Gerbrand Bakker – Jasper en zijn knecht. ISBN 978-90-295-0512-3. 392 pagina’s, €24,99. Amsterdam: De Arbeiderspers 2016.
Gerbrand Bakkers literair dagboek
Nadat Gerbrand Bakker grote bekendheid verwierf, zijn romans in vele talen vertaald zag worden en zelfs tot films zag ‘omgebouwd’, denderde het literaire leven in alle hevigheid over hem heen. Leuk als je erop zit te wachten, minder aangenaam als je – zoals de schrijver – een lichte neiging tot autisme hebt. Hij floreerde bij rust en regelmaat en die worden hem nu ontnomen. Het schrijverssucces heeft echter ook een voordeel opgeleverd. De auteur kon zich van de opbrengst van zijn boeken een huisje aanschaffen waar hij zich kan terugtrekken om in alle rust aan een nieuwe roman te werken. Hij koopt een oude woning in de Duitse Eifel, Schwarzbach. Maar in plaats van dat hij daar gaat schrijven krijgt hij geen letter meer op papier.
Gerbrand gaat zijn schrijversstilte te lijf met het kappen van de talloze bomen die op zijn terrein staan. Ook begint hij het huisje deugdelijk op te knapen. En daarbij krijgt hij gezelschap van een ‘gladharige, windhondachtige, gecastreerde reu’ uit Griekenland. Gerbrand noemt hem Jasper en neemt zich voor het dier zo op te voeden dat hij er aangenaam gezelschap aan zal hebben. Een ware vriend in huis. Maar Jasper is behoorlijk hardleers. Voorlopig houdt hij meer Gerbrand aan de lijn dan dat het omgekeerde het geval is. Hij is geen huisvriendje, maar een lastpak. De schrijver heeft een hond in huis gehaald met het karakter van de baas. Een autistische hond waarvan Gerbrand desondanks gaat houden.
Gerbrand Bakker (1962) is schrijver, ondertitelvertaler, hovenier, schaatsinstructeur en columnist. Hij schreef twee etymologische woordenboeken voor kinderen. In 2006 debuteerde hij als romanschrijver met het inmiddels bekroonde en verfilmde Boven is het stil. Daarna volgden nog andere romans tot hij in een schrijverscrisis belandde.
De serie Privé-Domein (dit is deel 287) stoelt op dagboeken van schrijvers. Dit boek Jasper is een combinatie van verslagen, dagboekaantekeningen, columns uit De Groene Amsterdammer en zelfs een Duitstalige inleiding op deel 3 van Het Bureau van Voskuil. Pas in de tweede helft van het boek wordt het ware ‘dagboekwerk’ gehanteerd.
Al die tijd leven we mee met het wel en wee van Jasper, Gerbrands halfslachtige pogingen het dier de baas te worden, Bakkers tegenzin-reizen naar literaire festivals en zijn pogingen om eindelijk eens een echte vriend en geliefde tegen te komen. Hij zou dolgraag een partner hebben en vraagt zich af waarom het niet lukt. Is hij te kritisch, te oud, te lelijk, te wat dan ook? De treurige beschrijvingen van dergelijke scènes brachten mij er bijna toe een mooie contactadvertentie op te stellen opdat de moeizaam levende auteur toch dat happy end eens zou krijgen.
Wie dit boek leest komt van allerlei te weten over ’s mans familie, over zijn jeugd, over de schrijverskliek waarop Bakker het niet begrepen heeft, en uiteraard over honden. Want Bakker begeleidt Jasper letterlijk tot het eind van zijn moeizaam hondenleven.
Uw recensent komt er graag voor uit een ware Bakker-liefhebber te zijn. Zes jaar verscheen er geen boek meer van deze schrijver. De rust in de Eifel heeft hem goed gedaan.
Een comeback van jewelste.