Merijn de Boer – ’t Jagthuys. ISBN 978-90-214-0028-0, 237 pagina’s, € 18,99. Amsterdam: Querido 2016.
Sekswerk loopt uit op liefdesrelatie.
Te zeggen dat Neeltje Bruinworst eigenaardig is, zou een understatement zijn. De ooit zo mooie vrouw woont met haar 35-jarige zoon op landgoed ‘t Jagthuys en daar houdt ze de jongen gevangen. Ze wil hem nooit van haar leven kwijt. En daarom laat ze het kind vanaf zijn geboorte nooit van het landgoed af en geeft hem niet de kans andere mensen te ontmoeten, tenzij dat echt niet anders kan. Hij krijgt thuis les. Het kind, Binnert, is bovenmatig intelligent, leest en studeert en luistert naar klassieke muziek. Maar hij is sociaal niet geneigd tot enig avontuur. Hij laat zich moeders zorgen gewillig aanleunen: hij weet dan ook niet beter. Het leven buiten zou gevaarlijk zijn, hij houdt van een rustig bestaan.
Maar als zoonlief ouder wordt, als zijn hormonen gaan opspelen en masturbatie – daarin heeft moeder hem onderwezen – niet voldoende meer lijkt te zijn, besluit moeder Neeltje dat Binnert seksueel volwassen moet worden. Ze huurt een prostituee in, een speciale dame die zich heeft gespecialiseerd in seksuele zorgverlening aan gehandicapten en probleemgevallen. Die vrouw, Vera, moet hem ‘ontknapen’ en Binnert daarna voortaan tweemaal per week komen ‘helpen’.
Merijn de Boer (1982) is redacteur en schrijver. Voor zijn debuut, de verhalenbundel Nestvlieders, ontving hij de Van der Hoogtprijs 2012.
Als Vera ‘cliënt Binnert’ leert kennen, weet ze niet wat haar overkomt. Ze wordt stapelverliefd op die man met de ‘geest van een professor en het lichaam van een bouwvakker’. En ze neemt zich voor dat ze Binnert van het Jagthuys af zal krijgen: ze moet en ze zal hem krijgen. Daarvoor zal ze hem moeten onttrekken aan de greep van zijn machtige moeder, de vrouw van wie deze kindman zo kinderlijk veel houdt.
Binnerts moeder heeft een relatie met haar zoon die je zeker incestueus zou kunnen noemen. Ze houdt hem klein en behandelt hem zo. Ze helpt hem als hij in bad gaat, bemoedert hem: ‘doe wel je petje op Binnert’, spreekt hem regelmatig toe als een kind en constateert ‘met pretogen’ na een stoeipartijtje: ‘de schat had een erectie maar hij had het zelf niet door’. De dag vóór Vera voor ’t eerst zal komen bereidt ze Binnert voor, ‘bij wijze van misleidende prelude op het jeugdige lichaam van Vera. ‘Ze had zich uitgekleed en met een passer haar binnenste aan hem getoond en uitgelegd waar het kietelde – maar daar lag wat haar betreft dan ook echt de grens.’
Deze griezelige situaties bezorgden mij, als lezer, kippenvel. Merijn de Boer beschrijft ze beeldend, spookachtig bijna. Heel knap zoals hij ingehouden moeders hysterische liefde beschrijft.
Vera gaat van Binnert houden en Binnert houdt van haar. Maar de zoon zit als een insect verstrikt in het liefdesweb van twee vrouwen. Als Vera Binnert eindelijk zover heeft dat hij meegaat naar Amsterdam wordt dat bezoek geen succes. En dan? Dat moet u zelf maar lezen en dat raad ik u ook zeker aan.
Een knap, mooi, betoverend, griezelig, romantisch en op zijn tijd ook heel huiveringwekkend boek. We gaan van deze jonge schrijver zeker nog veel horen.
Boek van een echte verhalenverteller.