Mark Schaevers – Oostende, de zomer van 1936. ISBN 978-90-450-2912-2, 141 pagina’s, € 17,99. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact 2015.
Duitse schrijvers, gevlucht voor de nazi’s, ontmoeten elkaar in Oostende.
Het oprukkende nazisme maakt het voor verschillende Duitse schrijvers onmogelijk langer in hun land te blijven. Hun werk wordt van overheidswege verboden: de tendens is antinazistisch en beroemd als ze zijn zouden ze het ‘Arische volk’ verkeerd kunnen beïnvloeden.
Er zit niets anders op dan te vertrekken. En min of meer toevallig (België is een prettig land waar men goedkoop kan leven én het ligt dicht bij Parijs) strijken verschillende schrijvers neer in de badplaats Oostende.
Ondanks dat ze de intentie hebben in hun ballingsoord vlijtig verder te schrijven, verzinken ze er in lethargie. Ze komen bij elkaar, praten eindeloos en zijn continu op jacht naar geld. Want op de rijke Stefan Zweig na, zijn ze allemaal platzak. Hun boeken worden niet meer verkocht. En ze moeten toch ergens van leven. De inner circle van schrijvers bestaat uit de toenmalig beroemde Irmgard Keun, Egon Erwin Kisch, Joseph Roth en Stefan Zweig, uitgever Walter Landauer en communist Arthur Koestler. Buiten die kring figureren critici, journalisten, toneelspelers en hun partners. Ze zitten daar, ze drinken, ze filosoferen en eigenlijk gaan de feiten van de wereld volkomen langs hen heen.
Mark Schaevers (1956) is journalist voor het weekblad Humo. Hij schreef een boek over Hugo Claus en een over de schilder Felix Nussbaum. Dit boek kwam al uit in 2001, het is een herziene versie.
Voornoemde schrijvers worden de ‘schrijvers van het Interbellum’ genoemd. Wijst die benaming nog op creatieve productiviteit, in Oostende lijden ze en bloc aan een levens-interbellum. Ze schrijven bedelbrieven, gaan bij rijke mensen uit logeren, en leven uit hun koffer in staat van grote rusteloosheid.
De auteur heeft zich voor zijn boek over Nussbaum (een schilderij van hem siert de kaft) intensief verdiept in deze tijd en dat is goed te merken. Deze novelle is voorzien van een flink aantal portretten van de schrijvers, en foto’s van de steden en de hotels waar zij logeerden, zodat de lezer de tijd van het leven van weleer binnenstapt.
Verwacht, ondanks het tijdsbeeld, geen politieke reconstructie. Dit is een sfeervolle beschrijving van een groep opgejaagde artiesten in geldnood. De oorlog staat op de drempel. Maar dat weet alleen de lezer. Die wetenschap maakt het lezen tot een aangrijpende reconstructie. Want wie overleeft de oorlog waarvoor hij in Oostende nog op de vlucht is?
Wie van de genoemde Duitse schrijvers houdt, zal deze novelle met dubbele aandacht lezen.
Fascinerend en ontroerend.