Marijke Kolk – Waterkind. Een verhaal over liefde, verlies en verlangen. ISBN 978-90-8234-582-7, 134 pagina’s, € 17,50. Zoelen: Uitgeverij Blooming – 2015.
Een kind willen is nog geen kind krijgen.
Als Marijke na intensieve chatcontacten de man van haar leven ontmoet besluiten ze samen verder te gaan. Hij is gescheiden, heeft een dochter die zich snel aan Marijke hecht. Maar al is ‘zorgmoeder’ zijn nog zo plezierig, Marijke droomt al van jongs af aan over een ‘eigen’ kind. Van echtgenoot Bas hoeft het niet zo: hij is immers al vader van Sanne? Maar hij begrijpt Marijkes wens en gaat mee in haar verlangens. Maar als de zwangerschap uitblijft, wordt het feestje een probleem.
Marijke en Bas gaan het ziekenhuistraject in. Er volgen onderzoeken, eenvoudige onderzoeken, die later uitmonden in steeds ingewikkelder en onaangenamer behandelingen. Want de deskundigen begrijpen niet waarom de zwangerschap uitblijft. Marijke mag nog zo geporteerd zijn van zwanger worden op de ‘natuurlijke manier’, naarmate ze verder de weg afloopt naar die ene, zozeer gewenste baby, verlegt ze haar grenzen steeds verder. Eens, denkt ze, eens zal het lukken.
Marijke Kolk (1971) is freelance journaliste voor vrouwenbladen. Ze was (adjunct)hoofdredacteur bij onder meer Flair en Yes. Tegenwoordig werkt ze ook als docent op de School voor Journalistiek in Utrecht.
Het is geen toeval dat de Marijke uit Waterkind dezelfde naam draagt als de auteur. Marijke Kolk beschrijft in dit boek het verslag van haar jarenlange ‘zoektocht’ naar een kind. Daarnaast confronteert ze de lezer met de boodschap die zij zelf continu van ‘de wereld’ ontving: je wordt geacht een kind te krijgen. Als je geen kinderen hebt, heb je niet alleen het gevoel dat je daarvoor verantwoording moet afleggen, maar ondervind je ook weinig begrip. ‘Ongewenste kinderloosheid’ is moeilijk. Daar staan te weinig mensen bij stil.
Is dit daarmee een klaagboek? Een typisch vrouwenboek ook? Nee, geen van beide. Want Marijke Kolk schrijft weliswaar over haar eigen ervaringen, maar ze houdt niet alleen de moed erin, maar verliest ook haar gevoel voor humor niet. Dit is geen klaagboek, maar een verslag van eigen ervaringen: heel iets anders. En het is ook geen vrouwenboek. Want zwangerschap is hier de wens van een koppel. Zodat vrouw én man – in het geval van Marijke en Bas – een miskraam (na acht jaar behandeling) als gezamenlijk leed ervaren.
Als de droom over en uit is moet het accepteren beginnen. Het leren leven met de wetenschap dat het gezin voortaan bestaat uit een echtpaar en een zorgkind. Dat zij leven in een huis met een babykamer die nooit zal worden gebruikt. Dat kost tijd. Dat kost tranen. Dat kost langzaam ‘anders gaan leven’. En misschien, besluit Marijke, reizen zij samen nog eens naar Japan. Want daar is een rouwpark voor kinderen die nooit het daglicht hebben gezien. ‘Waterkinderen’ heten die daar. Daar zal ze een bloem gaan planten voor de baby die het daglicht nooit zag. De baby van haar en van Bas.
Voor lezers die met onvruchtbaarheid moeten leven of die willen weten wat dat betekent voor mensen van wie zij houden.
Een ontroerend boek.