Arthur Japin – Goed volk. Reisverhalen. ISBN 978-94-92241-06-1, 160 pagina’s, € 17,95. Utrecht: Magonia 2016.
Reisverhalen, notities, jeugdherinneringen, portretten en conversaties.
Schrijver Arthur Japin reist de hele wereld rond. Hij doet dat als voorbereiding op nieuwe boeken, als bezoeker van schrijverssymposia, als hooggeëerd gast en expert nadat De zwarte met het witte hart (over de Afrikaanse Ashanti prinsen Kwasi en Kwame die als kleine slaven van Ghana naar Nederland werden ontvoerd) wereldwijd aandacht trok… Japin reist de prinsen sindsdien achterna als hun geschiedenis ergens ter wereld wordt opgevoerd.
Maar dat is niet alles. Hij schrijft over een bezoek aan de moeder van Poetin; haar bestaan wordt door Vova (Vladimir) ontkend omdat zij niet deftig genoeg is. De Rus heeft een officiële biografie samengesteld, waarin foto’s van zijn ‘overleden’ ouders staan. Zijn moeder: De KGB-agenten legden ze voor me op tafel. Ik dacht dat mijn hart uit mijn lijf werd gescheurd. Ach, arme Vera Poetina… Ze vertelt haar verhaal aan Arthur Japin, bijgestaan door haar dochter Luba, die als twee druppels water op haar broer lijkt.
Twee verhalen. Twee uitersten. Het zijn twee van dit in totaal 28 verhalen uit dit boek en voor de oorsprong van die verhalen moest de schrijver wereldwijd reizen. Hij bezocht onder andere Ghana, Italië, Patagonië, Georgië, Suriname, Zwitserland en Texas. Wie meereizen wil moet gaan lezen.
Arthur Japin (1956) is een van de bekendste Nederlandse schrijvers. Hij won grote literaire prijzen en schrijft naast romans ook verhalen, toneelstukken en filmscenario’s.
Dit boek is bepaald geen reisgids. Waar de schrijver ook reist, het gaat hem om de ontmoetingen met de mensen in die gebieden. Wat beweegt hen, waarom maken ze bepaalde keuzes, waarom heersen ze of waarom kiezen ze voor een bestaan langs de zijlijn van het leven? Vooral dat laatste intrigeert Japin. Hij knoopt gesprekken aan om mensen te doorgronden. Hij verplaatst zich in het bestaan van zwervers en alcoholisten, in dat van een ‘porno-kunstenares’ die van seks een politiek statement wil maken. Hij praat met mensen (in Polen) die ernstig lijden onder de homohaat in hun land. ‘Waarom ga je niet weg?’, vraagt hij Martha, die van school gepest is omdat ze lesbisch is. Haar antwoord: Ik ben een enorme patriot. Ik hou van de mensen. Ik wil blijven.
Eigenlijk is ieder verhaal het benoemen of het citeren waard. Voor de dicht-bij-huis-lezers noem ik de twee verhalen reizen met vader en zonder waarin Japin zijn herinneringen aan zijn vader opschrijft. Hij was twaalf in de jaren dat zijn vader ernstig overspannen raakte en op advies van de dokter met het gezin uit varen ging. Het reisje werd een fiasco. Toen de kleine Arthur de vakantie daarna samen met zijn moeder naar Londen ging zodat vader wat rust zou hebben, maakte vader een eind aan zijn leven. Verhalen vol humor en ingetoomd leed.
Goed volk is een juweel. En dat is niet alleen omdat Arthur Japin de ene keer van zijn pen een dolk, de andere keer een donsveer maakt waardoor elk verhaal op eigen wijze gaat leven, maar ook omdat het boekje schitterend is uitgevoerd. Uitgever Magonia – van Japins partner Lex Jansen – heeft de kaft voorzien van een illustratie uit 1936 (Australian surf club), en het boek gecompleteerd met een lettertype uit diezelfde tijd. Daarmee oogt het ‘vooroorlogs’, als een product uit de hoogtijdagen van de typografie. Wie het mist doet zichzelf tekort.
Een boek om blijvend te koesteren.