Ernest van der Kwast – Het wonder dat niet omvalt. ISBN978-90-234-9833-9, 208 pagina’s, €16,99. Amsterdam: De Bezige Bij 2016.
Zestig odes aan kleurrijke Rotterdammers.
Wie gaat er altijd zonder ondergoed naar haar werk? Wie bakt er zulke lekkere loempia’s en kroepia’s dat de rij kopers voor zijn marktkraam vaak meters lang is? Kent u de engel met de sigaret en weet u wie de ‘meiden van Piet de Snor’ zijn? Nee? Dan is het de hoogste tijd dat u gaat kennismaken. En wel in een boek dat vol staat met niet alleen bovenstaande kleurrijke types, maar nog tientallen andere ook. Her aardige is dat al die bijzondere mensen, van de taxichauffeur met het syndroom van Gilles de la Tourette tot en met Frank Neuerberg. de in zijn handel bedreigde postzegelhandelaar, één ding gemeen hebben: ze zijn allemaal Rotterdammer. En juist daarom, als kleurrijke Rotterdammer geportretteerd.
In vijf jaar tijd bracht woordenportret-schilder Ernest van der Kwast elke maand een ode aan iemand die kleur geeft aan zijn stad. De meeste van zijn ‘slachtoffers’ zijn niet bekend als BN’er – of in dit geval BR’er – maar ze zijn bekend in hun normaalheid met een betoverend randje. En daarmee werden ze niet alleen voor de auteur de moeite van het portretteren waard, maar zijn ze voor de lezer al even mooi en kleurrijk.
Zoals de vuurspuwer die het opneemt tegen een tank, om de achtste afgevaardigde Freek Schell uit de slagersdynastie vol Freek Schells, dé slagers voor alle multiculturele Rotterdammers die er het vlees van hun gading vinden. Of om Monique Schreuder, schoorsteenveger en van jongs af aan met vader mee, dol als zij is op het dak. Als er een nest kauwtjes in de schoorsteen zat, mocht zíj van vader vegen.
Ernest van der Kwast (1981) werd geboren in Bombay, India. Hij brak door met de autobiografische roman Mama Tandoori waarvan er meer dan 100.000 werden verkocht. Ook zijn latere zeer beeldende romans werden bestsellers.
Beeldend schrijven, dat doet de auteur evenzeer in deze portretten. Als lezer zie je de mensen voor je aan wie hij zijn ode brengt. En dat niet alleen, hij beschrijft ze met zoveel kleur en warmte dat je onmiddellijk zin krijgt naar Rotterdam te tijgen om die mensen op te zoeken. Alleen al door de ode maakt de schrijver ze beroemd.
Hij schrijft over de ‘schoonheid van het alledaagse’ roemt de uitgever achterop het boek. Wat mij betreft gaat het verder. Hij beheerst de kunst het alledaagse te ontdoen van zijn grauwsluier, die sluier in feestelijke tinten te verven en hem daarna in sierlijke plooien over dat alledaagse terug te draperen. Een complete transformatie!
En was u door de kop nieuwsgierig gemaakt wie dat nu was, die persoon die zonder ondergoed naar het werk ging? Dat is de paaldanseres. Haar huid mag geen striemen vertonen van ondergoed als zij gaat dansen. Dus op de dagen dat zij werkt, draagt zij uit voorzorg geen dessous.
Van der Kwast laat zien dat hij niet alleen heerlijke beeldende romans kan schrijven, maar de kunst al evenzeer beheerst in het ‘kleinere werk’ van portretkunst.
Zestig portretten. Zestig keer genieten. Verrukkelijk.