Olivier Bourdeaut – Wachten op Bojangles. Vertaald uit het Frans (En attendant Bojangles) door Eva Wissenburg. ISBN 978-90-284-2671-9. 143 pagina’s, €17,99. Amsterdam: Wereldbibliotheek 2016.
Leven in een sprookje zonder happy end.
Een kleine jongen leeft met zijn ouders in een groot Parijs appartement. Is er geen feest, dan is er een feest in voorbereiding. De wereld wordt continu op zijn kop gezet met diners, festijnen, krankzinnige huisdieren, bals, de een nog mooier dan de ander. En ieder feest wordt afgesloten als de plaat wordt opgezet waarop Nina Simone met zwoele stem het lied Mister Bojangles ten gehore brengt. Op die muziek dansen zijn dolverliefde ouders. En zijn over uitbundige moeder beweegt dan waanzinnig, droevig en blij in de armen van zijn vader. Elke dag gaf deze trouwens zijn vrouw een andere naam, zoals Georgette, Pauline, Henriette of Hortense, om zijn vrouw duidelijk te maken dat zij voor hem de verpersoonlijking is van alle mooie vrouwen ter wereld.
Het jongetje valt op school zo zeer uit de toon met zijn verhalen dat zijn ouders besluiten hem thuis te houden en voortaan zelf lessen te geven die geënt zijn op de praktijk. Die taak nemen ze serieus. Ook de hulp van het Zwijn wordt ingeroepen, een goede huisvriend, senator in het parlement. Nu het jongetje niet meer gebonden is aan school- en vakantietijden en daarmee voortijdig ‘pensionado’ is geworden, kunnen ze vaak op reis. Want vader George is schrijver en leidt een leven zonder regels. Toch sluipt er tussen alle feesten en vrolijkheid en het bijna onnatuurlijk vrolijke gedrag van moeder iets griezeligs binnen. Maar leg daar maar eens de vinger op als liefde het leven regeert.
Olivier Bourdeaut (1981) liep weg van huis, kwam in twaalf ambachten en dertien ongelukken terecht, keerde terug naar zijn ouders en schreef daar, ondanks zijn dyslexie, in zeven weken tijd dit boek. Sinds januari 2016 zijn er in Frankrijk 170.000 verkocht, kreeg het boek drie prestigieuze literaire prijzen en stond het op de shortlist voor de debuutprijs Prix Concourt. De vertaling verschijnt in 35 landen.
Moeder is de inspiratiebron voor alle feesten en vrolijkheid, vader Georges voert haar plannen uit om zijn vrouw gelukkig te maken. Want daarin ligt het probleem: als er niet extravagant geleefd kan worden is zijn vrouw doodongelukkig. Zo ongelukkig dat het ziekelijk is. Daarom vervult hij haar wensen, daarom danst hij met haar op Mr Bojangles, uren en uren, dag en nacht desnoods. Het jongetje kijkt toe en realiseert zich langzaam maar zeker dat het feest geen feest meer kan zijn. Moeder drijft het gezin de afgrond in.
Op dat moment moet er worden ingegrepen. Moeder gaat naar een psychiatrische inrichting, maar kwijnt er weg. Ze organiseert haar eigen afscheid, trekt haar gezin met zich mee in een val. En als haar feest voorbij is wil ze dat ook laten weten.
Dit is een sprookje over de liefde, over de waanzin, over vriendschap, over onvermijdelijkheid. Het is een prachtig verhaal dat beurtelings lichtvoetig en zwaarmoedig is, zodat de lezer van blijdschap in treurnis vervalt. In recensies is het boekje met De kleine prins vergeleken, waarschijnlijk omdat het (deels) geschreven is vanuit het gezichtspunt van de kleine jongen. De hoofdstukken in cursief vormen het manuscript van de vader die zijn leven beschrijft.
Het is met dit succes geen wonder dat de auteur nu zelf in een sprookje mag geloven.
Een boekje om van te houden.