Thomas Rosenboom – Publieke werken. ISBN 978-90-214-5914-1, 488 pagina’s, € 12,50. Amsterdam: Querido 2016, negenendertigste druk.
Historische roman spelend in de tijd dat het Victoriahotel in Amsterdam werd gebouwd.
Naar aanleiding van de verfilming van het meesterwerk van Thomas Rozenboom (1956) heeft de uitgever een speciale filmeditie uitgebracht (de ongewijzigde roman met een nieuwe cover) en staat de roman weer volop in de belangstelling. Het boek verscheen in 1999 en werd bekroond met de Libris Literatuur Prijs. Op de omslag zien we afbeeldingen uit de film: de foto’s van de hoofdrolspelers Gijs Scholten van Aschat, Jacob Derwig en Rifka Lodeizen.
De roman heeft twee verhaallijnen die over heel verschillende gebieden gaan. In het Amsterdamse verhaal gaat het om de vioolbouwer Walter Vedder wiens huis moet wijken voor de bouw van het Victoriahotel. Tegelijkertijd verrijst aan de overkant het Centraal Station. Het andere verhaal speelt in en bij het Drentse Hoogeveen. Daar vinden we de andere hoofdpersoon Christof Anijs, eigenaar van de apotheek De Twaalf Apostelen. Het verhaal bespreekt ook de leefomstandigheden van de bij Hoogeveen wonende turfstekers. De verbinding tussen de beide verhalen is de familierelatie van Christof en Walter, het zijn neven. Ze bezoeken elkaar en samen zorgen ze voor de emigratie van de turfstekers naar Amerika. De oneven hoofdstukken spelen in Drenthe, de even hoofdstukken in Amsterdam.
In de proloog wordt verteld over heimelijke verhuizing van een groep turfstekers. Ze gaan ’s nachts naar een gebied waar nog volop veen is. Ze mogen er gratis gaan wonen als ze in diezelfde nacht een nieuwe plaggenhut bouwen, waar ze ’s ochtends vuur en rook in de schoorteen moeten hebben. Het gelukt hen. Centraal staat de familie Bennemin, een familie van joodse afkomst. De nachtelijke verhuizing is hun eerste ‘uittocht’, de tweede vindt plaats als ze naar Amerika gaan, het beloofde land.
De apotheker Anijs in Hoogeveen krijgt een concurrent die ook nog eens universitair geschoold is. Hij heeft er grote moeite mee. Anijs is een sociaal bewogen man. Hij bekommert zich om de turfstekers en treedt bij hen soms op als arts, omdat de echte arts niets te maken wil hebben met deze armoedige arbeiders. Anijs gaat flink in de fout als hij een operatie verricht om een bevalling mogelijk te maken. De baby word dood geboren en stiekem begraven. Dit wordt bekend en hij moet voor de rechter komen. De heer Bennemin heeft een viool en wil die verkopen. Anijs schrijft zijn neef met de vraag of hij interesse heeft. Deze besluit naar Hoogeveen te gaan voor een taxatie. Zo worden de beide verhalen met elkaar verbonden.
Vioolbouwer Vedder krijgt te horen dat zijn huis gesloopt moet worden om plaats te maken voor een nieuw hotel. Hij vindt het bod te laag en vraagt het dubbele: vijftigduizend gulden. Hij denkt dat ze op den duur op zijn vraagprijs in zullen gaan omdat ze de grond nodig hebben. Zijn buurman sluit zich bij hem aan. Vedder gaat naar zijn neef voor de viool en biedt honderd gulden. Later gelukt het om de viool aan zijn neef Al, die uit Amerika was overgekomen, voor honderd dollar te verkopen. Al bemiddelde bij emigratie. Hij betaalde de reis van de emigranten. Zij betaalden het voorgeschoten bedrag later terug als ze werk hadden gevonden. Als Vedder weer naar Hoogeveen gaat met de honderd dollar vertelt hij over hun Amerikaanse neef. Ze besluiten de turfstekers te laten emigreren met als kapitaal de vijftigduizend gulden die de verkoop van Vedders huis moet opbrengen. De turfstekers willen graag naar Amerika en allen tekenen een contract. De verkoop van Vledders huis gaat echter niet door, want er wordt ‘gewoon’ om zijn huis heen gebouwd. De turfstekers onder leiding van Bennemin zijn dan al op weg.
Bij herlezing blijkt Publieke werken nog steeds een heel uitzonderlijk boek. Rosenboom is een briljant verteller. Hij geeft de roman ook voldoende spanning. De twee hoofdpersonen zijn meesterlijk getypeerd. Beiden zijn eigenlijk mislukkelingen. Met de emigratie van de turfstekers denken ze een grote slag te slaan. Het is mooi dat ze werkelijk compassie hebben met de arme turfstekers. Het is heel knap hoe de schrijver allerlei zaken uit die tijd met elkaar verbindt en daar goed gedocumenteerde informatie over geeft.
De film is heel dicht bij het boek gebleven en is alleen al het bezoeken waard door het briljante acteren van de hoofdrolspelers. In grote lijnen wordt de roman gevolgd. Er zijn wel enkele opmerkelijke verschillen. Terwijl het boek begint met de verhuizing van de turfstekers, begint de film met een soort openbare verkrachting van de dochter van Bennemin. Het is heel knap hoe de bouw van het station en het hotel in beeld wordt gebracht, waarschijnlijk met behulp van de computer. De film heeft ook een heel ander einde, maar de essentie van het boek is overeind gebleven.
Dit meesterwerk verdient zeker (opnieuw?) de aandacht van literatuurliefhebbers.