Donald Nolet – Handschrift van de duivel. ISBN 978-90-234-9683-0 320 pagina’s, € 19,90. Amsterdam: Uitgeverij Cargo 2016.
Niets ontziende jacht om de geheimen van een eeuwenoud boek te ontsluieren.
Met zijn thrillerdebuut Versleuteld won David Nolet (1975) in 2014 zowel de Gouden Strop als de Schaduwprijs, de twee belangrijkste Nederlandse thrillerprijzen. Waar Versleuteld zich afspeelt in de vorige eeuw, gaat dit boek over het Voynich Manuscript, een boek van honderden jaren oud dat zijn geheimen tot op de dag van vandaag niet heeft prijs gegeven. Nolet grijpt dit feitelijk gegeven aan om een thriller te schrijven waarbij de lezer wordt meegesleept in de ontsluiering van grote geheimen en de ontmaskering van machtige personen.
Hoofdpersoon Zina Welter is hoogbegaafd wiskundige. Via een tip van een professor raakt ze gefascineerd door het Voynich Manuscript en komt ze terecht in een conferentie met andere geïnteresseerden. Zina doet daar een voorstel om door het ontwikkelen van een algoritme het manuscript te kunnen vertalen en daarmee de geheimen van dit bizarre boek definitief op te lossen. Op de bijeenkomst blijken verschillende personen aanwezig die graag met haar willen samenwerken. Gedurende de zoektocht naar de oplossing van de raadsels ontwikkelt zich echter een onverwachte belangenstrijd tussen personen en instanties. Het wordt steeds duidelijker dat het om meer gaat dan om het vertalen van een boek.
Deze belangen weet de schrijver aardig te onderbouwen door voortdurend flashbacks in te lassen naar de vijftiende eeuw waarin het boek werd geschreven. Het wordt duidelijk dat de auteur redenen genoeg had om een superieur geheimschrift te ontwikkelen. Het destijds openbaar maken van de inhoud zou de schrijver immers met de gang naar de brandstapel hebben moeten bekopen.
Naarmate het boek vordert wordt de spanning naar de oplossing zowel stapsgewijs als onverwachts opgebouwd, waardoor men steeds nieuwsgieriger wordt naar de ontknoping. Omdat deze thriller gebruikt maakt van een combinatie van feiten en fictie kan de uiteindelijke onthulling verrassend worden genoemd.
Centraal in dit boek staat de raadselachtigheid van de verschillende personages. Wie is er wel en wie niet te vertrouwen? Daarbij wordt de lezer verschillende malen op het verkeerde been gezet. De spanning loopt ook op doordat zaken als alchemie en mysterie uit de middeleeuwen en de renaissance in onze tijd lijken terug te komen. De schrijver zorgt er gelukkig voor dat waar nodig cultureel-historische begrippen worden uitgelegd. De leesbaarheid is daarmee gewaarborgd.
Het uitgangspunt van deze thriller, het Voynich Manuscript, zal vooral degenen aanspreken die affiniteit hebben met de oude Europese historie. Verder is een sterk punt van dat de schrijver ervoor zorgt dat in de combinatie van fictie en feiten de lezer veel ruimte krijgt om met eigen fantasie het verhaal zo nodig aan te vullen.
Fraaie combinatie van oude mysteries met een hedendaagse thriller.