Anne van Amstel – Geef me nu ik wil. ISBN 978-90-468-2063-6, 47 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2016.
Dichtbundel over persoonlijke wensen en exotische plaatsen
Deze bundel is opgebouwd in twee delen. Het eerste gedeelte heeft de titel Geef me nu ik wil (tevens de titel van de gehele dichtbundel), het tweede gedeelte draagt de titel Tref. Beide delen zijn heel verschillend van inhoud. In het eerste deel uit de dichter in elk gedicht en wens. De gedichten beginnen allemaal met geef me in de tweede regel gevolgd door want ik wil. De wensen zijn heel verschillend. Geef me een schop; geef me een moederkoekoek; geef me een gouden eeuw; geef me een varen. Daarna volgt de uitleg waarom ze het wil. Het is opvallend dwingend want ze wil haar wens snel vervuld zien. Bezorg me asap een postkar.
Anne van Amstel (1974) is dichter en gezondheidspsycholoog. In 2015 ontving zij de Hollands Maandblad Schrijversbeurs. In het juryrapport stond onder andere Alles in dit werk wijst naar dat ene simpele woord ‘waarachtig-werkelijk-overtuigend’. Dit is haar derde bundel. Veel van haar gedichten zijn opgenomen in verzamelbundels of bloemlezingen.
Haar taalgebruik is helder. Poëtische beelden wisselen af met hele nuchtere opmerkingen. We zien dat bijvoorbeeld in het gedicht Zet, waarin we ineens overschakelen van een speeltuin bij nacht naar hangjongeren.
Geef me een zet en ik wil schommelen
in een speeltuin bij nacht
in een buurt zonder hangjongeren
We zien dat ook in het gedicht Zand. Twee poëtische zinnen gevolgd door een zakelijke, nuchtere zin.
Geef me twee schelpen met zand
want ik wil wuiven nu ze elkaar kruisen
op het noordhollands kanaal
De tweede afdeling bevat gedichten die vaak beginnen met namen van exotische plaatsen: Arusha, Essaouira, Mirobriga, Santiago do Cacém. Dat exotische vinden we nauwelijks terug in de inhoud. Het gaat om ontmoetingen en waarneming. En ook hier weer de afwisseling van dromerigheid en nuchterheid. Je ziet dat bijvoorbeeld bij het gedicht Santiago do Cacém. De eerste regel luidt als volgt: de wagenmenner woont onder het talud bij de lidl. Dit gedicht heeft trouwens een ontroerend en vertederend slot. Het gaat over het zoontje van de wagenmenner.
Hij weegt zo weinig
hij zal binnenkort het veulen inrijden
De gedichten van deze dichteres zijn over het algemeen toegankelijk, maar vooral in het tweede gedeelte komen ook zeer raadselachtige zinnen voor. Het valt dan niet mee de associaties van de dichteres te volgen. Een voorbeeld:
Hij weegt zo weinig als opgedroogde tranen
kijk hoe hij leeft kijk hoe hij groeit op een ringkussentje
in de hals van een vaas alle adertjes zichtbaar
Verderop blijkt dat het over een jongetje gaat dat al veel gevlogen heeft. Het gedicht heeft een geestig slot.
Mamma hoelang nog
even maar schat de
volgende halte is beijing
Een mooie dichtbundel met een frisse, optimistische en gretige kijk op de wereld. Ook geschikt voor middelbare scholieren.
Aanlokkelijke poëzie.