Delphine de Vigan – Het ware verhaal van haar en mij. Vertaald uit het Frans (D’après une histoire vraie) door Floor Borsboom en Eef Gratama. ISBN 978-90-445-3662-1, 380 pagina’s, €21,95. Amsterdam: De Geus 2016.
Schrijfster met writer’s block raakt in de ban van een destructieve vriendin.
Delphine heeft een boek geschreven over het leven van haar moeder die zelfmoord heeft gepleegd. Tegen haar verwachting in wordt het een enorm kassucces. En dat niet alleen, overal waar de schrijfster voor lezingen en signeersessies komt, wordt ze geconfronteerd met mensen die evenzeer in de war zijn, in de schrijfster hun redding zien en zich geestelijk aan haar vastklampen. Delphine leeft met hen mee, maar krijgt het er Spaans benauwd van.
Succes is mooi. Dit is eng. Ze neemt zich voor in haar volgende boek geen letter autobiografie meer op te nemen, maar een puur fictief verhaal te schrijven. Ze is echter nog zo geketend door het ‘moederboek’ dat zij niet op gang komt. Zij heeft vage plannen, maar krijgt geen letter op papier.
Dan ontmoet zij L., van beroep ghostwriter. Ze schrijft ‘autobiografieën’ voor sterren die zelf niet schrijven kunnen, aan haar hun verhaal vertellen en dat dan als autobiografie uitgeven.
L. is de hartelijkheid zelve. Ze doet alles wat zij kan om Delphines beste vriendin te worden. En aangezien de beide kinderen van de schrijfster net de deur uit zijn en haar vaste LAT-vriend langdurig weg is voor zijn werk, is er ruimte voor L. en die neemt deze gretig in. Door haar werk is ze getraind in vragen, ze krijgt alle antwoorden die zij hebben wil. En ze geeft commentaar: wil Delphine fictief gaan schrijven? Dat is eeuwig zonde. De waarheid moet boven tafel. Welke waarheid? Die, diep verborgen in Delphine, erop wacht om aan haar lezers te worden voorgeschoteld. Delphine krijgt het er benauwd van.
Delphine de Vigan (1966) is een veelbekroond schrijfster. Van Niets weerstaat de nacht werden meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Voor dit boek ontving ze de Prix Renaudot en stond ze op de longlist van de Prix Concourt.
Langzaam maar zeker sluipt er iets griezeligs in de verhouding tussen Delphine en L. Want is L. niet al te gretig om haar vriendin van dienst te zijn en hoopt ze daardoor zelf ook op de roem die ze nu altijd voor anderen moet verwerven? Ze praat op Delphine in, net zolang tot die haar boekplan voor fictie ontredderd laat varen. Ze moet op zoek naar de waarheid, vindt L. en over die waarheid schrijven.
Als Delphine terugkijkt, na jaren, realiseert ze zich dat L. haar in haar macht had, haar denken wilde sturen, haar boek wilde schrijven. Maar voor het zo ver is moet ze nog door vele diepe dalen, begeleid door haar ‘innige vriendin’ die, zonder dat Delphine dat weet, vol valse plannen zit.
Een fascinerend boek. Niet alleen omdat de auteur zelf immers het boek over haar moeder in geestesnood schreef, maar ook omdat ze zichzelf tot hoofdpersoon maakt in een geschreven leven.
Het gevolg is dat de lezer, met de roman-Delphine, niet meer weet wat de waarheid is. Wat is fictie, wat is echt en wat niet? Wordt L. geobsedeerd door Delphine of is het andersom? En meent L. het echt als ze Delphine helpen wil, of wil ze er zelf beter van worden?
Langzaam maar zeker krijgt het boek Hitchcock-trekjes. Er schuilt gevaar, er dreigt oorlog en de hoofdpersoon voelt het gevaar maar zíet niets. Tot de ontknoping daar is, maar ook die blijft onuitgesproken. Zoekt en gij zult vinden, in die stijl.
Subliem boek van een groot schrijfster die diep in de geest kan kijken.