Johan Vandenbroucke – Jeroen Brouwers. Het verhaal van een oevre. ISBN 978-90-450-2880-4, 381 pagina’s, € 24,99. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact 2015.
Biografische schets van het leven en werk van Jeroen Brouwers.
In 2005 verscheen van de hand van Johan Vandenbroucke (1961), schrijver, literair journalist en boekhandelaar, het Schrijversprentenboek over Jeroen Brouwers. Ter gelegenheid van de vijfenzeventigste verjaardag van Brouwers is hiervan een geactualiseerde uitgave verschenen, waarin de teksten tot 2015 zijn verwerkt. Zo vinden we ook een bespreking van Brouwers’ laatste roman Het hout (zie https://www.leeskost.nl/?p=4075).
Jeroen Brouwers wordt vaak de meest autobiografische schrijver van Nederland genoemd. Zelf zegt hij daar tegenstijdige dingen over, bijvoorbeeld: alleen mijn sterven zal ik niet hebben beschreven. Alles in mijn leven vormt materie voor de literatuur. Alles is bruikbaar. Zijn belangrijkste doel van het schrijven is om sporen na te laten: een literaire nalatenschap. Tegelijkertijd zegt hij dat we de autobiografie niet te letterlijk moeten nemen. Hij maakt geen feitelijke reconstructie van zijn levensloop, het gaat hem om het maken van literatuur. Hij streeft wel naar geloofwaardigheid bij wat hij schrijft, maar of de lezer vervolgens gelooft wat er staat, interesseert me geen zak.
Vandenbroucke houdt zich in deze autobiografische schets strikt aan de chronologie, de negen hoofdstukken worden zelfs met jaartallen aangegeven. Alle citaten uit vooral brieven en interviews zijn nauwkeurig van noten voorzien. Er is een bibliografie en een personenregister. Heel aantrekkelijk zijn de vele illustraties.
Het levensverhaal van Brouwers is grillig en chaotisch. Misschien niet zo verwonderlijk met een start in het jappenkamp en daarna nog eens een langdurig verblijf in katholieke internaten. Hij verandert voortdurend van werkgever, woonplaats, minnares, echtgenote, uitgever, het is haast niet bij te houden.
In zijn houding ten opzichte van andere schrijvers is Brouwers ook grillig. Als jongeman had hij een grote bewondering voor Mulisch. Later kon hij zeer kritisch zijn. Berucht is zijn pamfletbrief over Dirk Ayelt Kooiman: overschat auteur, een per fietspomp tot paradijsvogel opgeblazen mus. Overschatting, leugens, verlakkerij, gelul, bedrog, het Amsterdams Peil. Zijn Vlaamse collega’s moesten het ook ontgelden: vanwege hun slechte Nederlands moesten hun boeken soms geheel herschreven worden.
Brouwers’ schrijverscarrière kende een moeizame start. Al heen jong begon hij te schrijven, maar de uitgevers zagen niets in zijn schrijfsels. Hij werkte bij tijdschriftuitgevers en bij de uitgeverij Manteau in Brussel. Pas toen hij met zijn toenmalige echtgenote Josefine in Exel ging wonen werd hij fulltime schrijver.
Als schrijver was hij zeer serieus, daarover zei hij: wat ik maak is vuurwerk, kunstig goochelaarswerk wat de techniek betreft. Het is de mensen frapperen met brilliance, vingervlugheid, mooiheid, Bengaals vuur. Dat is de aard van mijn prozamakerij, het moet zo schitterend mogelijk.
Veel aandacht besteedt VandenBroucke aan de ontstaansgeschiedenis van de boeken. Heel uitvoerig wordt het schrijfproces besproken van De zondvloed. Hoe het manuscript vorderde is te volgen in brieven, dagboekfragmenten en interviews. Een voorbeeld van een dagboekfragment: Ik moet nu klaarblijkelijk De zondvloed schrijven. Iedere dag een kwart of half schriftblaadje, dat mij een uur of vijf kost, waarna ik volledig ben uitgeput. Dit zwoegen aan deze roman duurde acht jaar. Over het resultaat was Brouwers wel tevreden: De Zondvloed benadert voor mij het meest mijn idee van een meesterwerk.
Kennen de meesten Brouwers vooral om zijn elf romans, zelf beschouwt hij zichzelf als een essayist. Hij schreef tientallen essays. Sommige waren heel scherp. Berucht is Sisyphus’ bakens (2009) een hilarisch vloekschrift waarin bij uitlegt waarom hij de Prijs der Nederlandse Letteren weigerde.
Johan Vandenbroucke stelde een zeer volledig en objectieve biografie samen over leven en werk van Jeroen Brouwers. Hij laat de feiten geheel voor zichzelf spreken. Dat is heel aangenaam. Het boek is niet alleen prettig te lezen, maar door de vele illustraties ook fijn om door te bladeren en de foto’s met onderschriften te bekijken. Als naslagwerk is het iets minder geschikt. Als je iets meer wilt weten van een bepaald boek of essay moet je op jaartal zoeken. Er is geen zaakregister en bij de bibliografie ontbreken de bladzijdeaanduidingen. Voor liefhebbers van Jeroen Brouwers een onmisbaar boek.
Mooi uitgegeven en zeer uitvoerige biografie van het enfant terrible van de Nederlandse literatuur.