Tomas Ross – Van de doden niets dan goeds. ISBN 978-90-234-9663-2, 330 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: Cargo 2015.
Thriller die zich afspeelt in het Scheveningen en Den Haag van vlak na de oorlog.
Tomas Ross (1944) schreef dit keer een thriller die in het verleden speelt. Heel vaak gaan zijn boeken, die veel feiten bevatten, over recente gebeurtenissen. Dit keer schreef hij een spannende en onthullende thriller die zich afspeelt aan het eind van 1945.
De hoofdpersoon is Arnie Springer. Hij is een indo: Javaanse moeder, Nederlandse vader. Arnie is zo juist teruggekeerd uit Nederlands Indië waar hij in een jappenkamp de vreselijkste dingen heeft meegemaakt. Voor de oorlog was hij jazzmuzikant en geheimagent. In een vissersboot vluchtte hij in mei 1940 naar Engeland, waar hij via zijn chef Baron Verschuer, de chef van de geheime dienst in contact kwam met Prins Bernhard, Gerbrandy en koningin Wilhelmina.
In de proloog staat een gesprek dat gaat over een schoolschrift met een zwart kaft waarin de namen staan van verschillende collaborateurs die nog altijd vrij rondlopen en vaak hoge posities bekleden. Het belangrijkste verhaal in de roman is de zoektocht naar dit cahier, dat het laatst in het bezit was van Kitty Springer, de zus van Arnie. Zij was ‘fout’ in de oorlog en verloofd met Hans Jürgen Schleier, een Rijksduitser.
Als Arnie in Den Haag arriveert en zich vestigt in zijn ouderlijk huis blijkt dit half gesloopt: de kozijnen, sponningen, deurposten, drempels, trapleuningen en het meeste meubilair zijn als brandhout gebruikt. Meteen begint een lange reeks ontmoetingen met allerlei mensen die hem om heel verschillende redenen nodig hebben. De roman gaat van ontmoeting naar ontmoeting, waarbij de hoofdpersoon zelden zelf het initiatief heeft.
De eerste persoon die Springer benadert is de Baron. Hij ontmoet hem in de jazzclub van Max waar Arnie zelf klarinet speelde. De Baron legt uit hoe de situatie in Scheveningen in november 1945 is: Prijsschieten, jochie. Chicago aan de zee. Waarom? Wraak. Jaloezie. Geld. Angst. Smeerlappen die bang zijn verraden te worden. Of dat in opdracht laten doen. Communisten, oud-SS’ers, zwarthandelaren, verzetscollaborateurs, penoze die foute politici liquideren als ze betalen.
Het verhaal van Arnie ontwikkelt zich verder en laat zich onmogelijk navertellen: te veel personen, te veel groepen met ieder hun eigen belangen. De grote boeven zijn Hans Jürgen en Kitty. Zij hebben van een communistische knokploeg (kp) een zeer kostbaar schilderij gestolen. De kp probeert het terug te krijgen. Hans Jürgen wordt vermoord en Arnie is daar getuige van. Mirjam Leibovitz, een joodse vluchtelinge uit Polen, weet dat de Nederlander Pieter Menten als SS’er meegewerkt heeft aan de deportatie van honderden Poolse joden. Ze vraagt Arnie hem op te sporen en te vermoorden. Dan is er nog de groep Landsknechten, waarin enkele Indische vrienden van Arnie zitten. Deze groep wil streven naar een onafhankelijk Indonesië en werkt samen met Soekarno. Arnie wordt bij al deze kwesties betrokken.
Tomas Ross slaagt er bijzonder goed in het Scheveningen en Den Haag van die tijd af te schilderen. Dat doet hij door gedetailleerde beschrijvingen van de gedeeltelijk vernielde stad, maar ook door het bespreken van de verschillende groepen. Opvallend is de aandacht voor de communisten en de tegenstand die zij kregen van kringen rond prins Bernhard. Heel fel uit de schrijver zich ook over de katholieken. Zij hebben er volgens hem voor gezorgd dat vele geloofsgenoten met een kwalijk oorlogsverleden vrijuit gingen. Over hen uit hij zich zeer hatelijk. De rooms-katholieke minister van Justitie, Kolfschoten noem hij Lulletje Wijwater. Hij dekte zijn paapse vriendjes die fout waren geweest. Bijzonder kritisch is Ross over de B.S., later N.B.S., de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij noemt hen: Nog Beroerdere Schoften. Eén van de voorbeelden van de wreedheden betreft Zeeuwse Henny. Ze is niet blond maar draagt een pruik omdat de BS d’r kop heeft kaalgeschoren en daarna ingesmeerd met spiritus en in de hens gestoken.
Hoewel de roman een nogal gecompliceerde structuur heeft, is er wel een mooi begin en eind. Het boek begint met de chantagekwestie rondom de belastende documenten en eindigt daar ook mee. De vereiste som geld wordt overgedragen en het is heel verrassend wie de betrokken partijen zijn in deze kwestie.
Tomas Ross heeft duidelijk zijn huiswerk goed gedaan, want als hij bijvoorbeeld spreekt over auto’s dan noemt hij exact merk en type. Bijvoorbeeld een DKW F8-700. Voor dit merk heeft hij trouwens weinig waardering: DKW, Dat Kreng Weigert. De schrijver doet dat ook met wapens. Hans Jürgen wordt vermoord met een Duitse 98K bajonet.
Ondanks het grote aantal personages en het ontbreken van een centrale verhaallijn is dit vaak een boeiend en zeker een interessant boek. Het is geschreven in een vlotte stijl. Af en toe is de beeldspraak wat gezocht. Een vrouw is erg geschrokken en bleek. Ze zag net zo wit als Maria Magdalena toen ze Jezus bij diens lege graf had gezien.
Eerder een historische roman dan een thriller.