Rosita Steenbeek – Rose. Een familie in oorlogstijd. ISBN 978-90-498-0378-0, 351 pagina’s, € 21,99. Amsterdam: Ambo Anthos 2015
Fascinerend levensverhaal van Rose Lehmkuhl, grootmoeder van Rosita Steenbeek.
Auteur en acteur Rosita Steenbeek (1959) debuteerde in 1994 met De laatste vrouw. Veel van haar boeken spelen zich in Italië af, een land dat ze op haar duimpje kent. Ze woont sinds 1985 in Rome.
In dit boek volgen we de oma van Rosita Steenbeek, die geboren werd in 1905 als dochter van een Joodse moeder en een niet-Joodse vader. Het verhaal begint in 1920 in Duitsland. De bevolking likt de wonden van de Eerste Wereldoorlog. Bij vele jonge mannen heerst een grote teleurstelling over de verloren oorlog, er heerst werkloosheid. Opkomst van de bruinhemden en Jodenhaat. Rose leert een Nederlandse dominee kennen. In 1931 trouwt ze met hem in en gaat in Nederland wonen. Ze blijft wel in contact met haar joodse familie in Duitsland. Als de oorlog uitbreekt is ze getuige van het bombardement in Rotterdam. Haar moeder komt naar Nederland. Uitgebreid wordt verteld over het domineesgezin tijdens de oorlog. Na de oorlog komen de berichten over omgekomen familieleden van Rose.
In deze roman komen vele thema’s voor die betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog. Het interessante is dat het verteld wordt vanuit verschillende perspectieven. Van dichtbij maken we mee wat het voor een Joodse familie betekende om te leven in een land waarin Jodenhaat ontstaat met alle gevolgen van dien. We zien ook dat het voor Duitse vrouwen niet meeviel in Nederland tijdens de oorlog. Van gehate Jodin in Duitsland ineens gehate moffin in Nederland. We zien ook dat het voor hoofdpersoon Rose moeilijk was als Nederlandse met een Duitse afkomst: schaamte bij het bombardement van Rotterdam, maar ook verdriet om het bombarderen van haar geliefde geboortestad Keulen.
Het boek bevat zeer boeiende personages. Het is bijzonder om te beseffen dat het niet gaat om bedachte romanfiguren, maar personages die zo veel mogelijk berusten op familieleden van de schrijfster. Haar informatie kreeg ze van gesprekken met haar grootmoeder en haar moeder. Ook het dagboek van haar grootvader verschafte veel informatie.
Hoofdpersoon is Rose Lehmkuhl. Zij is een energieke, spontane en intelligente vrouw. Ze schakelt soepel over van de Joodse naar de christelijke godsdienst. Ze koestert een oprechte liefde voor haar man, de predikant Gerhard. Ze doet actief mee in de kerk. In de oorlog is ze dapper en vindingrijk. De Duitsers die in hun huis komen weet ze bepaald niet onderdanig naar haar hand te zetten. Ze vecht voor haar Joodse moeder Gretchen. Ze haalt haar naar Nederland en verzorgt haar in haar eigen huis. Contacten bij het verzet zorgen voor valse papieren.
Dominee Gerhard Hugenholtz is de andere zeer aansprekende hoofdpersoon. Hij is een vlotte, bepaald niet wereldvreemde predikant. Hij danst met Rose en voetbalt met zijn catechisanten. Tijdens de oorlog is hij zowel in de kerkdienst als er buiten een grote steun voor de mensen. Hij verspreidt het illegale blad Trouw en en zorgt voor onderduikadressen. Hij is een zeer liefdevol echtgenoot en vader, zeer vroom, maar zeker niet star, bekrompen of kwezelig. Hij is een ware volger van Jezus Christus. Zijn vrouw Rose vindt hem wel wat naïef. Hij loopt tegen de lamp en wordt gearresteerd.
Hartverwarmend en ontroerend is de liefde van Rose en Gerhard. Bijna te mooi om waar te zijn. Van de zeer romantische eerste ontmoeting tot en met het ontroerende weerzien als Gerhard uit de gevangenis komt. Het klinkt wat zoetig, maar het is de verdienste van de schrijfster dat het nooit sentimenteel wordt.
Rose komt uit een grote Joodse familie. Dit is voor de lezer een probleem, want het aantal namen van de personages is onuitputtelijk en daarom vrij verwarrend. Gelukkig heeft de schrijfster achter in het boek een verhelderend schema geplaatst met een overzicht van de familie. We maken mee hoe het zo’n Joodse familie verging: sommigen verlieten Duitsland, anderen bleven. Ontluisterend is het als na de bevrijding de brieven binnenkomen van de omgekomen familieleden. Van de gezellige familie die de Joodse feesten vierde en de vakanties doorbracht op het schiereiland Wangeroog zijn maar weinigen over.
Ontroerend en authentiek verhaal.