Jannie Regnerus – Het lam. ISBN 978-90-254-3640-7, 141 pagina’s, € 19,95. Amsterdam / Antwerpen: Atlas Contact 2013.
Wat ervaart een moeder als haar zoontje nierkanker blijkt te hebben?
Als de zesjarige Joris ineens bloed plast, volgt eerst een fase van ontkenning, maar als de ziekenhuisspecialisten een keiharde diagnose stellen, moet Clarissa de harde waarheid aanvaarden. Dan volgt een lange behandelperiode: operatie en chemokuren. Intensief leeft ze met haar zoontje mee. We zijn getuige van een vreselijk lijden van Joris: hevige pijn en later het verschrikkelijke braken. De roman vertelt vooral over de waarnemingen en emoties van Clarissa. Joris lijkt heel dapper.
Naast de verhaallijn van de ziektegeschiedenis wordt veel ruimte gemaakt voor de gedachtewereld van Clarissa. Het zijn vooral observaties die een grote rol spelen: vanuit haar huis, tijdens het fietsen naar het ziekenhuis of naar het strand. Haar observaties associeert ze vaak met haar gevoelens: ze ervaart geen schoonheid meer, alles is kleurloos geworden.
Clarissa voert een eenzame strijd. Ogenschijnlijk blijft ze rustig ook in een gesprek met de directrice van Joris’ school. Zij heeft het al over de begrafenis van Joris. Bij een eerdere begrafenis van een leerling lieten de klasgenoten witte ballonnen op. Clarissa antwoordt: U vergist zich verschrikkelijk, dit keer gaat er niemand dood. Ze kan haar rust bewaren, omdat ze zich afreageert door elke dag naar het strand te jakkeren, het liefst met hevige tegenwind.
Opvallend is de rol van de religie. De Bijbel wordt enkele malen genoemd. Ook is er sprake van twee religieuze rituelen. Als Joris genezen is vindt er een soort doop plaats. Joris is met zijn moeder bij een sloot om zijn kikkervisjes terug te gooien. Met de vingertoppen parelt ze een paar druppels op Joris’ voorhoofd. Een ander ritueel vindt plaats als ze samen in de Gentse St. Baaf het schilderij van het Lam Gods gaan bezoeken. Bij dit schilderij vieren zij het lichaam van Christus met een romige bonbon, een soort avondmaal.
Hoewel het Lam op een altaar staat en geofferd zal worden, benadrukt de schrijfster dat het hier om een levend lam gaat en dat het lam uit de dood zal verrijzen. Dit in tegenstelling tot het dode lam aan het begin van het boek. Het boek begint met de dood en eindigt met het leven: een mooie compositie.
Samenhangend met de religie is waarschijnlijk ook de hang naar zuiverheid. Op diverse plekken komt dit voor. Clarissa houdt van de ongerepte natuur. Ze laat Joris ook kennismaken met de natuur en ze wil hem beschermen voor onzuiverheid: zijn lichaam is een tempel van zuiverheid. Hij krijgt biologisch geteelde groenten. Het lijkt wel of de chemokuren voor Clarissa het ergst zijn, want hij wordt vergiftigd. Ze wil Joris ook op andere terreinen rein houden. Zo ergert ze zich aan de pornografisch aandoende reclames in bushokjes. Ook de vervuiling van de stad ergert haar, ze verlangt dan naar het natuurlijke en schone platteland.
Jannie Regnerus (1971) is beeldend kunstenaar en schrijfster. Ze schreef enkele reisverhalen en de roman De ent. Het offer is voor een groot deel een autobiografische roman. Vijf jaar voor het schrijven van het boek heeft de auteur deze ziektegeschiedenis met haar zoontje meegemaakt. Na vijf jaar had ze behoefte om te vertellen hoe ze samen met haar zoontje zich door de nachtmerrie van de noodzakelijke behandelingen knokt.
Het is een reflecterende, bespiegelende roman geworden in plaats van puur een verslag van de ziekte. Het boek bestaat uit korte hoofdstukjes die allemaal een treffende kern hebben. De opbouw is zorgvuldig en goed doordacht.
De taal is vrij compact, soms poëtisch. De beeldspraak is vaak heel fraai en origineel. De tekst bevat veel symboliek. Deze roman moet met aandacht gelezen worden, want de lezer heeft te maken met echte literatuur.
Indrukwekkende en goed invoelbare roman.