Simon Hammelburg – Van binnen is alles stuk. Herinneringen van vernielde generaties. ISBN 978-94-026-0027-8, 249 pagina’s, €17,95. Tiel: Aerial 2014.
Getuigenissen van overlevenden van de Holocaust
Als een man – de ‘ik’ uit dit boek – op een vrijdagmiddag thuiskomt uit zijn werk, verheugt hij zich op het weekend met zijn Amerikaanse vrouw Daisy. Hij bedenkt hoeveel geluk hij heeft dat ze na twintig jaar samen nog steeds zo dol op elkaar zijn. Maar dat geluk wordt wreed verstoord. Kort daarna staat er een politieagent op de stoep die vertelt dat Daisy is omgekomen bij een auto-ongeluk. Daarmee wordt het leven van de man in één keer op z’n kop gezet. Hij ondergaat bijna gelaten de begrafenis, ontvangt slaapwandelend al de gasten die in de week na Daisy’s dood ‘kaddisj komen zeggen’, rouwbeklag doen. Maar hij is er niet echt bij. Na enige tijd besluit hij een reis te gaan maken om alle plaatsen te bezoeken waar hij met Daisy gelukkig was. Zo zal hij hun geluk levend houden.
De man is joods. Hij is de zoon van ouders die allebei hún ouders en talloze familieleden in de oorlog hebben verloren, nadat ze ze eerst op gruwelijke wijze mishandeld zagen worden door de Duitsers toen ze werden opgepakt. Die ervaring heeft hen voorgoed getekend. Ze dragen de sporen van dat leed mee in hun karakter en hun kijk op de wereld wordt erdoor gekleurd. De man, als kind van ‘overlevers’ heeft daarvan ook de last ondergaan. Tijdens de ‘kaddisj-reis’ voor Daisy ontmoet hij overal joden die hun oorlogsverhaal kwijt willen. Geen van hen leeft onbevangen.
Simon Hammelburg (1952) is schrijver, cabaretier, componist en was correspondent in New York. In 1996 kwam zijn romandebuut Kaddisj voor Daisy uit. Het boek werd breed geprezen, maar verdween vrij snel van de markt.
In 1992 ontving Hammelburg van een bevriende advocaat uit Bremen het bericht dat Duitsland na de hereniging van Oost en West de mogelijkheid had geboden waardoor zowel voormalige inwoners van de DDR als de slachtoffers van de nazi’s schadeloosstelling konden aanvragen. Daarop werd nauwelijks gereageerd. Hammelburg bracht dit bericht met groot tamtam opnieuw naar buiten en toen verscheen het wereldwijd in 700 kranten. Ook werd Hammelburg door veel Holocaustslachtoffers persoonlijk benaderd. Ze wilden hun ervaringen kwijt als overlevers of als kinderen van overlevers (de tweede generatie). Hammelburg tekende nauwgezet al hun verhalen op.
Daarop begon hij opnieuw te schrijven. Kaddisj voor Daisy diende als basis voor een nieuw boek waarin hij – na toestemming van de vertellers – de verhalen verwerkte die hem van over de hele wereld waren verteld.
Het uiteindelijk resultaat is dit boek. Het zijn verhalen van mensen die voor de buitenwereld heel normaal zijn, die een leven leiden als ieder ander, maar bij wie ‘van binnen alles stuk is’.
We kunnen verhalen eruit pikken, maar is de geschiedenis van de kleine Elize dramatischer dan die van Sally? Heeft het weergevonden familielid Rachel meer geleden dan David? En waar staan Ted en Samuel dan op de ranglijst van het lijden? Zo werkt het niet. In ieders verhaal worden levens verwoest, de concentratiekampen zíjn niet dicht, ze bestaan nog in ieders dromen.
Voorin het boek staat een gedicht van Hammelburg: Ze zijn er nog. Te lang om zijn geheel te citeren, maar het gedicht illustreert het hele boek, dus hierbij de laatste regels: ‘(…) Ik kan pas gaan rusten // Als mijn vader slapen gaat / Maar dat zal heel lang gaan duren // Want als hij de lichten dooft // Dan komen elke nacht weer // Al die mensen in zijn hoofd.’
Adembenemend, buitengewoon indrukwekkend boek.