Carel van Schaik en Kai Michel – Het oerboek van de mens. De evolutie van de Bijbel. Vertaald uit het Engels (The Good Book of Human Nature. An Evolutionary Reading of the Bible) door Marten de Vries. ISBN 978-94-600-3046-8, 448 pagina’s, € 27,50. Amsterdam: Balans 2016.
De Bijbel niet gezien als het woord van God, maar als het dagboek van de mensheid dat laat zien hoe de mens omging met de beproevingen van het leven.
De auteurs Carel van Schaik (1953), gedrags- en evolutiebioloog, en Kai Michel (1967), historicus, hebben de Bijbel gelezen, niet als religieus boek, maar als boek dat veel te vertellen heeft over de natuur en de cultuur van de mens. Het biologisch-antropologisch perspectief van waaruit de schrijvers de Bijbelse verhalen lazen wierp een nieuw licht op die verhalen. Waarom kozen zij juist de Bijbel als bron voor hun studie? In de inleiding noemen ze de Bijbel het belangrijkste boek van de mensheid. De Bijbel, waaraan meer dan duizend jaar werd geschreven, bepaalde tweeduizend jaar de lotgevallen van een groot deel van de wereldbevolking, meer dan twee miljard mensen vereren dit boek ook nu nog als heilige schrift.
Veel christenen zien de Bijbel als Gods woord, maar voor de schrijvers is er niets heiligs aan. Van Schaik en Michel zien de Bijbel als mensenwerk, een grote verzameling van teksten geschreven door vele auteurs. Het is ‘een dagboek’ van de dappere pogingen van de mensheid om oplossingen te vinden en verklaringen voor de beproevingen van het leven. De verklaring voor de problemen werd gezocht in één veroorzaker, een oppermachtige God. Rampen werden als straf gezien en ter voorkoming van nieuwe rampen werden regels opgesteld. De bekendste zijn de Tien Geboden. Daarnaast telt de Bijbel nog 603 geboden die vooral betrekking hebben op rechtvaardigheid en ziektevermijding.
Uitgangspunt voor deze studie van de Bijbel is de grootste fout van de mensheid: de uitvinding van de landbouw. Van jagers en verzamelaars die rondzwierven veranderden de mensen in landbouwers die zich vestigden in vaste woonplaatsen. Die verandering veroorzaakte grote problemen: ziektes, perioden van droogte, overstromingen, slavernij, oorlogen, allemaal zaken waarvoor oplossingen gevonden moesten worden. Volgens de auteurs leefden de jagers en verzamelaars in harmonie met elkaar. De aarde en alles wat zij voortbracht was van iedereen, er was geen privébezit. Adam en Eva moesten het Paradijs verlaten vanwege het stelen van een appel van Gods privéboom. Ze waren nog gewend aan het vrije plukken. De schrijvers vinden dit onbegrijpelijk. Vanwege een appel wordt de mensheid honderden generaties lang gestraft. Waarom kon God een simpel kruimeldiefstalletje niet vergeven?
Het Oerboek bestaat uit vijf delen. De auteurs volgen de chronologische volgorde van de Bijbel. Deel I is geheel gewijd aan het Bijbelboek Genesis, van Adam en Eva tot en met Abraham & co. Deel II is gewijd aan Mozes, Jahwe en het morrende volk. Deel III handelt over koningen en profeten en deel IV gaat over de Psalmen en Job. Het laatste deel is gewijd aan het Nieuwe Testament.
Vanuit biologisch en antropologische oogpunt worden de Bijbelverhalen gelezen en komen de schrijvers tot verrassende inzichten in de menselijke natuur. Zo hebben zij een heel andere kijk op de straf voor de vrouw na de zondeval: Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zal je als je baart. Dat bevallingen pijnlijk werden heeft een natuurlijke oorzaak. De vrouwen van de landbouwers werden kleiner, maar de baby’s bleven even groot. Daardoor werd een bevalling moeilijker. Dat Kain zijn broer doodde heeft eveneens te maken met het ontstaan van een landbouwmaatschappij met privébezit. De oudste zoon moest de gehele erfenis krijgen om het familiebezit niet te versnipperen. Dat de zondvloed als een straf van God werd gezien is een duidelijk voorbeeld van de menselijke behoefte om zin te geven aan een zinloze natuurramp. De toren van Babel werd gebouwd uit hoogmoed. Hun stad moet het middelpunt van de aarde zijn en hun toren moest tot de hemel reiken. God straft die hoogmoed. De echte oorzaak is het feit dat de mens nog niet toe was aan zo’n grote gemeenschap. Het ontbreken van een hiërarchie zorgde voor enorme spanningen waaraan de grote nederzetting kapotging.
Niet alleen de geschiedenis van de mensheid wordt beschreven, maar ook de ontwikkeling van de religie. Die gaat terug op de idee dat catastrofes een essentiële rol spelen in de culturele evolutie van religie. Eerst maakten ze van geesten goden en nu zien we hoe een flinke overdosis onheil een tot dan toe ongekende supergod creëert. Op soms hilarische wijze schetsen de auteurs de carrière van Jahwe. Helemaal logisch is de keuze voor Jahwe niet, want onder alle religies op de wereld is er geen god met zo’n ongehoorde wraakzucht als Jahwe (Max Weber). De wreedheid van God wordt in dit boek sterk benadrukt. Nog enkele voorbeelden. De verovering van het beloofde land met Jozua waarbij niemand gespaard mocht worden. Het feit dat God ook andere landen gebruikte om zijn ontrouwe volk te straffen door de ballingschappen naar Babylonië en Assyrië. De manier waarop Job behandeld werd door God.
Met het boek Psalmen komt een ander soort god tevoorschijn. In tegenstelling tot de God van de Thora gaat het hier om een persoonlijke God die door de individuele mens te benaderen is en bij wie bescherming en troost zijn te vinden. Deze opvatting over God is nu algemeen geldig. Met Jezus van Nazareth kreeg God een menselijk gezicht. Dit veranderende godsbeeld is niet te danken aan het door God geopenbaarde woord. De Bijbel met al zijn schrijvers maakten een culturele evolutie door. Van natuurmens veranderde de mens in een cultuurmens. Deze laatste werd steeds rationeler bij het oplossen en verklaren van problemen. Religie bleef noodzakelijk om het lot van de mensheid te verklaren. Een conclusie van de schrijvers over religie is dat religiositeit hoort bij de standaarduitrusting van de mens. De aangeboren neiging om achter alles het werk van bovennatuurlijke krachten te vermoeden is eigen aan de condition humaine.
Dit is een heel origineel en interessant boek voor gelovigen en ongelovigen. De gelovigen zullen het idee hebben dat de schrijvers met de Bijbel een totaal ander boek bedoelen dan zij in hun persoonlijk geloof en het kerkelijk leven gewend zijn. Wat soms irriteert is de manier waarop bepaalde Bijbelteksten worden besproken. Er wordt te weinig naar de literaire en narratieve aspecten van de Bijbelverhalen gekeken. De diepere betekenis van de zondeval is daar een voorbeeld van. De schrijvers hebben het over God die het niet kan hebben dat ze een appel van zijn boom hebben gestolen. Terwijl het er volgens theologen om gaat dat de mens dezelfde kennis en wijsheid wilde hebben als zijn God.
Een zeer toegankelijk geschreven culturele geschiedenis van de mens.