Eric Lichtblau – Nazi’s in Amerika. Hoe Amerika een thuishaven bood aan Hitlers mannen. Vertaald door uit het Engels (The Nazis Next Door) door Jevgenia Lodewijks. ISBN 978-90-290-9073-5, € 27,99. Amsterdam: Meulenhoff 2015.
Waarom de VS tijdens en na de Tweede Wereldoorlog samenwerken met duizenden nazi’s en wat er moest gebeuren voordat dit openbaar werd.
In de internationale politiek geldt vaak dat de vijand van je vijand je vriend is. De Britten lieten dat bijvoorbeeld zien, toen zij na 9/11 gewoon bleven samenwerken met leden van de radicale Islam*. Zolang er maar voordeel is te halen, is kennelijk alles geoorloofd.
Op welk voordeel waren de Amerikanen uit, toen zij al tijdens de Tweede Wereldoorlog een deal sloten met talloze nazi’s? De VS wilden in de eerste plaats voorkomen dat geavanceerde kennis van Duitse wetenschappers in handen van de Sovjet Unie zou vallen. Tegelijkertijd wilden ze gebruik maken van die kennis en zo de eigen wereldmacht vergroten. Het bekendste voorbeeld is de wetenschapper Wernher von Braun, die in de VS met open armen werd ontvangen en de leiding kreeg over het ontwikkelen van de atoombom.
Von Braun was echter niet de enige nazi die in de VS een veilige thuishaven vond en ook niet een van de weinigen. Tijdens Operation Paperclip werden onder toeziend oog van het Pentagon, de CIA en andere diensten honderden Duitse wetenschappers binnengehaald. Daarnaast vonden nog eens duizenden andere oorlogsmisdadigers emplooi bij de Amerikaanse geheime diensten. Na de oorlog bespioneerden zij in Oost en West-Europa het zogenaamde ‘rode gevaar’. Velen van hen konden later alsnog ongehinderd naar de VS verhuizen.
In schril contrast met het leven van de oorlogsmisdadigers stond het leven van de overlevenden in de concentratiekampen. Zij zaten vaak nog maanden of zelfs nog jaren in de oude kampen vast en de meesten van hen werd de toegang tot de VS geweigerd. Daarnaast waren de omstandigheden in de bevrijde kampen erbarmelijk. Onderzoeker Harrison, die aan president Truman moest rapporteren over hoe het er met de overlevenden voorstond, schreef erover: ‘Zoals het er nu uitziet, behandelen we de Joden op dezelfde manier als de Nazi’s deden, met dit verschil dat we hen niet uitroeien’.
Wie verder leest in dit fascinerende boek van onderzoeksjournalist Lichtblau (1965), ontdekt dat het niet alleen de Amerikaanse geheime diensten waren die ervoor zorgden dat veel oorlogsmisdadigers een goed heenkomen vonden, maar dat dit ook mogelijk werd gemaakt door instanties als het Vaticaan en het Rode Kruis.
Naast het feit dat veel ex-nazi’s hun straf konden ontlopen, gaat een groot deel van het boek over zowel degenen die achter de ex-nazi’s aan jaagden, als over hoe de oorlogsmisdadigers trachtten te voorkomen dat zij werden ontmaskerd en uitgezet. Naar nu blijkt kregen de moordenaars hierbij hulp van hun voormalige werkgevers (CIA, FBI). Zij werden met andere woorden jarenlang uit de wind gehouden.
Hoe dat in zijn werk ging, dat beschrijft Lichtblau (1965) tot in detail, bijvoorbeeld aan de hand van de zaak Soobzokov. Lichtblau begint er het boek mee en weeft de hele zaak door de rest van het boek heen.
Het boek, dat vlot wegleest, niet alleen gedegen en afwisselend, maar ook spannend en onthullend. Onthullend, omdat Lichtblau recent vrijgekomen documenten gebruikt en nieuwe zaken aan het licht brengt. Dan blijkt dat dat het allemaal nog veel erger was dan eerst werd gedacht. Vandaar ook dat de Amerikaanse overheid pas in 2010 – dus pas 65 jaar na dato – eindelijk toegaf dat de VS een toevluchtsoord was voor vele duizenden oorlogsmisdadigers uit het Derde Rijk.
Informatief boek, waarbij tijdens het lezen je oren af en toe staan te klapperen.
*Zie Secret affairs van Mark Curtis, 2010.