P.F. Thomése – Verzameld nachtwerk. ISBN 978-90-254-4777-9. 279 pagina’s, €19,99. Amsterdam: Atlas Contact 2016
Bundeling herinneringen, lezingen, beschouwingen over de wereld van vroeger en nu.
Het familiehuis van de schrijver staat te koop. Beter gezegd: het huis waar hij ooit opgroeide maar dat al jaren geleden aan een ander werd verkocht. Nu vertrekt ook ‘die ander’ en dat verleidt de schrijver tot terugkijken. Want sinds die tijd is er zoveel gebeurd, heeft hij zoveel meegemaakt, geleefd en geschreven dat hij grasduinend in die verleden tijd zijn nachtelijke overpeinzingen boekstaaft. Daarbij schuwt hij geen onderwerp. Hij verbaast zich over de post-postmoderne wereld waarin internet zo’n onmisbare rol is gaan spelen dat hij de uitvinding ervan beschouwt als ongetwijfeld de wonderbaarlijkste waar ik in mijn leven getuige van heb mogen zijn, veel indrukwekkender dan de Spoetniks en de Apollo’s (…). De auteur zet oud en nieuw sowieso graag naast elkaar, getuige ook een fraaie beschrijving van een schrijverstrip naar China, waar hij, bij zijn bezoek aan de Oude Stad, verbaasd constateert dat de Chinezen in de Tang-, de Ming en de Quing-periodes kennelijk al beton hadden. De gids helpt hem glimlachend uit de droom. De Oude Stad was omwille van de vooruitgang weggebulldozerd geweest, maar toen bleek dat er in de toeristenbranche behoefte bestond aan een historisch centrum, hadden projectontwikkelaars snel een splinternieuwe Oude Stad neergezet.
Oud en nieuw, daaronder vallen ook jeugdherinneringen. Zo memoreert de schrijver in Dromen van later schoolvriendje Hans, evenals hij een fervent lezer. Hans begon zich al vroeg ‘dichter/essayist en avant-gardist’ te noemen, schreef een experimenteel verhaal waarvan ik mij alleen nog het woord ‘immanent’ herinner. Schoolkind Frans Thomése was nog niet zo ver en zocht onder pseudoniemen naar een ‘eigen stem’. Twee schrijvers in spe, zich gereedmakend voor de eeuwigheid. Na hun studie scheidden hun wegen zich. Hans’ betovering was verbroken. Hij richtte een tekstbureau op dat ‘adviesbureau’ ging heten, vervolgens consultancy met accounts in het hoogste segment van bestuurlijk Nederland. Hij bezag zijn vriend met deernis. Vriend werd schrijver.
P.F. Tomése (1958) debuteerde in literair tijdschrift De Revisor in 1986. Voor zijn eerste boek Zuidland (1990) ontving hij meteen de AKO-literatuurprijs 1991. Hij schrijft verhalen, romans, zowel ernstig als hilarisch, en essays waarvoor hij veelvuldig werd genomineerd voor belangrijke prijzen. De ‘autobiografieën’ uit dit boek werden geplaatst in diverse kranten en tijdschriften of geschreven in opdracht van culturele instellingen.
Dit boek heeft als motto: Schrijven is verdwalen in het huis dat je blijkt te bouwen. Voor een bundel als deze, waarin de auteur geen onderwerp schuwt, en dat zowel lange als korte teksten van velerlei aard bevat, komt dat neer op een huis waarin geen architect een specifieke stijl zou herkennen. Het ene verhaal is mooier dan het andere, maar dat is een kwestie van smaak. Het vrij abstracte De werkelijkheidsverbeteraar spreekt mij minder aan dan het verhaal Openbaringen, een sprookje over ongenoegens, over hoe de aandacht op het een de aandacht van het ander afleidt, over hypes eigenlijk, over de massahysterie die een groep beheerst.
Nog een onverbeterlijke: de rede tot de bibliothecarissen in over het weggooien van boeken. Waarom gooit men goede boeken weg en behoudt men troep? Waarom worden boeken beschouwd als wegwerpproducten? Hoe komt het dat het kaf het koren verstikt?
Ik hoop dat u door deze voorbeelden nieuwsgierig genoeg bent gemaakt om de hele bundel te gaan lezen. Misschien is het ’t best om niet alle verhalen, beschouwingen en herinneringen achter elkaar te lezen. Gewoon af en toe een verhaal.
Thomése ten voeten uit.