Edwin Winkels – Het oog van de orkaan. ISBN 978-94-92037-34-3, 302 pagina’s, € 18,50. Amsterdam: Brandt 2016.
Spaanse emigrantenkolonie vestigt zich in de moerassen bij New Orleans.
In 1778 steekt een aantal arme Spaanse boerenfamilies uit Tenerife de oceaan over om zich te vestigen in een waterrijk gebied in de buurt van New Orleans. Leiders van de groep zijn de leden van de familie Serpas. De overtocht is zwaar, verschillende mensen sterven. Maar aangekomen in de zompige delta van de Mississippi, een niemandsland, dat moerassig en waterrijk Het Eiland wordt genoemd, nemen de pioniers met moed en wilskracht de taak op zich om daar te leven van visserij, jacht en later ook pelsjacht. Ze leven zo geïsoleerd dat New Orleans met al zijn kwaad als ziektes, alcohol en geweld praktisch aan hen voorbij gaat. De mannen komen er alleen om hun waren te verkopen. Maar ondanks hun geïsoleerde leven zijn ze niet gevrijwaard van oorlogen, overstromingen, orkanen en rassenconflicten. Bovendien wordt een enkel lid van de familie zozeer aangetrokken door het avontuur dat lokt in New Orleans, dat hij de familie verlaat en voorgoed naar de grote stad trekt.
Grootvader Isidro Serpas vertelt de familiegeschiedenis sinds de komst uit Tenerife aan zijn oudste kleinzoon Amaro, die hem als grootvader weer vertelt aan Lucas, die hem weer vertelt aan oudste kleindochter Maria, enzovoort. Op deze manier komt de geschiedenis van de eerste immigranten, de isleňos, sinds 1778 tot leven. Twee eeuwen van lief en leed, van een strijd tegen de elementen en een groeiende liefde voor de waterprairie die zij steeds meer als bezit beschouwen. Maar als de pelsjacht hen kapitalen gaat opleveren door de nieuwe ‘bontdragers-mode’ wordt hun grond op slinkse wijze verkocht aan mensen uit de stad, die prompt een deel van de opbrengst opeisen. De woede onder de eilandbewoners is groot.
Edwin Winkels (1962) is journalist en woont in Barcelona. In 2013 debuteerde hij met Welkom thuis. Hij schreef ook het ontroerende Haar laatste vlucht en Johan Cruijff in Barcelona.
De eerste nazaten van de immigranten Antionio en zijn vrouw Maria werden nog groot met de herinnering aan Tenerife, het eiland waarover grootvader zo vol heimwee kan zingen. De latere leden van de familie Serpas zijn ingeburgerd, voor hen gelden andere problemen. Hun overlevingsinstinct en hun trots houden hen lang op de been. Maar als in 1927 de Mississippi uit zijn oevers dreigt te treden, New Orleans zal overstromen en men de dam opblaast waardoor de isleňos moeten vluchten voor het water dat hun leven is, ziet alles er somber uit.
Het boek is ingedeeld in vier delen die respectievelijk spelen in 1825, 1873, 1927 en 1965. In die tussenliggende perioden ‘springt’ de lezer van grootvader als kind, naar hetzelfde kind dat dan als grootvader zijn verhaal vertelt. Dat vergt even wat acclimatiseren maar Winkels’ soepele bruggetjes over de tijdvakken heen zorgen dat dit geen probleem wordt.
Al lezend plukte ik het werk uit elkaar. De auteur is een meester in het schrijven van ‘kleine geschiedenis’. Deze roman is een vierluik van kleine geschiedenissen die per stuk misschien wat langer hadden mogen zijn. Dan was er meer ruimte geweest voor de emoties. Maar ach, dan was dit boek misschien weer veel te dik geworden. Zeker is dat de auteur excelleert als factionschrijver.
Mooie historische ‘pioniers-roman’.