Halina Reijn – Loos. ISBN 978-90-388-0176-6. 237 pagina’s, €17,50. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar 2016.
Overvol leven is en blijft toch leeg.
Opgevoed in Wildevank door hippie-ouders kwam het meisje Halina onbevangen de boze wereld binnen. Ze werd gepest, kreeg kritiek, besloot actrice te worden en slaagde daarin. Ze besloot ook schrijfster te worden en slaagde ook daarin. Het is bijna te veel van het goede. En dat klopt. Want er staat nog een wens op haar lijst: een doodgewoon burgergezinnetje met een aardige, attente man en een kind, helemaal van zichzelf. En dat lukt haar niet. Want het doldrieste succesvolle meisje loos dat als lichtmatroos met de mannen meevaart is zowel man-loos als kind-loos. Of haar overvolle leven of haar eeuwige twijfel daaraan debet is… ze weet het niet. Ze onderzoekt het al schrijvend terdege. Want de seconden tikken door, ze voelt zich net Bridget Jones.
De ironie druipt bij wijle van deze verzamelde columns af. Want je zult maar zo succesvol zijn en dan toch verzuchten: Ik vind mezelf zielig. Waarom heb ik geen gezin? Waarom heb ik geen normaal leven van campings en barbecues en Volvo-stationwagens volgepakt met emmertjes, schepjes en vliegers? Waarop ze achter haar computer gaat zitten, een vlucht Los Angeles boekt en een week later zal vertrekken. Maar: Alleen. Om te schrijven. In afzondering.
Het ziet ernaar uit dat ze ‘loos’ zal blijven, concludeert ze af en toe. Want ze lijdt aan een klassiek westers probleem, de babyangst. Het uitstellen van het legitimeren van je bestaan. Maar van uitstel komt afstel, van afstel komt ‘loos’.
Halina Reijn (1975) is als actrice verbonden aan Toneelgroep Amsterdam en speelt bovendien in films. Ze won de Theo d’Or en het Gouden Kalf. In 200 5 debuteerde ze als schrijfster. Samen met vriendin en al even beroemde collega Carice van Houten schreef ze Antiglamour. Ze werkt als columniste voor De Morgen en Jan.
Voor doodgewone lezer-stervelingen is het bijna onvoorstelbaar dat een gevierde vrouw als Halina regelmatig schrijft hoezeer ze verlangt naar gezapigheid, naar een bestaan vol overzichtelijke triviale probleempjes. Vertaald is dat: naar een baby, naar het beperkte universum waar eerste stapjes, tandjes, luiers en slabbetjes het ritme van de dag bepalen. Als lezer zou je haar toe willen schreeuwen: ‘Nou, dan neem je toch een kind! Alleen!’ Maar zo eenvoudig ligt het niet. Dat is de taal van de rijken.
Wie wil mij?, vraagt ze zich af na een nonnen-bestaan van een jaar. En waarom wil ik hem dan niet? De enige mannen die ze wil, zijn bezet. En het verleden heeft haar geleerd om een ander niet aan te doen, wat jou als leed is overkomen.
Denk niet dat dit een boek vol zeurcolumns is. Helemaal niet. Dit is een boek vol uitstekend geschreven stukken waarbij de auteur, terwijl ze zichzelf in de spiegel bekijkt, de lezer diezelfde spiegel voorhoudt. Daar kun je af en toe om lachen, soms ook steekt het behoorlijk. Want is Halina koopziek? Ja. Herken je haar gedrag? Kijk dan maar eens in de klerenkast.
Ik heb enorm genoten van deze openhartige, vrolijke, treurige en ironische columns waarin vragen worden gesteld en beantwoord. Ze zijn autobiografisch, maar Halina maakt haar lezers duidelijk dat ze haar roem vaak zou willen ruilen voor alles wat doodgewoon is. Dit is het boek van een goede schrijfster die ook een geweldig actrice is, een rasecht dubbel-talent.
Meer dan het zoveelste columnboek van een schrijvende BN’er.