Sue Klebold – Het besef van een moeder. Vertaald uit het Engels (A Mother’s Reckoning) door Bonella van Beusekom. ISBN 978-94-005-0694-7, 351 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Lev. 2016.
De moeder van een dader over haar leven na het Columbine-drama.
Op 20 april 1999 werd Sue Klebold, op het punt de deur uit te gaan, gebeld door haar man Tom. Hij was volkomen overstuur en schreeuwde: ‘Luister naar de televisie!’ En hij vervolgde: ‘Gewapende man… schutter… school.’ De nachtmerrie van iedere ouder kwam uit: op de school van zoon Dylan liepen schutters rond die mensen doodschoten. Als iedere moeder in Littleton bad Sue voor de veiligheid van haar zoon. Maar toen zij hoorde dat Dylan zelf betrokken was bij het verwonden of doden van 25 andere mensen wist zij dat hij gestopt moest worden. Of, zoals ze later schrijft: Op dat moment wist ik dat de grootste genade waarvoor ik kon bidden niet mijn zoons veiligheid maar zijn dood was.
Sue Klebold, haar man Tom en hun oudste zoon Byron gingen jaren lang door een hel. Sue droeg haar rouw als plaatsvervangend berouw. Zij wist dat talloze mensen de twee daders Eric Harris en Dylan Klebold haatten. Zij begreep dat ten volle. Maar zij was de moeder van Dylan en voor haar lagen de dingen anders: haat wiste haar liefde niet uit. Zij analyseerde van minuut tot minuut Dylans leven, trachtte vat te krijgen op signalen die zij niet had gezien, te ontdekken hoe Dylan was veranderd in een massamoordenaar. Als kind noemden zij hem wel ‘zonnetje’, niet alleen vanwege zijn goudblonde haren maar ook omdat alles hem zo gemakkelijk leek af te gaan. Ik was dankbaar dat ik zijn moeder was en hield zielsveel van hem. Wanneer had de omslag in Dylan plaatsgevonden? Waarom had zij die niet gezien?
Sue Klebold zet zich sinds het drama in voor een verbetering van het bewustzijn van de geestelijke gezondheid en voor betere behandelingen. Zij schenkt alles wat zij met dit boek verdient aan onderzoek en aan charitatieve organisaties die zich richten op geestelijke gezondheidsproblemen.
Klebold heeft zich zestien jaar lang – in de nasleep van het drama – verdiept in de jeugdjaren van haar zoon, in de manier waarop jongeren tot doden en zelfdoding komen, in de vraag of de opvoeding hier de hand in heeft. Vanaf 20 april 1999 hield zij dagboeken bij, chaotisch en emotioneel, als uitlaatklep voor de gevoelens die haar overspoelden. Deze dagboeken dienden als basis voor dit boek.
Sue is haar zoon kwijt. Hij vermoordde leerlingen en docenten en was – met handlanger Eric – eigenlijk van plan de hele school op te blazen. Maar door een rekenfout bleken de zelf gefabriceerde staafbommen niet sterk genoeg.
Met Sue rouwen tientallen anderen. Maar Sue rouwt niet alleen om het verlies van haar zoon. Het meest schokkende, zo schrijft zij, is de pijn over ‘het niet-kennen van mijn zoon verbonden met de pijn die hij anderen heeft aangedaan’. Hij, Dylan, die als kind niemand pijn wilde doen. Dat zat niet in zijn aard. Hoe was hij zó veranderd? Sue lijdt aan ‘een gebroken hart’, een ‘ontzagwekkend verdriet’.
Dit is geen ‘thriller-achtige’ reconstructie van een drama, maar een indrukwekkend boek waarin naarstig wordt gezocht naar de psychische grond voor ontsporingen. Een must voor opvoeders en voor iedereen die met jongeren leeft en/of werkt.
Een pijnlijk eerlijk en moedig boek.