Elvis Peeters – Jacht. ISBN 978-90-5759-751-0, 197 pagina’s, € 17,50, Amsterdam: Podium 2015.
Roman over de overeenkomst tussen mens en dier.
Een paard, met in zijn kielzog een vos, sjokt naar de stad. Hij is op zoek naar werk en vindt dat in de steengroeve: een hard bestaan. De vos komt bij soortgenoten terecht die de stad samen ondermijnen. Een ongeoefend jager wordt de prooi van zijn eigen jachtpartij. En een rottweiler, opgevoed als een beschaafd mens, wordt verliefd op een eenzame vrouw maar het hond-zijn blijft aan hem kleven.
Ziedaar in kort bestek de basis van vier verhalen die, ondanks hun ogenschijnlijke vervreemding, niet met en niet zonder elkaar kunnen. Want de verhalen hebben wel allemaal iets gemeen. Ze gaan over dieren die over denkvermogen beschikken en over mensen die dierlijke trekjes hebben, zoals veel van hun soortgenoten. Waar neemt instinct de plaats van beschaving in? Waar verliezen wij onszelf? In Jacht zien we dat het slechts één kleine stap kost om in dat andere land terecht te komen, dat land waarvan wij altijd denken dat het de mensen vreemd is.
Elvis Peeters is de schuilnaam van de musicus en zanger Jos Verlooy (1955). Hij begon in 1990 ook met schrijven. Sinds 1998 schreven hij en zijn vrouw Nicole van Bael als Belgische ‘Nicci French’ een aantal duo-romans.
In de steengroeve zal menselijk personeel worden ontslagen, omdat dierlijk personeel veel goedkoper is. Het is aan Karla aan te geven welke mannen moeten verdwijnen. Tot haar grote ellende behoort haar overbuurman Erik daarbij. Het leed krijgt daardoor een gezicht, dat had zij niet gewild. Erik is de onfortuinlijke jager uit het andere verhaal. Karla de eenzame, ongelukkige vrouw op wie de rottweiler zo verliefd wordt.
In een gesprek met het Belgische blad HUMO geeft Elvis Peeters toe dat de verleiding groot is het boek als allegorie te zien. De dieren zouden buitenlanders zijn, migranten en vluchtelingen op zoek naar een beter leven. Maar de auteur wijst dit af. Jacht moet op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. De huidige vluchtelingenstroom maakt het boek misschien onbedoeld actueel. Maar overal is nood. En in nood gaan rollen schuiven. In nood ook is de kans het grootst dat de normvervaging ontstaat die de beschaving aan kan tasten.
Al in een van Peeters eerdere boeken – Wij – was sprake van een fysieke relatie tussen mens en dier. Dat heeft de auteur veel woedende reacties van lezers opgeleverd. Die reacties hebben het duo er niet van weerhouden opnieuw mens en dier wel zéér innig te verbinden als Karla en de menselijk opgevoede rottweiler een liefdesrelatie krijgen. De rottweiler is teder voor de vrouw, neemt rozen voor haar mee, ze drinken samen wat op een terrasje en de hond kan zijn ogen – én zijn overgevoelige neus – niet van Karla afhouden. Voor Karla, die snakt naar liefde, komt de liefdesdaad als een hoogtepunt. Schitterend beschreven.
Gruwelijk? Ja. Smerig? Ja. Maar niet in Jacht. In dit boek is de ongebruikelijke copulatie een liefdevolle bevrijding en zo wordt die ook beschreven. Dit geluk roept alleen vertedering op.
Toch zullen heel wat lezers zich hiervan walgend afwenden. ‘Vooral uit Nederland zullen er weer veel zéér boze mails komen’, verwacht Peeters ‘wij denken omdat daar een dierenpartij is, of zo.’
Lees en oordeel. Wat ons betreft is dit een schitterende beschavingsroman, waarin de dieren de mens – zoals ook Orwell doet – een spiegel voorhouden. In de spiegel kijken kan pijn doen, maar kan ook tot verrassingen leiden.
Een buitengewoon boek.