Margriet van der Linden – De liefde niet. ISBN 978-90-214-5520-4, 391 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Querido 2015.
Autobiografische roman om jeugdwoede kwijt te raken.
M groeit op in het dorp Nieuw-Lekkerland. Ze komt uit een streng orthodox gezin waarin dominee en vader bepalen hoe het leven geleefd moet worden. En dat is streng, benepen, met de hand op de Bijbel, het oog gericht op de Heer.
Voor een jong kind is dat nog normaal. Wordt een kind ouder, gaat het nadenken over God, gebod en seksualiteit, dan is zo’n gezin niet te harden. M stelt vragen en krijgt geen antwoorden omdat haar vragen impertinent zijn. Als ze ziet hoeveel vrijer leeftijdgenoten opgroeien, groeit de boosheid. En als ze langzaam maar zeker tot de ontdekking komt dat zij nooit verliefd zal worden op jongens terwijl ze van meisjes wel dat heel speciale gevoel in haar lijf krijgt, slaat de verwarring toe. Is er iets mis met haar? Op de (gereformeerde) ‘refoschool’ is de sfeer bekrompen: er is geen kans dat zij daar antwoord op haar talloze vragen krijgt. M is eenzaam. Ze snakt ernaar haar eigen leven te kunnen gaan leiden.
Margriet van der Linden (1970) heeft een indrukwekkend cv in de journalistiek opgebouwd. Ze was onder meer hoofdredacteur van Blvd en Opzij. In oktober 2013 zegde zij haar baan op om deze autobiografische roman te gaan schrijven: ‘Ik moest het meisje dat ik was, opzoeken en bevrijden. Niet als therapie. Beslist niet.’
Maar of het boek nu een roman of een autobiografie is, Margriet noemt haar hoofdpersoon kortweg M, haar familie duidt ze op koele wijze aan als ‘de vader, moeder, de oudere broer’. De hartelijkheid springt er niet uit. Ze heeft dan ook ‘met thuis gebroken’, wat de uitdrukking ‘thuis’ voor een zelfstandig levende, gehuwde 45-jarige vrouw merkwaardig maakt. Hoezo ‘thuis’?
M gaat na het eindexamen studeren aan de Evangelische School voor Journalistiek in Amersfoort: een vergaarplaats voor gelovige protestanten van diverse orthodoxe scheuringen en richtingen. Dat het studentenleven daar anders is dan in echte studentensteden moge duidelijk zijn. Met de drank in de hand en in een kamer die blauw staat van de rook wordt de Bijbel druk bediscussieerd. Uit die discussies komt ook het bekende citaat uit 1 Korintiërs 13 waaraan de titel van het boek is ontleend: ‘Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak (….) maar had de liefde niet….’. Het moge duidelijk zijn: de liefde gaat boven alles.
De lezer volgt M als zij haar eerste aarzelende schreden op het pad van de lesbische liefde zet. Zij is nog jong, maar zeker van haar zaak. Het wordt tijd haar strenggelovige ouders het nieuws te vertellen dat hen, zo realiseert ze zich met enig mededogen, zeker teleurstellen zal. In de aanloop tot dat gesprek neemt de auteur afscheid van haar lezers.
Tijd voor een tweede deel? Zeker, vindt ze zelf. En zij is ook al bezig met deel 3. Margriet van der Linden kortom, solliciteert naar een plaats als evenknie van J.J.Voskuil of Hans Warren die voor het verhaal van zijn leven 23 boeken nodig had.
Eerst maar eens afwachten hoe dit boek valt. Het is een boeiend, maar soms wel erg wijdlopig verhaal. Niet ieder huiselijk detail is het vermelden waard. En de details uit persoonlijke dagboeken zijn voor de schrijver soms van groter belang dan voor de lezer van de cahiers.
Desondanks: een moedige confrontatie tussen M en Margriet van der Linden.
Zeker het lezen waard.