Fik Meijer –Jezus en de vijfde evangelist. ISBN 978-90-253-0037-1, 351 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Atheneum – Polak & Van Gennep 2015.
Een visie over Jezus vanuit het werk van de Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus.
Fik Meijer (1942) is emeritus-hoogleraar Oude Geschiedenis. Hij schreef talrijke boeken over de tijd van de Romeinen. Hij vertaalde met een collega het werk van de Joods-Romeinse historicus Flavius Josephus (35-100). Succesvol was hij met het boek over Paulus, een heel vlot geschreven en toegankelijk boek. In dat werk plaatst hij Paulus in de context van de Grieks-Romeinse wereld. Hetzelfde heeft hij geprobeerd met het boek over Jezus. Naast de evangeliën die weinig zeggen over de wereld waarin Jezus leefde, raadpleegde Fik Meijer hoofdzakelijk de werken van Flavius Josephus. Het is goed van te voren vast te stellen dat we bij Meijer te maken hebben met een historicus en niet met een theoloog. Hij wil uitzoeken wie de historische Jezus was.
Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel vertelt over het leven van Flavius Josephus en over de wereld waarin hij leefde. Flavius Josephus werd in Jeruzalem geboren. Hij was een geleerde en behoorde bij de Farizeeën. Als militair vocht hij mee in de Joodse opstand tegen de Romeinen, maar nadat hij door de Romeinen gevangen was genomen, sloot hij zich bij hen aan. In Rome schreef hij over de Joodse oorlog.
Naast de levensbeschrijving van Flavius Josephus bevat het eerste deel een uitvoerige schets van de wereld waarin Jezus leefde. De bevolking leed onder de Romeinse bezetting en koning Herodus bekommerde zich alleen om zijn paleizen, terwijl het volk in armoede leefde. Op religieus gebied heerste grote verdeeldheid tussen Farizeeërs, Sadduceeën, Essenen en Zeloten. Volgens Meijer waren er talrijke messiassen en profeten en Jezus was zeker niet de belangrijkste. Josephus vermeldt hem niet in zijn De Joodse Oorlog. Wel schrijft hij over Johannes de Doper, een vreedzaam profeet die de mensen wijze lessen gaf. Flavius Josephus vermeldde Jezus wel in zijn latere werk De Oude Geschiedenis van de Joden. In dit werk staat een getuigenis over Jezus: het Testimonium Flavianum. Daarmee is Josephus de enige objectieve geschiedschrijver die melding maakt van de persoon Jezus.
In het tweede deel gaat het over het leven van Jezus. De belangrijkste bronnen om het leven van Jezus te bestuderen zijn de evangeliën. Zij zijn echter niet geschikt als historische bron. De evangelisten verkondigen de boodschap van het naderende koninkrijk van God, maar ze schrijven geen geschiedenis. Meijer volgt de evangeliën wel, maar brengt de personen en gebeurtenissen steeds in verband met de door Josephus beschreven context en ook raadpleegt hij andere bronnen.
Als Maria van Magdala wordt besproken laat Meijer zien dat zij in de evangeliën gezien werd als een onberispelijke vrouw, maar elders wordt verteld dat Maria een liefdesrelatie had met Jezus. Meijer gelooft daar niets van. Wat betreft Pilatus kiest Meijer duidelijk voor Josephus. Deze beschrijft Pilatus als een brute magistraat die hard ingrijpt tegen protesterende volksmenigten. In de evangeliën geeft hij toe aan de menigte door Barabbas vrij te laten. Daar is hij een crimineel, volgens Meijer was hij een vrijheidsstrijder. Het volk koos liever iemand die het tegen de Romeinen had opgenomen dan een man die geweldloosheid predikte.
Ten aanzien van door Jezus verrichte wonderen, de opstanding uit de dood en de verschijningen van Jezus geeft Meijer duidelijk aan dat dit geen feitelijke gebeurtenissen kunnen zijn. Nergens zijn bewijzen voor. De evangelieschrijvers voegden dit soort verhalen toe voor de mensen die de verrezen Christus vereerden. Evangeliën zijn eigenlijk getuigenissen van de boodschap van Jezus en geen geschiedschrijving. Over de opstanding heeft Meijer een krasse uitspraak: Zijn volgelingen waren zich bewust dat als ze niet iets speciaals bedachten, zijn beweging met de dood snel uit elkaar zou vallen. Hun grote voorman was per slot van rekening een onterende dood gestorven. Over het ontstaan van het christendom komt Meijer helemaal terug op wat hij al in Paulus heeft gezegd. Zonder Paulus die de verrezen Heer predikte en ook de parousia, de verwachting van de terugkeer van Jezus op aarde, zou het christendom niet zijn ontstaan.
Heeft Fik Meijer met dit boek zijn doelstellingen gehaald? Hij is er zeker in geslaagd in het eerste deel de Joodse maatschappij voor, tijdens en na de dood van Jezus te beschrijven. Dit is een verhelderend gedeelte. Anders ligt het met beschrijven van de historische Jezus. Meijer acht de korte getuigenis van Josephus al genoeg om het bestaan van de historische Jezus bewezen te achten. Heel opmerkelijk nu in onze tijd enkele predikanten Jezus slechts als een mythische figuur beschouwen.
Van de Messias Jezus blijft niet zo veel over. Dat Jezus slechts één van de vele Messiassen en profeten was is wel een erg boude uitspraak. Het aantal volgelingen van Jezus was al groot en werd mede door Paulus nog talrijker. Het feit dat miljoenen zijn leer en evangelie al enkele eeuwen volgen wijst toch wel op een heel krachtige boodschap. Meijer volgt de evangeliën, maar heeft voortdurend aannames en veronderstellingen hoe het anders geweest zou kunnen zijn. Dat werkt verwarrend, en is zeker niet verhelderend. Veel van wat hij zegt is daarom tamelijk zinloos.
De ondertitel De vijfde evangelist is volkomen misplaatst. Het geringe aantal regels dat Flavius Josephus wijdt aan Jezus is volstrekt onvoldoende om hem een evangelist te noemen.
Meijers nieuwe boek is zeker interessant. Het geeft veel informatie. Zijn stijl is heel vlot, daarom leest het bijzonder prettig. Het is ook een heel degelijk werk: hij gebruikt veel verschillende bronnen en het bevat een goed notenapparaat. Opmerkelijk is het overzicht van de geraadpleegde Bijbelteksten: hij heeft de Bijbel uitvoerig geraadpleegd. Heel fraai is het middenkatern met gekleurde afbeeldingen van momenten uit het leven van Jezus.
Boeiend boek over Jezus voor geïnteresseerden in oude geschiedenis, niet voor orthodoxe christenen.