Isabel Allende – De Japanse minnaar. Vertaald uit het Spaans (El amante japonés) door Henk van den Heuvel. ISBN 978-90-284-2621-4, 319 pagina’s, € 19,95. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2015.
Isabel Allende over liefde, haat, geschiedenis en geheimen.
Als de 10-jarige joodse Alma in 1939 door haar ouders vanuit Warschau naar familie in de Verenigde Staten wordt gestuurd, staat de wereld op de drempel van een oorlog en van het gruwelijke nazisme dat miljoenen slachtoffers eist. Alma’s ouders komen de oorlog niet door. Het meisje wordt geadopteerd door haar oom en tante. In hun gezin raakt zij bevriend met neef Nathaniël en de van origine Japanse Ishimei.
Ishimei is Alma’s grote liefde, maar verstrikt in conventies en in de vooroordelen die in de VS heersen tegenover Japanners, trouwt ze toch met haar neef.
We zien Alma terug in het bejaardenhuis, waar ze tegenover Irina, haar jonge helpster en vluchteling uit Roemenië, haar verleden uit de doeken doet. Ze is dan inmiddels al 30 jaar weduwe. Maar waarom vertrekt Alma van tijd tot tijd naar een geheimzinnige afspraak? Haar kleinzoon Seth en Irina, op wie hij een oogje heeft, besluiten het geheim te ontrafelen, dat voor de lezer al duidelijk is door de titel van het boek: Alma heeft een Japanse minnaar.
Isabel Allende (1942) wordt wel ‘de koningin van de schrijvers’ genoemd. Zij kreeg al in 1982 met haar debuut Het huis met de geesten internationale faam. Sinds die tijd schreef zij 60 boeken die stuk voor stuk bestsellers werden.
Omdat Allende zelf vluchteling is, leeft zij zich erg in in de situatie van mensen die huis en haard moeten verlaten. Dat thema keert in veel van haar boeken terug. Zij vertelt waar gebeurde geschiedenis, beleefd door haar hoofdpersonen. Dat is ook in dit boek het geval.
Zo heb ik nooit geweten dat de uit Japan geboortige Amerikaanse staatsburgers na de aanval op Pearl Harbor en de oorlogsverklaring van de VS aan Japan, via razzia’s en arrestaties werden opgepakt. De Aziëhaat was enorm. De Japanners, hoe lang ze al in de VS woonden maakte niet uit, moesten hun huizen uit, werden op transport gesteld en geïnterneerd in strenge concentratiekampen. Ook de familie van Alma’s vriend Ishimei ondergaat dit lot. Geschiedenis en drama grijpen zo in elkaar.
Alma vertelt veel. Maar niet alles. Zo laat zij niets los over haar ontmoetingen met haar Japanse minnaar. Inderdaad: Ishimei. Dat wil zij ook niet. ‘Het mooie van een minnaar is dat de relatie nooit verstoord wordt door huiselijke problemen. Voor een verborgen relatie moet je knokken. Die blijft altijd broos’, vindt de minnares vastbesloten.
Alma heeft geheimen. Ishimei heeft geheimen. Maar ook Irina torst een verschrikkelijk en loodzwaar geheim. En al is zij nog zo op Seth gesteld, zij kan geen leven met hem opbouwen zo lang dat op haar drukt.
Al met al is dit boek een ‘echte ouderwetse Allende’, het ene verhaal – want de hoofdstukken vertellen allemaal korte verhaaltjes en rijgen zo als kralen een grote geschiedenis aan elkaar – is loodzwaar van leed, het andere juichend van vreugde.
Allende heeft niet voor niets de lezerswereld aan haar voeten liggen. Haar boeken sleuren je als lezer mee en als je de laatste pagina hebt omgeslagen ben je teleurgesteld dat er niet meer op je wacht.
Verrukkelijke, meeslepende roman om met volle teugen van te genieten.