John le Carré – De duiventunnel. Verhalen uit mijn leven. Vertaald uit het Engels (The Pidgeon Tunnel. Stories From My Life) door Rob van Moppes. ISBN 978-90-245-7160-4, 384 pagina’s, € 19,99. Amsterdam: Luitingh Sijthoff.
Memoires van John le Carré.
John le Carré (1931, pseudoniem van David John More Cornwell is een begenadigd schrijver. Hij was een voormalig diplomaat en lid van de Britse geheime dienst, iets wat hij zelf regelmatig bagatelliseert. Le Carré schreef een aantal spionageromans die zich afspeelden ten tijde van de Koude Oorlog, zoals The Spy Who Came in from the Cold (Spion aan de muur), Tinker Tailor Soldier Sky (Edelman Bedelman Schutter Spion), The Honourable Schoolboy (Spion van nobel bloed) en Smiley’s People (Smiley’s prooi). Na de val van de Berlijnse muur schreef hij onder meer The Little Drummer Girl (De lokvogel), geïnspireerd door de Palestijnse kwestie, The Tailor of Panama (De kleermaker van Panama) en The Constant Gardener (De toegewijde tuinier). Van veel van zijn boeken zijn bioscoopfilms en/of voor televisieseries gemaakt. Zijn werk werd bekroond met een groot aantal literaire prijzen en de academische wereld eerde hem met verschillende eredoctoraten.
Dit boek bestaat uit 38 ‘losse’ stukken van verschillende grootte, waarin Le Carré terugblikt op bepaalde passages uit zijn leven en op zijn ontmoetingen met diverse beroemdheden en andere personages waarvan sommigen hem inspireerden bij het schrijven van één van zijn vele romans. We lezen over zijn verblijf in Duitsland en zijn reizen, niet alleen om inspiratie op te doen, maar ook om ervoor te zorgen dat zijn beschrijvingen van een bepaalde locatie voor 100% kloppen.
Ooit werd de bepaald niet ‘rechtse’ Le Carré uitgenodigd op de lunch door toenmalig premier Margaret Thatcher. Eén van de andere gasten was de Nederlandse eerste minister Ruud Lubbers, die bekende nog nooit van hem gehoord te hebben. Toen de schrijver een pleidooi hield voor de stateloze Palestijnen kreeg hij het bitse antwoord van De IJzeren Dame: Bespaar me die sentimentele praatjes. Elke dag doen mensen een beroep op mijn gevoelens. Zo kun je niet regeren. Het is gewoon niet eerlijk.
Fraai is het verslag van zijn ontmoetingen met de toenmalige Palestijnse leider Yasser Arafat. Hij vraagt me met hem op de foto te gaan. Ik weiger beleefd. Hij vraagt me waarom. Hij kijkt me zo stralend en plagerig aan dat ik het waag hem maar waarheid te antwoorden: ’Omdat ik iets eerder dan u in Jeruzalem denk te zijn, meneer de Voorzitter.’
Het is interessant om achtergrondinformatie te krijgen over de totstandkoming van Le Carré’s beroemde boeken en de films die daarover werden gemaakt, maar ook zeker over de films die er uiteindelijk niet kwamen. Hoe hij op verzoek van regisseur Martin Ritt naar Dublin vloog omdat Richard Mij Nodig Had. Hoofdrolspeler Richard Burton was ontevreden over het script van de film The Spy Who Came in from the Cold.
Het uitgebreide verhaal over de moeizame verhouding met zijn ouders, en vooral zijn vader, is voor mij het allermooiste uit dit boek dat vele hoogtepunten kent. Ronald (Ronnie) Cornwell was een charmante oplichter, die diverse gevangenissen van binnen had gezien in verschillende delen van de wereld en regelmatig door zijn beroemde zoon uit de penarie moest worden geholpen. De laatste dacht aan zijn vader toen hij Magnus Pym bedacht, de hoofdpersoon uit A Perfect Spy. Reggie, een gladde prater, versierde bij de uitgever van zijn zoon een flink aantal van diens boeken en verkocht ze, gesigneerd De vader van de auteur. Nog jaren later werd aan Le Carré gevraagd één van deze boeken zelf te signeren. Hij deed dat met De zoon van de vader van de auteur.
Het is knap hoe de vertaler steeds de juiste toon weet te treffen. Le Carré’s droge Britse humor is in goed Nederlands weergegeven en dat is zonder meer een kunst.
Een schitterend boek.
Aan dit boek is op 12 oktober 2016 tevens aandacht besteed in het programma Puur Cultuur van MeerRadio. Het geluidsfragment is hieronder aan te klikken.