John Boyne – De jongen op de berg. Vertaald uit het Engels (The Boy at the Top of the Mountain) door Bert Meelker. ISBN 978-90-225-7553-6, 252 pagina’s, € 18,99. Amsterdam: Boekerij 2015.
Frans weesjongetje wordt grootgebracht in het buitenhuis van Hitler. Pierrot moet Pieter worden.
Parijs, 1935. Pierrots Duitse vader lijdt aan een oorlogstrauma en maakt een eind aan zijn leven. Zijn Franse moeder overlijdt in datzelfde jaar aan tuberculose. De 7-jarige jongen moet afscheid nemen van zijn beste vriend, de doofstomme joodse Anshel en hij gaat naar een weeshuis. Tot zijn grote verbazing ontvangt de leiding al snel een brief van de onbekende zuster van zijn vader, tante Beatrix. Zij zal de zorg voor Pierrot op zich nemen. Beatrix blijkt huishoudster te zijn in Berchtesgaden op Berghof, Hitlers buitenhuis, het adelaarsnest hoog in de bergen.
Pierrot is tweetalig opgevoed. Maar dat maakt hem geen ‘stoere Duitse jongen’. Hij is zijn ouders kwijt, zijn vriend, zijn hond en zijn land en hij moet nu ook nog zijn naam inleveren en voortaan ‘Pieter’ heten. Hij oefent met tante en de chauffeur hoe hij zich moet gedragen als ‘meneer’ komt. Als het zover is, is het hele huis in rep en roer. Maar zodra de grote auto voorrijdt, herkent Pieter de man aan zijn merkwaardige snor. Hij spring rechtop, hij strekt zijn arm en hij roept luid: Heil Hitler! De besnorde man knikt hem vriendelijk toe, de kleine Pieter valt in zijn smaak.
John Boyne (1971) gaat met dit boek opnieuw terug naar de tijd rond de Tweede Wereldoorlog. De Ierse schrijver werd in 2006 wereldberoemd met De jongen in de gestreepte pyjama, het verhaal van een naïef jongetje dat bevriend raakt met een kind uit het concentratiekamp waarvan zijn vader de baas is. Daarvan werden miljoenen exemplaren verkocht, het boek werd in 42 talen vertaald en verfilmd.
In dit boek verandert een al even onschuldige jongen door hersenspoeling in een arrogante kleine nazi, trots op zijn uniform, altijd in de weer met Hitlers hond Blondi en dol op Hitler: ‘Hij doet me denken aan papa. Zoals hij over Duitsland praat. Over de toekomst en het verleden. Zo trots als hij is op zijn volk. Zo praatte papa ook altijd.’ Tante Beatrix, die samen met chauffeur Ernst de leider doorziet, haat en tegenacties voorbereidt, is niet gelukkig met deze metamorfose. Ze had gedacht er goed aan te doen deze weesjongen op te nemen. Maar hij is dusdanig ‘verduitst’ en Hitlers vazal geworden dat het haar zorgen baart.
Wij, als lezer, weten hoe de Tweede Wereldoorlog afliep: in een overwinning voor de geallieerden, in een dramatisch verlies voor de Duitsers.
Pierrot/Pieter, inmiddels 16 jaar, ziet voor zijn ogen het drama gebeuren. Hij staat nog langs de zijlijn, te jong om deel te nemen. Maar hij is voorgoed getekend, zoals ook in zijn jeugd zijn vader. Hij zal op zoek moeten gaan naar het kind wat hij was, om opnieuw te kunnen gaan leven.
Een bijzonder, een adembenemend boek. Hoewel er in de aanvang even wat overeenkomsten zijn met De jongen in de gestreepte pyjama, ontwikkelt het verhaal zich compleet anders. De jongen om wie het allemaal draait is minder onbevangen, maar even indrukwekkend.
Dit is een boek voor volwassenen. Maar door de soepele verteltrant lijkt het mij ook bijzonder geschikt voor 15-plussers.
Een verhaal als dit blijft hangen!