Annejet van der Zijl – De Amerikaanse prinses. ISBN978-90-214-0073-0, 278 pagina’s, € 22,50. Amsterdam: Querido 2015.
Biografie van een vrouw met zeven levens.
Het is 1955. Als de doodzieke Allene Tew in haar Blauwe Kamer uitkijkt over de Middellandse Zee ligt naast haar een stapeltje vergeelde foto’s. Die foto’s getuigen van haar ver voorbije schoonheid, van haar leven als moeder van drie kinderen en van haar rol als echtgenote van vijf mannen. Slechts van één man heeft ze veel gehouden. Het is een leven als een sprookje met goede en kwade kanten. Want Allene, geboren als enig kind van een vrij arme stalhouder in het Amerika uit de pioniersjaren, mocht geboren zijn zonder fortuin, ze beschikte wel over een ander belangrijk kapitaal en dat was haar schoonheid. Die schoonheid en de overtuiging dat ze alles kon worden wat ze wenste, brachten haar eerst tot een huwelijk met een jonge miljonair en van daaruit ‘hogerop’: tot ze een prins trouwde en door hem een ‘Amerikaanse prinses’ werd. In 1938 werd zij de peetmoeder van de latere koningin Beatrix, met een knipoog naar ‘prins Bernilo’.
Allene Tew had geen gemakkelijk leven. Wie denkt dat geld gelukkig maakt, kan uit haar leven leren dat geld maar betrekkelijk is. Haar eerste man was een groot gokker, haar tweede evenmin wars van een flinke inzet op de renbaan. Geld verdween als sneeuw voor de zon. Maar Allene had niet alleen schoonheid als kapitaal in bezit, ze had ook het talent van weinig geld veel te maken. Ze wenste voor haar zoon en dochter uit het eerste huwelijk – één dochtertje stierf heel jong – een goede opleiding en een goed leven. Als ze door haar tweede huwelijk een stapje hoger komt in de echelons van de society hebben haar kinderen daar profijt van. Als ook het tweede huwelijk strandt, wordt Allene zelf zakenvrouw. Het gaat haar uitstekend af.
Annejet van der Zijl (1962) wordt wel de koningin van de biografie genoemd. Sinds ze in 1998 debuteerde, schreef ze Anna over Annie Schmidt en Sonny Boy, elk goed voor meer dan een half miljoen verkoop en allebei verfilmd. Ook haar biografieën van prins Bernhard en Gerard Heineken waren spraakmakend.
Van der Zijl wilde met dit boek drie verschillende boeken schrijven. Het levensverhaal van Allene Tew, spannend als een avonturenroman, een kleine geschiedenis van Amerika en een ‘zeer persoonlijk klein onderzoek hóe met verlies om te gaan, en daarbij te laten zien dat zelfbeheersing en discipline niet gek zijn in het leven’, aldus de auteur in haar verantwoording.
Allene Tew was de eerste ‘Amerikaanse prinses’, na haar volgde Grace Kelly, die in 1956 door haar huwelijk met prins Rainier van Monaco ook deze titel verwierf. Allenes motto was: Courage all the time (altijd moed houden). Die spreuk bracht ze levenslang in praktijk. Ze werd een ware expert in hoe haar verlies te nemen.
Tew leefde zeven levens. Eén als kind op de stalhouderij van haar vader, vijf als echtgenote van wel zeer verschillende mannen en één als eenzame oude vrouw in haar schuilhuis aan de Middellandse Zee. Daar zou zij op 83-jarige leeftijd sterven, in stijl. Want doodziek als ze was, liet zij wekelijks haar handen en voeten verzorgen, dronk roze champagne, hield de kranten en de beurskoersen bij: ze bleef tot het einde van haar leven de elegante ‘prinses’.
Ik heb dit boek ademloos uitgelezen. Van der Zijl schittert ook nu weer op eenzame hoogte en maakt haar eretitel volledig waar. Wie zo over mensen en over geschiedenis kan schrijven brengt de doden compleet tot leven.
Een indrukwekkend, geweldig boek!