Jaap Versteegh – Fatale kunst. Leven en werken van Sara de Swart (1861-1951). ISBN 978-94-6004-223-2, 208 pagina’s, € 19,95. Nijmegen: Van Tilt 2016.
Over het intrigerende leven van Sara de Swart.
Voor veel mensen bestaat de Beweging van Tachtig, zoals de Tachtigers zich graag noemden, uit een club enthousiaste schrijvers wier werk we blijven lezen. Maar de club kunstenaars telde minstens zoveel schilders en beeldhouwers. Waarbij Frederik van Eeden, Herman Gorter en Willem Kloos (om een paar schrijvers te noemen) even druk met elkaar discussieerden als met Georg Hendrik Breitner, Willem Witsen, Jan Toorop en Isaac Israëls.
Tussen al die flamboyante heren in zat de jonge Sara de Swart. Op 22-jarige leeftijd naar Amsterdam gekomen als leerling beeldhouwen aan de Academie, spontaan, empathisch, vol bewondering en interesse voor haar medestudenten en kunstenaars en daarenboven behoorlijk rijk. Die combinatie van eigenschappen en vooral haar geld maakten haar tot een geliefde figuur. Ze gaf kunstopdrachten, kocht veel kunst en was mateloos gul. Dat leverde haar de bijnaam Muze der Tachtigers op.
Over díe Sara de Swart gaat dit boek. Als beeldhouwster was ze geen toptalent, al is er werk van haar bewaard gebleven: vriendelijk boetseerwerk. Waarin ze voortleeft was haar manier van leven die door Versteegh (uitputtend gedocumenteerd) is beschreven. Want Sara was onconventioneel. Ze was openlijk lesbisch en maalde niet om wat ‘de burgerij’ over haar levenswijze te roddelen had. Haar homoseksualiteit leidde trouwens ook tot een drama: een jonge schilder Eduard Karsen werd hopeloos verliefd op haar. Hij kon niet verdragen dat zij met hem alleen maar gewone vriendschap wenste. Hij stalkte haar, belaagde haar. Het kwam tenslotte tot een ‘rechtszaak geleid door vrienden’, die Karsen verloor. De schilder kwam dit emotioneel nooit meer te boven. Over deze ‘non-affaire’ werd een boek geschreven: Rein van der Wiel: Een droom en een scheidsgerecht. (1986).
Jaap Versteegh is beeldend kunstenaar, kunsthistoricus en schrijver van artikelen voor kunsttijdschriften. Hij stelde als gastconservator een tentoonstelling over de kunstverzameling van Sara de Swart samen.
Sara, zoals gezegd, was openlijk lesbisch. Aanvankelijk leefde ze samen met Baukje van Mesdag, daarna met Anna Vis. Beide vrouwen gingen daarna ‘aan de man’. Daarna kwam Sara Emilie van Kerckhoff tegen. Zij woonden al snel samen. Dat was in die tijd niet ongewoon. Dertigplus-vrouwen hadden ‘de huwelijksboot gemist’, en zulke ‘ouwe tantes’ woonden wel vaker gezellig samen. Aan liefde en seks werd daarbij niet gedacht. Maar Sara en Emilie dachten daar wel degelijk aan. Zij bleven samen tot Sara’s overlijden toen ze 91 was, al woonden de beide partners af en toe een tijd apart: een ‘vroege lat-relatie’. De twee woonden tenslotte samen op Capri.
Haar gulheid en de continue drang tot het kopen van kunst voor eigen genoegen en om vrienden te helpen, brachten Sara de Swart uiteindelijk aan de rand van de financiële afgrond. Ze stierf in relatieve armoede. Emilie, die graag tot haar dood op Capri had willen wonen, moest naar Nederland terugverhuizen. Ook zij stierf arm.
Het is boeiend om het levensverhaal te lezen van deze vrij onbekende vrouw die de groten uit de wereld van de kunst rond en na de eeuwwisseling van 1900 van zo nabij meemaakte. Versteegh verplaatst zich in ieders emoties, hij brengt Sara, Emilie en al die ‘onbekende bekende grootheden’ geloofwaardig tot leven.
Al tijdens Sara’s leven begon haar kunstcollectie door geldnood uiteen te vallen. Later verspreidde het werk zich over privécollecties. Versteegh spoorde een groot deel van dat werk op, vroeg het in bruikleen en bracht het bijeen in de tentoonstelling ‘Fatale kunst’, die nu te zien is in de Kunsthal in Rotterdam (tot 5 juni 2016). Een fijnzinnige fin-de-siècle tentoonstelling.
Een bijzonder boek.