Angela Carter – Het nichtje van de poppenspeler. Vertaald uit het Engels (The Magic Toyshop) door Marijke Versluys. ISBN 978-90-468-1921-0, 239 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2016.
Drie weeskinderen komen terecht in het akelige, maar ook opwindende huis van hun oom de poppenspeler.
Melanie (15), Jonathon (12) en Victoria (5) groeien op in grote weelde. Ze vinden dat heel normaal, tot op een dag de tijding komt dat hun beide ouders zijn verongelukt nadat hun vliegtuig neerstortte. Vanaf die dag verandert het leven. Gelukkig krijgen ze al snel bericht dat hun onbekende oom Philip, een poppenspeler uit Londen, hen in zijn huis wil opnemen. Bij aankomst komen ze terecht in een heel merkwaardig gezin: Philip is een kwaaie, heerszuchtige man, zijn vriendelijke, roodharige vrouw Margaret kan sinds haar trouwdag niet meer spreken en moet alles wat zij zeggen wil opschrijven. Bovendien wonen er nog twee wezen in huis: Margarets broers Francie en Finn: Iers en roodharig en dol op hun zus en qua karakter aardig, maar ook wel zeer merkwaardig.
Margaret, ongewild kinderloos, is de koningin te rijk met ‘haar’ kinderen, vooral de kleine Victoria heeft haar hart al snel gestolen. Maar Melanie heeft het moeilijk. Met haar 15 jaar werd zij zich net bewust van haar groeiende schoonheid en nu komt zij in huis bij twee bonkige broers die haar met graagte bespieden, maar haar ook tegen Philips woedebuien beschermen. Melanie voelt zich tot hen aangetrokken, maar huivert toch ook voor de twee.
Angela Carter (1940 – 1992) was een fantasierijk en oorspronkelijk schrijver. Zij schreef dit boek, dat beschouwd wordt als een internationale klassieker, toen zij 27 was. Sprookjes en horrorverhalen waren haar specialiteit.
Oom Philip is niet alleen marionettenspeler, maar hij drijft ook een speelgoedwinkel. Daarvoor maken hij en Finn prachtige houten dingen. Tante Margaret kleedt de poppen aan. Al snel snijdt de introverte Jonathon bootjes voor de winkel en staat Melanie de klanten te woord. Zo verdienen de twee de kost. Maar hoe welkom de kinderen ook zijn bij hun immer zwijgzame tante, de sfeer in huis klaart onmiddellijk op als oom Philip een paar dagen weg is. Op die dagen wordt er muziek gemaakt en gedanst in huis.
Als de kwaadaardige Oom Philip bedenkt dat hij een poppenspel wil opvoeren met een combinatie van mensen en poppen lopen de zaken uit de hand. Want, zo beslist hij, Melanie moet de rol vervullen van Leda, uit het verhaal Leda en de zwaan (Leda heeft gedwongen gemeenschap met de god Zeus die zich veranderd heeft in een zwaan). De duivelse oom wil dat Finn seksuele toenadering zoekt tot Melanie om haar rijp voor haar rol te maken.
Angela Carter vertelt niet alleen een horrorsprookje, ze beschikt daarbij ook over een fenomenaal taalgebruik. Woordspelingen, vergelijkingen, beeldspraak, pagina na pagina zijn ze het citeren waard. Zomaar even tussendoor staat er in een zin ‘zijn stem was dik en grof als boerensalami’. Zo’n stem hoor je luidkeels praten! Of, over het speelgoed in de winkel: ‘Houten acrobaten buitelden – allee hoep! – om en om in een houten rekje.’ Melanie opent een doos: ‘Haar adem stokte van verwondering en verrukking. Ze was weer een meisje van zeven’.
En zo lees je maar door, van het ene fascinerende en vaak poëtische taalfeestje naar het volgende. Het is een prachtig verhaal over een meisje dat volwassen wordt, en tevens een feeëriek taal-verhaal wat je eigenlijk niet mag missen.
Voor de liefhebbers van Alice in Wonderland, De Kleine Prins en Harry Potter.