Willem Nijholt – Een ongeduldig verlangen. Herinneringen. ISBN 978-90-214-0219-2, 279 pagina’s, €22,50. Amsterdam: Querido 2016.
Herinneringen aan Willem Nijholts Indische jeugd en zijn eerste Hollandse jaren.
Hij kan het nog steeds, tot in het oneindige, tellen in het Japans. En bewijst: Itji, ni, sdang, so, go, rokko enzovoort. Duidelijk teken dat het erin geslagen is, dat het zaak was de nummering bij te houden als de Jap iedereen op appel riep… Willem Nijholt, acteur, danser, zanger, speler in tv-series, musicals en films, heeft ‘taal’ altijd als basis van zijn vak beschouwd. Sinds hij het plankier vaarwel zei uit hij die liefde voor taal door te schrijven.
In dit boek kijkt hij terug op zijn jeugd in het wonderschone Indië, zijn tijd in het Jappenkamp, de boottocht naar Holland en zijn jonge en puberjaren in Millingen, het dorp waar zijn moeder vandaan kwam en waar ook zijn Opoe woonde. Opoe, afkomstig uit het Duitse Kleef, die het Millinger dialect verstoethaspelde met het Duits uit haar geboortestreek. Opoe, die dolgelukkig was dat de familie uit Indië terug was en zich de benen uit het kromme lijf rende om voor iedereen te zorgen.
Nijholt schrijft met grote tederheid over de oude vrouw. Steeds als hij terugkijkt op zijn jonge jaren, komen opoes woorden boven. Hoe ze haar monologen eindigde met Kom, ik góng ‘es aon de gááng. Het werd in later jaren een vaste uitdrukking bij Willem en zijn oudere broer Jan. En niet te vergeten haar godsvrucht en zoals ze haar gebeden voor het eten afraffelde: Gheseghend is Jeeses de vruch van uwe schooêt, dan een klap naar de onderwijl klooiende kleinzoons en unverfroren verder: maor verlos us van ut kwaode. Aomen. Vaoderszoonsénhailigegees. Só, en dà doe ge nooit nie mèr Willi. Blaag dà ge ziet!
Willem en broer Jan – in het dorp ‘diejen Indischen van Nijholt’ genoemd – groeiden op. Jan ging naar een technische school en startte een heel gewoon leven. Willem was minder doorsnee. Dromer, geïnteresseerd in ‘meisjesdingen’, hij viel, zo bleek later, op mannen. Daar had hij het niet gemakkelijk mee. Was hij slecht en zondig geworden?
Willem Nijholt (1934) behoeft eigenlijk geen introductie. Acteur, danser, zanger en schrijver, kortom een breed begaafd man. Zijn eerste boek Met bonzend hart (2011) stoelde op een jarenlange correspondentie met Hella Haasse, evenals Nijholt een ‘kind van Indië’. Dit boek bevat memoires.
Niet alleen opoe krijgt een ereplaats in het boek. Eigenlijk is dit boek één groot eerbetoon aan zijn moeder. De moeder, die hem het Jappenkamp doorsleepte, die hem in dat kamp zo goed leerde lezen en rekenen dat hij in Holland voorliep op school, de moeder die altijd bang was dat het met haar ‘Willi’ niet goed zou komen want wie gaat er nu bij het toneel… dat zou immers armoe lijden worden.
De moeder ook die meer dood dan levend uit Indië in Nederland kwam, maar die zich op de been vocht om vader en moeder tegelijk te zijn omdat vader krijgsgevangen was en aan de spoorlijn in Birma werkte.
Dat Willi het gered heeft weet iedereen. Nijholt is een grote ster aan het theaterfirmament. Maar er is er één die dat niet weet. En het is een jaarlijks terugkomend zeer, dat nog altijd schrijnt achter mijn ribbenkast. Ma heeft me nooit op een toneel kunnen zien.
Hij heeft op alle première-nazitten zijn hele carrière lang aan haar moeten denken. (…) In gedachten deelde zij mee in het applaus door één buk (de eerste buiging; MJ) met de blik naar boven…
Een schitterend, ontroerend boek om meteen van te houden en later vaak te herlezen.