Olivia Laing – De eenzame stad. Over de kunst van het alleen-zijn. Vertaald uit het Engels (The Lonely City. Adventures in the Art of Being Alone) door Laura van Campenhout. ISBN 978-90-234-9458-4, 350 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: De Bezige Bij 2016.
Was eenzaamheid belangrijk voor beroemde kunstenaars? Een zoektocht.
Schrijfster Olivia Laing verhuisde voor de liefde van Londen naar New York. Kort na aankomst nam die geliefde de benen en zat Laing alleen. Ze voelde zich ziek en dodelijk eenzaam. Maar zij nam in dat eerste jaar van ellende ook de gelegenheid te baat om zich te verdiepen in het fenomeen eenzaamheid. Wat het met haar deed was duidelijk. Maar wat had eenzaamheid gedaan met andere beroemde kunstenaars?
Laing begon haar onderzoek met de ‘schilder van de eenzaamheid’ Edward Hopper. Ook niet-kunstkenners kennen wel werk van hem, bijvoorbeeld via posters: de eenzame figuren in een bar, de eenling bij een donker tankstation, de ouvreuse, de roodharige variétédanseres. Trouwens, voor alle vrouwen in Hoppers werk, vertelt Laing, poseerde zijn eigen vrouw Jo. Ook voor de befaamde danseres, naar Jo later verklaarde: in m’n blote nakie bij de kachel; een danspasje uit de revue, maar wel op hoge hakken. Was dat onder dwang van Hopper? Beslist niet. Het was op Jo’s nadrukkelijk verzoek. Zo werd ze niet via haar eigen vrij middelmatige schilderwerk onsterfelijk, maar wel via de kunst van haar man. Hoppers werk schildert de eenzaamheid mooi en angstaanjagend tegelijk. Bij hem is de eenzaamheid het bekijken waard. Dat kan andere eenlingen troosten.
Olivia Laing is journalist en werkt als columnist voor verschillende kranten. Zij schreef drie boeken, onder andere over de link tussen schrijvers en alcohol. Ze is geïnteresseerd in: kunst, boeken, seksualiteit en stadsleven.
‘Is eenzaamheid beter te verwoorden of te verbeelden?’, vraagt de auteur zich af. Zij dook in de kunst om een antwoord daarop te vinden. Andy Warhol was een begaafd kunstenaar, leed onder zijn eenzaamheid en zocht tenslotte een uitweg in extravagant gedrag. Ook David Wojnarowicz en Henry Darger waren bekende kunstenaars die in hun werk tot grote hoogte stegen, ondanks of wellicht dankzij hun eenzaamheid. De countertenor Klaus Nomi werd uit pure eenzaamheid zijn eigen kunstwerk door er ‘buitenaards’ uit te gaan zien en zo zijn eenzaamheid te verbeelden.
Laing graaft diep in het leven van haar kunstenaars en zet haar eigen diepe eenzaamheid daartegen af: bijna als troost voor zichzelf. Want als anderen niet verdronken in hun eenzaamheid, waarom zou zij het dan wel doen?
Hoe fascinerend dit boek ook is, toch valt er iets op af te dingen.
Want eigenlijk is dit een boek over ‘eenzaamheid voor kunstkenners’. Hopper is mij genoegzaam bekend, veel van de werken waarover Laing schrijft zie ik meteen voor ogen. Dat wordt al minder bij Warhol en is nog minder het geval bij Wojnarowicz, Nomi en Darger.
Via dit boek maakt een lezer weliswaar kennis met hen, maar de band is toch minder hecht, het verhaal spreek toch minder aan dan bij het eerste deel over Hopper. Daar staat tegenover dat het ook nieuwsgierigheid naar die onbekende grootheden wekt, want hun verhaal is meeslepend geschreven.
Boeiend boek over een fascinerend onderwerp.