Hugo Borst – Ma. ISBN 978-90-488-2670-4, 208 pagina’s, € 17,50. Amsterdam: Lebowski 2015.
Ontroerende columns over dementerende moeder.
Joke Borst kreeg van de dokter te horen dat zij aan de ziekte van Alzheimer leed. Dat kwam niet als een verrassing. Niet alleen hadden zij, haar man Henk en de naaste familie ontdekt dat ‘Ma’ steeds meer dingen ging vergeten, Maar Ma’s vier oudere zussen en haar broer waren ook dement geworden. ‘Als dat mijn lot maar niet wordt’, had ze indertijd gezegd. Maar dat werd het wel.
Langzaam maar zeker levert Ma in: ze vergeet de kattenbak te verschonen, de kat drinken te geven, hoe de televisie werkt en ze belt dagelijks haar zoon om te vragen welke knop zij moet gebruiken. Ze kan niet meer lezen, ze vergeet dat ze pillen moet innemen, dat ze moet drinken en ze heeft geen trek meer in eten…. Ma wordt mager, dreigt uit te drogen, wordt ongelukkig, eenzaam. En al komt er dagelijks iemand langs: haar zoons, schoondochters of kleinkinderen, Ma vergeet dat zij geweest zijn zodra ze de deur achter hen sluit. En zodra ze weer alleen zit wordt ze bang.
Hugo Borst (1962) is schrijver, columnist, redacteur en voetbalcriticus. In eerdere columns kwamen zijn familieleden ook wel aan bod, evenals zijn dementerende tantes en oom.
Na vaders dood sprak hij wel eens met zijn moeder over de mogelijkheid dat zij dement zou worden en dat hij dan ook over haar zou schrijven. Dat vond ze goed, vertelt Borst. Maar: ‘ze hoopte wel dat hij niet genadeloos voor haar zou zijn.’ Dat is Borst niet. Hij schrijft met genade, vol liefde. Dat is zijn norm.
Ma wordt bijna dagelijks slechter. Het moment breekt aan dat zij naar een verpleegtehuis moet gaan. Een moeilijk moment. Ma – en haar zoons – moet afscheid nemen van het huis waar zij 37 jaar gewoond heeft, waarvan 30 jaar met haar man Henk. Enerzijds ziet Ma dat zij het leven alleen niet langer volhoudt, anderzijds vindt ze het vreselijk te moeten verhuizen. ‘Eigenlijk hoopt ze’, zegt ze, dat ‘haar hart ermee ophoudt op een nacht’. Een hartenwens, maar die wordt niet vervuld.
Zoon Hugo schrijft met ragfijne pen over Ma’s leven. Hij verhaalt over vreugde en verdriet, over angst, incontinentie, viezigheid, medebewoners, verpleeghulpen, lachen en huilen. In welke situatie hij Ma ook beschrijft, de liefde druipt eraf. Toch is Hugo Borst geen heilige mantelzorger. Af en toe vraagt hij zich af waaróm hij nog gaat, wat Ma nog heeft aan zijn bezoekjes, of hij niet eens een dag zal overslaan…. Maar als hij dan toch gaat, binnenkomt en wordt beloond met een stralende glimlach, is zijn dag weer goed.
Lezers van zijn column vroegen hem wel hoe zijn moeder het zou hebben gevonden dat zij, de dame van grandeur, vaak letterlijk zó in haar hemd werd gezet? Hugo Borst geeft een antwoord dat iedereen die met dementerenden omgaat zal ontroeren: ‘Door over haar te schrijven, bestaat ma nog: ze is niet afgeschreven, ook al is zij een afgeleide van de moeder van wie ik heel mijn leven hou. Ik heb het gevoel dat ik haar met deze stukjes trouw blijf.’
Prachtige, hartverscheurend herkenbare verzameling schetsen. Ontroerend, schitterend geschreven.