlog en verzet zich weer aandient. De schrijfster heeft een poëtische pen, dat is zeker.
Dit is geen verzonnen verhaal, onthult Richman achterin het boek. Ze hoorde een soortgelijk verhaal over de vader van een vriend: ook die was door zo’n onbekende man gered in de oorlog. Naar aanleiding daarvan heeft ze dit boek kunnen schrijven.
Andere aspecten van dit boek zijn eveneens ‘waar gebeurd’, maar ook hier met een rafelrandje eigen inbreng. De diverse leden van de verzetsgroep waarin Elodie opereerde hebben echt bestaan: het zijn partizanen uit het verzet rond de stad Verona. Richman ontmoette zelfs één overlevende partizaan, de 90-jarige professor Vittore Bocchetta die haar veel uit die tijd vertelde.
Daarmee is dit weliswaar een verhaal vol romantiek, liefde en strijdbaarheid, maar toch vooral het portret van een groep jonge dappere twintigers die tegen de bezetters vochten met inzet van eigen leven.
Ontroerend en aangrijpend.